Wildkamperen

Wildkamperen (Engels: stealth camping) doe je op een plek die niet zichtbaar is vanaf de weg of pad, om de natuurbeleving van anderen niet te bederven.

Voordelen

Voordelen van wildkamperen: de grond is zachter dan op een camping, waar de grond helemaal hard is. Op een zachte bosgrond slaap je veel comfortabeler en kan je met een dunnere slaapmat toe. In gebied met beren weten de beren waar de kampeerterreinen zijn en ben je veiliger op een wild plekje. Verder natuurlijk de natuurbeleving en rust. Je zit midden in de natuur in plaats van dat je tegen lelijke witte polyester caravans aan zit te kijken, waaruit ‘s nachts het blauwe knipperende schijnsel van een tv komt. Jij en je partner hebben volstrekte privacy en je hoeft niet naar het gesnurk te luisteren dat uit een tentje naast je komt.

Opzet wildkampeerplek

Opzet wildkampeerplek

Ja maar dat mag toch niet, zal je nu misschien denken. Dat klopt, althans in Nederland en veel omringende landen. Maar wildkamperen is op veel plaatsen ook wel toegestaan, zoals bijvoorbeeld in New Hampshire in de V.S. In Europa mogen individuele personen ongemotoriseerd dankzij het allemansrecht in Finland, Zweden en Noorwegen één of twee nachten vrij kamperen op niet in cultuur gebrachte grond en minimaal 150 meter van een huis. Groepen moeten toestemming vragen. In deze Europese landen mag wildkamperen of bivakkeren voor één nacht, zoals in Polen, Schotland (Right To Roam), IJsland en Zwitserland (boven de boomgrens) en Frankrijk (op één uur wandelafstand van de weg).

Bivakkeren
Meestal mag wildkamperen in deze landen niet in groepen, langer dan één of twee nachten en niet in natuurparken of gebieden met een jachtverbod. Blijf uit de buurt van woningen en berghutten. Veiligste is sowieso om uit het zicht te kamperen. Geïsoleerd ben je immers kwetsbaar. In Frankrijk mag je wel bivakkeren in de nationale parken de Mercantour, de Écrins, de Vanoise en in de Pyreneeën.

In Nederland waren er paalkampeerterreinen waar je vrij kon kamperen. Hier mochten dan maximaal 3 tentjes staan/6 personen maar de regels konden afwijken. Op deze terreintjes ben je niet echt vrij, want je staat er met anderen op de plek. Het terrein kan vol zijn en meerdere terreinen zijn al gesloten vanwege overlast. Wij hebben één keer geprobeerd te kamperen op een paalkampeerterrein maar het was vol en de lucht stond vol rook omdat jongeren bezig waren met nat hout in de fik te steken. Vanwege mijn astma hebben we toen moeten omzien naar een andere slaapplaats.

Staatsbosbeheer
Inmiddels heeft Staatsbosbeheer al zijn paalkampeerterreinen gesloten. Het is jammer dat Staatsbosbeheer de paalkampeerterreinen niet verplaatst heeft naar locaties die minimaal 5 kilometer verwijderd waren van toegang met een auto. Nu hebben natuurliefhebbers leedzaam moeten toezien hoe deze terreinen gekaapt werden door mensen die vooral op uit waren op minder toezicht en gratis kamperen. Dat betekent niet dat er geen paalkampeerterreinen meer zijn. Lees voor alternatieven de blogpost Paalkampeerterreinen SBB voorgoed gesloten.

De regels voor het vrij kamperen

In België heten de paalkampeerterreinen Bivakzones. Voor sommigen moet je reserveren.

In andere landen mag je met toestemming van de landeigenaar vaak je tentje opslaan maar dan is het geen wildkamperen. Gebruik je gezond verstand.

 Toen het kamperen steeds populairder werd in de jaren ’60 of ’70, is er nagedacht over wat beter zou zijn voor de natuur: mensen concentreren op aangewezen kampeerplaatsen of juist mensen zoveel mogelijk verspreiden op ‘wilde’ plekken. Voor beide opties was iets te zeggen maar het eerste is gekozen.

Leave no trace

Als je kiest voor wildkamperen, laat de kampeerplek dan natuurlijk achter. Het moet niet te zien zijn dat er iemand gekampeerd heeft. Dus geen afval achterlaten, een brandplek van een kampvuur of toiletpapier dat achterblijft in de natuur. De reden dat wildkamperen vaak verboden is, is omdat sommige kampeerders de zeven basisprincipes van ‘leave no trace’ niet respecteren. De Zweedse natuurbeschermingsorganisatie EPA vat dit principe samen als ‘Don’t disturb, don’t destroy’. We hebben het dus aan onszelf te danken dat we met onze tent tussen de caravans moeten staan en natuurbeleving en kamperen niet samen kunnen laten gaan in de meeste landen.

Naast zichtbare vervuiling in de vorm van brandplekken of achtergelaten toiletpapier of vuilnis heb je ook nog horizonvervuiling en geluidsoverlast. Wees stil, draai zeker geen versterkte muziek, stook geen vuur en gebruik kleding en spullen in gedekte kleuren. Een ander moet ook kunnen denken dat hij of zij helemaal alleen is met de natuur.

Veiligheid

Het is ook veiliger om niet ‘ontdekt’ te worden door mensen. Op een plek zonder sociale controle kan je kwetsbaar zijn. Kampeer niet op plaatsen die makkelijk bereikbaar zijn per auto. Echter zijn er helaas ook moorden gepleegd langs de Appalachian Trail en er is een Nederlands echtpaar gemolesteerd en voor dood achtergelaten toen ze nabij Rome een plekje hadden uitgezocht omdat ze te moe waren om verder te fietsen. Nota bene door de herders waar ze toestemming aan hadden gevraagd of ze de tent bij de verlaten boerderij mochten opzetten. Zorg dus voor bedekte kleuren voor je fietstassen en je avondkleding voor na het fietsen. Die knalgele tent? Misschien ook niet zo handig. Minder opvallend zijn een bivakzak of lage tarp, bijvoorbeeld in de vorm van een patatzak. Dan heb je meteen het voordeel niet met van die lawaaiige tentritsen te zitten.

Bekijk eerst of de plaats geschikt is om te kamperen door eerst alleen er te picknicken. Dan ontdek je vanzelf of er steeds mensen in de buurt zijn, of er een hondenuitlaatplek is, of het er stikt van de muggen of dat je wakker gehouden zult worden door kwakende kikkers. Dan kan je na het avondeten altijd nog besluiten om verder te rijden. Vooral in de zomer, als het ’s avonds nog licht is. Om niet opgemerkt te worden door mensen met kwaad in de zin kan je het beste met het laatste licht de tent opzetten en zelf geen licht gebruiken. ’s Ochtends pak je tent weer in en fiets je naar een plek waar water voorhanden is voor je ontbijt.

Wat maakt wildkamperen anders?

Niet veel, behalve eerder genoemde voordelen zoals de afwezigheid van beren en caravans. Het enige dat anders is, is de afwezigheid van stromend water uit een kraan. Dus geen douche, wastafel of toilet. Je zal daarom moeten weten waar je in de buurt water kunt halen en iets mee moeten nemen om water te desinfecteren. Zie de pagina Waterzuivering hierover op deze site.

Drinkwater in het Horsterwold

Hoeveel water je nodig hebt hangt deels af van de temperatuur. Hoeveel water drink je tijdens de volgende fietstocht? Hoe ver is het tot de volgende waterbron? Wij verbruiken ’s avonds alleen al voor het bereiden van twee Adventure Food-maaltijden en één kopje koffie 2 liter water. Dat is dan met een beetje water voor het afwassponsje om af te kunnen wassen. Je hebt minder water nodig als je in plaats van gevriesdroogd eten voedsel in blik meeneemt en bijvoorbeeld Alpro soja pakjes en cereal voor ontbijt. Water op? Dan eerst de tent afbreken, inpakken en ontbijten bij de volgende waterbron.

Hygiëne en wildkamperen

Als er weinig water voorhanden is, kan je jezelf met water uit een (knijp)fles wassen. Doe dit minimaal 60 meter bij de waterlijn vandaan, om schoon natuurlijk water niet te vervuilen. Gebruik geen zeep of weinig biologisch afbreekbare zeep. Laat het water over je arm lopen om het ‘daar beneden’ te krijgen.

Wassen met water uit een fles

Wassen met water uit een fles

Toiletteren

De titel van het boekje ‘How To Shit In The Woods‘ laat weinig tot de verbeelding over. Hoewel het een grappig onderwerp kan zijn, is het een bloedserieus boekje dat in ruim honderd bladzijden vertelt hoe je het beste milieuvriendelijk kunt poepen in het bos. Niemand vind het leuk om in de natuur bergen poep met rondwapperend toiletpapier tegen te komen. Behalve dat het stinkt en een vies gezicht is, levert het ook een gevaar voor de gezondheid op, omdat bacteriën zich op deze manier kunnen verspreiden. Bekende bacteriën (zoals giardia) in oppervlaktewater, waar veel mensen ziek van worden, worden via poep verspreid. Dieren raken besmet (en die poepen ook weer), etc.

Dus. Hoe moet je poepen in de natuur? Graaf een kuiltje van 15-20 centimeter diep. Niet dieper, want juist aan de oppervlakte in de losse grond leven organismen die helpen bij het afbreken. Graaf het kuiltje met de hak van je schoen, een tentharing, lepel of neem een lichtgewicht schepje mee. Er bestaat een schepje van 17 gram, de Deuce of Spades van TentLab. Voordat je het kuiltje dichtgooit: meng aarde door de poep, door met een tak te roeren. Gooi dan het kuiltje dicht.

Lichtgewicht portable toilet

WC-papier
Vroeger werd het OK gevonden als je het wc-papier verbrandde, maar er zijn al meerdere bosbranden ontstaan door deze aanpak. Wc-papier moet zeker niet begraven worden want het breekt slecht af. Je moet het meenemen (pack it out). Je verpakt het in een stevige plastic zak en gooit het weg als je een vuilnisbak tegenkomt. Een andere oplossing is natuurlijke materialen te gebruiken voor het afvegen, zoals grote bladeren, gladde stenen, een puntige sneeuwbal, etc.

Als je poep niet kunt begraven, bijvoorbeeld boven de bomengrens  of in een rotsachtige omgeving, dan moet je al je afval inpakken en meenemen. Dit geldt ook als de grond bevroren is. In sommige gebieden is het niet meer prettig vertoeven als in de lente de sneeuw smelt: alle drollen van de winter komen dan aan de oppervlakte en beginnen te ontdooien. Dat wil je een ander toch niet aandoen?

Voor meer info, lees de blogpost Hoe je moet poepen in de natuur.

Websites over wildkamperen

 

Pagina voor het laatst bijgewerkt: januari 2021