Kleve (D) → Well (Maasduinen)
Bij het vertrek uit hotel The Rilano in Kleef voel ik me moe. Ook voel ik mijn spieren nog als ik de trap van het hotel oploop. Of het nu komt door de stad, de airco van de hotelkamer of door het (trappen)lopen met een mondkapje: ik loop al te hijgen om niks. Het lijkt alsof je van een rustdag juist moe wordt.
Kleef is niet groot dus we zijn er met de fiets ook zo weer uit. Van het trainen in Zwift hebben we geleerd om ook echt de eerste tien minuten een beetje rustig aan te doen, om eerst op te warmen. Nadat de lichamelijke motor weer op gang is, is mijn vermoeidheid ook over.
Steile klimmetjes
Direct aan de rand van de stad krijgen we flinke steile klimmetjes te verwerken. Twee toppen van honderd meter. Het Klever Reichswald is een mooi gebied en het klimmen is goed te doen, op sommige stukjes na.
Midden in het bos staat een indrukwekkend oorlogsmonument bij een uitkijkpunt, bestaande uit een pilaar met een adelaar, boven op de heuvel. Door het dal is een zichtlijn naar een andere piek in de verte. Daartussenin staat de IJzeren Man op een pilaar in een strak aangelegd park. Het gedenkteken is voor de gevallenen in de Frans-Duitse oorlog van 1870-’71. Deze oorlog was begonnen door de Fransen om te voorkomen dat een verenigd Duits rijk een vierde grootmacht in Europa zou worden.
Zodra we het Reichswald uit zijn, zijn we terug in Nederland en bevinden we ons in de provincie Limburg, de laatste provincie van de Trans Nederland Noord-Zuid. We rijden vandaag weer lekker veel onverhard.
Bij Ottersum steken we het riviertje de Niers over. Hier zien we voor het eerst tekenen van het te hoge water. Het brugdek steekt nog maar net boven het water uit. Rechts zien we een sportveld en een maisveld die onder water staan.
Op de rest van de route van vandaag treffen we veel zand. Mul zand. We fietsen door Nationaal Park De Maasduinen. Het is een van de vele natuurgebieden waar we doorheen fietsen deze vakantie, hoewel het fietsen hier meer op echt mountainbiken lijkt. Het gebied lijkt wel wat op de Veluwe. Ook hier zand, heide, naaldbomen.
Als we pauzeren bij een bankje horen we de stilte. Slechts het geluid van een enkele vogel ver weg. We zien en horen geen mensen, er is alleen een vlinder die om ons heen blijft hangen. Helaas staat er een hek om van die uitgezette beesten tegen te houden, anders zou er geen enkele menselijke invloed te zien zijn, behalve natuurlijk het bankje waar we op zitten.
Wat minder is, is dat ik continu problemen heb met mijn versnelling. Vandaag loopt mijn ketting er zelfs drie keer vanaf. Als je de derailleur nakijkt gebeurt het niet maar wel bij schakelen in de praktijk. Inmiddels vraag ik bij elke heuvel aan Dave, die altijd achter me rijdt omdat hij mij wel bij kan houden en ik hem niet, of mijn ketting al op het grootste kransje ligt. Dit geeft uiteraard vertraging met schakelen, waardoor ik soms een heuvel niet haal omdat ik dan nog bijvoorbeeld drie tandwielen over blijk te hebben. Ik probeer het met tellen steeds bij te houden maar omdat je ook meerdere kransjes tegelijkertijd kunt terugschakelen raak ik de tel steeds kwijt.
Derailleursysteem
Ik ben echt zó klaar met het derailleursysteem. Met bijna elke fiets die ik heb gehad, heb ik er problemen mee gehad (velomobiel, trike en ook daarvoor al met de Gazelle Kathmandu). In Denemarken deed Dave’s zijn voorderrailleur het niet van zijn velombiel. Wat mij betreft krijgt de derailleur intussen een enkele reis richting het fietsmuseum.
Ik sla linksaf en opeens gaat het onverwacht steil naar beneden. Het is gelukkig hoog gras, dat gaat wel hobbeldebobbel maar dat remt ook lekker af. Wel goed om te merken dat ik direct automatisch het geleerde van een ooit gevolgde MTB-clinic in de praktijk breng, zonder na te denken: staan op de pedalen, knieën open naar buiten en achter het zadel hangen. Onderaan de heuvel vraag ik verbaasd over mezelf aan Dave “volgens mij deed ik het precies goed?”
Een deel van de route gaat ook weer over een zero track en we lopen weer nieuwe halen op van bramenstruiken. Het is wederom een mooie tocht maar af en toe best zwaar. We vinden het leuk dat we het kunnen fietsen en niet hoeven uit te wijken naar de alternatieve gravelroute die we voor de vakantie voor de zekerheid gemaakt hadden.
We eindigen onze route bij SVR mini-camping ’t Wolfsven in Well, dat aan een zandweg ligt. We zijn blij dat we plan A hebben doorgezet. Het is heel rustig hier, de camping ligt midden in het natuurgebied. Dave zit lekker zijn boek te lezen op de e-reader en ik zit lekker te schrijven in m’n notitieboekje als een wat aparte man voor ons komt te staan die ons eerst ongemakkelijk twintig seconden staat aan te staren. Dave verbreekt de stilte door “goedenavond” te zeggen. Vervolgens steekt de man van wal en houdt niet meer op. Ik leg me er maar bij neer dat het schrijven er even niet meer inzit. Hij is de zoveelste op deze vakantie die ofwel aangeeft dat ze jaloers zijn op wat wij doen ofwel heimwee heeft naar de fietsvakanties die ze zelf vroeger hebben gemaakt. Deze man valt in de laatste categorie. Aan het eind van het gesprek verklaart de man trots dat hij veganist is en nu hebben we gedroogde sojabrokken bij het eten. Mooi, extra eiwitten die we goed kunnen gebruiken en door ons prutje roeren.
Vaak denken mensen dat onze fietsen duur zijn, totdat we uitleggen dat ze 950 euro hebben gekost. Dan verliezen ze ook meteen alle interesse. Het baart me wel zorgen. Weliswaar lijden we geen onoverkomelijk financieel verlies als de fietsen gestolen zouden worden maar de vakantie is dan wel voorbij.
Kleine domper, bij aankomst op de camping bleek Dave één van zijn nieuwe slippers te zijn verloren, die we onderweg in Coevorden hadden gekocht. Hij loopt nu op blote voeten, met het risico dat hij ergens in trapt. Ik stel hem voor om één slipper wel te dragen om het risico met vijftig procent te reduceren.