Vaartechniek
Peil je koers de avond ervoor
Als je bijvoorbeeld overnacht op een eiland of aan de overkant van een kanaal en geen waterkaart bij je hebt, bepaal dan de avond ervoor al op welk punt aan de overkant je wil koersen de volgende dag. Peil met je kompas de koers als het weer nog helder is. Mocht het de volgende ochtend mistig zijn, dan heb je een betrouwbare koers om je naar je gewenste bestemming te komen aan de overkant.
Vecht niet tegen hoge wind
Vaar je een koers met ruime wind of aan de wind? Zonder roer varen met wind schuin van voren of van achteren is makkelijker als je de kajak afkant naar de wind met behulp van je knie aan lijzijde. Hierdoor zal je koers stabieler zijn en je kajak minder last hebben van drift en zich minder op de wind richten.
Kies opvallende kleuren voor je veiligheid
Koop je uitrustingsstukken zoals kleding, een tarp, tassen en dergelijke in felle kleuren. Dan kunnen ze in geval van nood dienen als seinvlag. Helder oranje, geel en neongroen zijn de beste kleuren. Rood is niet duidelijk zichtbaar op grote afstand. Ook aquablauw is goed te zien, met name vanuit de lucht. Een wit dek op je kajak ziet er vanuit de lucht uit als een brekend golfje van een afstand. Als de kajakker in nood dan ook nog een blauw of groen zwemvest draagt, is deze moeilijk waarneembaar voor de reddingsdiensten. Draag daarom altijd een felgeel zwemvest. Heb je al een vest in een verkeerde kleur? Bevestig dan een (knipper)licht aan je zwemvest.
Gemiddelde kajaksnelheid
De gemiddelde snelheid die wij afleggen met de combikajaks is 3,7 km (tussen de 3,2 en 4,2 km/u).
De meeste grootwater/zee tochten gemaakt door de TKBN variëren in lengte van minimaal 10 tot 20 mijl en langer. De gemiddelde vaarsnelheid waar zij op plannen is minimaal 3.5 knoop per uur zonder stroom- of windinvloed. Sommige oversteken naar een waddeneiland bedragen 4 uur en meer afhankelijk van de (tegen)wind. Zie voor meer informatie ‘Conditie en ervaring‘.
Zithouding
Met je voeten op de steunen, de hielen naar elkaar toe en je knieën naar buiten gebogen, vorm je met je benen een ruitvorm. De knieën moeten klem onder het dek zitten.
Gevoelloze voeten
Gevoelloze ‘dode’ voeten kunnen vaak voorkomen worden door de zitting iets meer naar achteren te laten hellen. Je kan bijvoorbeeld ook een opgerolde handdoek onder je dijen leggen (op de rand van het zitje). Verder is het een zaak van regelmatig met je tenen wiebelen, af en toe gaan verzitten en je benen niet vergeten te strekken en bewegen tijdens het kajakken. Wanneer de omstandigheden het toelaten, haal dan af en toe je voeten van de voetensteun, schud ze en ontspan af en toe je knieën, zodat ze niet de hele tijd tegen het dek klemmen. Hiermee voorkom je ook lage rugpijn.
Mocht je ondanks beweging toch last houden van gevoelloze voeten, dan kan soms ook de oorzaak een ritssluiting van een duiklaarsje of riempje van een sandaal zijn dat precies drukt op een ader. Als je voetensteun te dichtbij staat, moet je enkel te ver buigen. Als voetsteunen te ver weg staan, dan moeten de spieren in de onderrug teveel rekken.
Wat wij erg vonden schelen is een soort Therm-a-Rest zitmatje voor onder je hielen. Die lag altijd voor in de kuip onder de voeten. Isoleert ook goed en kan bij kamperen gebruikt worden voor knielen in de tent of om op te zitten.
Skeg
Wind van achteren: skeg neer.
Wind van voren: skeg ophalen.
Leunen
Kajakvaarders hebben het meestal over ‘opkanten’ en ‘afkanten’ in plaats van leunen (figuur 3).
Figuur 3. Opkanten en Afkanten (leunen).
Goede balans en evenwicht zijn van het eerste belang bij het kanovaren. Daarvoor is het nodig dat je rechtop zit. Het is daarom van belang om zo min mogelijk een zogenaamde lichaamsleun te maken bij het hellen van de kano, zie figuur 10. Wanneer je buitenboord gaat hangen, zul je een peddelsteun moeten maken. In moeilijke situaties kan dit problemen opleveren, met mogelijk omslaan als gevolg. Rechtop is je balans beter, waardoor je niet zo snel een peddelsteun nodig zult hebben, zodat je ook sneller met andere peddelslagen kunt reageren wanneer dat noodzakelijk is
Figuur 10. Verschil tussen ‘bootleun’ en ‘lichaamsleun’.
Bij harde zijwind moet je iets naar de wind toe leunen, om het instabiele effect veroorzaakt door drift (zie figuur 7) van je kano tegen te gaan.
Figuur 7. Helling bij zijwaarts verplaatsen.
Hoewel het daarbij de kano is die beweegt en niet het , is de werking hiervan vergelijkbaar met het stroomafwaarts leunen op stromend water (figuur 9A).
Figuur 9. Leunen op stromend water.
Bij golven van opzij moet je iets naar de golf toe leunen (figuur 8) om instabiliteit te voorkomen die veroorzaakt wordt door zowel de golfbeweging als de mogelijke drift (figuur 7) vanwege de golf en de zijwind.
Figuur 8. Helling in golven bij zijwind.
Door de asymmetrische verandering van de rompvorm in het water (figuur 4) krijgen veel kano’s in min of meerdere mate de neiging om naar links te gaan als je iets naar rechts leunt (en vice versa). Bij sommige kano-ontwerpen werkt het echter net andersom, afhankelijk ook van de mate waarin geleund wordt. Normaal gesproken is bij lichte helling de koersafwijking tegengesteld, maar bij sterke helling kan daarentegen de neiging ontstaan tot een koersafwijking in de richting van de helling.
Figuur 4. Asymmetrische verandering van de rompvorm in het water leidt tot koersafwijking bij het vooruitvaren.
Het maken van een flauwe bocht kun je dus ondersteunen door de kano iets naar de buitenkant van de bocht te leunen. Het effect werkt echter alleen maar zolang je vooruitgaat.
Traverseren
De traverseermethode is een manier om te corrigeren voor drift. Bijvoorbeeld (bij wind en/of stroom tegen) door te varen in een hoek naar een punt dat verder ligt dan waar je in werkelijkheid heen wilt. Vaar daar naartoe en stel je koers steeds iets bij. Zodra je dit punt nadert, ontspan je je en laat je je door wind of stroming naar je eigenlijke doel drijven (zie hier voor andere methoden voor koerscorrectie).
Clapotis
Clapotis ontstaat als de deining een obstakel raakt, zoals een klip of zeewering. De deining botst met het water dat van de kering terugkaatst. Dit is voor kajakkers gevaarlijk, aangezien het botsende water zoveel kracht heeft, dat het de kajak kan wegslingeren.
Muisstroom
Het water wordt ook door muisstromen weer terug naar zee getrokken. Hierdoor wordt de branding vlakker en is het makkelijker te water gaan of landen.
Baai heeft minder branding
In een baai kan je met een kajak goed landen omdat je hier minder last hebt van de branding. Als een deininggolf de baai binnenkomt, is deze in het midden het hoogst en aan de zijkanten vanwege de breking lager.
Hoe grover het sediment, hoe sterker de golven in deze hoek.
Wind tegen stroom
Wind die in tegenovergestelde richting van de stroming waait, kan gevaarlijk grote golven veroorzaken.
Aanvaring voorkomen
Zal de koers het vaartuig dat je ten opzichte van je eigen romp ziet in bijvoorbeeld een hoek van 45 graden met jou in aanvaring komen als beide vaartuigen dezelfde koers blijven varen? Ja, als enige tijd later de hoek ongewijzigd is gebleven. Is de hoek scherper geworden, dan gaat het vaartuig voorlangs en bij een stompere hoek achterlangs.
Vaarregels
De vaarregels bij kruisende koersen zijn:
- Groot gaat voor klein (grens 20 m.).
- Hoofdvaarwater gaat voor nevenwater.
- Degene die stuurboordwal houdt gaat voor.
- Zeilboot gaat voor spierkracht gaat voor motorboot.
- Motorboten onderling: stuurboord gaat voor
- Zeilboten onderling: bb-zeil gaat voor sb-zeil
- Bij gelijke zeilstand: loef wijkt voor lij
Deze regels in de genoemde volgorde toegepassen.
Een kajak moet ’s nachts een wit rondschijnend licht voeren. Ook moet een klein schip (ook indien < 7 m.) een naam voeren maar de naam van de ligplaats is niet verplicht.
Blessures bij kanovaren
Spieren en huid
Peesontsteking is een pijnlijke zwelling van de pezen in de onderarm en pols, die zelfs de meest ervaren kajakkers onder slechte omstandigheden kan overkomen. Een preventieve maatregel is ongedraaide peddels of peddels met smalle bladen gebruiken. Begin rustig en ken je beperkingen. Verander regelmatig van grip: houd de peddel niet te stevig vast en houd je pols in één lijn met je onderarm. Mocht je desondanks pijn krijgen, gebruik dan ontstekingsremmers en neem rust. Als je niet kan stoppen, kan een goede zwachtel verlichting bieden. Massage, accupunctuur en andere middelen helpen ook.
Kajakarm
Een kajakarm, alsof je geen gevoel hebt in hand, pols of arm, is een chronische peesontsteking waaraan je geopereerd moet worden.
Kajakelleboog
Een kajakelleboog is te vergelijken met een tennisarm, een pijnlijke ontsteking als gevolg van te veel peddelen of een slechte techniek.
Arm uit de kom
Een arm uit de kom is kajakkers niet vreemd, met name in geval van een sterke branding.
Huidproblemen
Huidproblemen, en vooral uitslag en schaafwonden die door het peddelen en de blootstelling aan zon en zout water ontstaan, maken het kajakken er niet leuker op. Huidirritatie kan je voorkomen door de kwetsbare plekken (zoals onderde armen en waar je met je lichaam de kuip raakt) goed schoon te maken en in te smeren met olie of vaseline. Op handen en voeten kan je blaren krijgen, verbind ze ter bescherming. Op punten die onder druk komen, zoals rug, billen en knieën, kan je steenpuisten krijgen. Behandel ze met zwavelzalf. Als dat niet helpt, heb je antibiotica nodig.
Kanokar
Het kanokarretje dat wij hebben is de Eckla-Atlantic Seekajakwagen 200 (zie afbeelding rechts). Artikelnummer karretje is 78956. Er is ook een karretje met grovere wielen, meer geschikt voor een zandstrand, dit is type 260.
Dit is hoe je het kanokarretje vastmaakt en de kano verplaatst over land. Je kan ook beide beugels vastzetten met een snelbinder voor extra zekerheid. Verplaats de kano langzaam. Bescherm de banden tegen de zon.
Draagkracht: 40 kg.
Banden met een diameter van 200 kunnen gerepareerd worden zoals je een fietsband repareert. Banden met een diameter van 260 repareer je als volgt:
- Laat de band helemaal leeglopen.
- Duw de band naar beneden.
- De velg-ring uit elkaar trekken.
- Haal de velg uit de band.
Vuldruk banden maximaal 2,5 bar/36 PSI.
Reserveonderdelen
Onderdeel | Artikelnummer |
Wiel | 200 07100 |
Binnenband | 200 07111 |
Borgring (Linch Pin) | 07200 |
Website van de fabrikant http://www.eckla.de.
Juiste peddellengte
Zet de peddel voor je op de grond. Als je nog net met je vingertoppen over het bovenste blad kan reiken, is het de juiste lengte.
Kajak inpakken
Inpakken kajak
Op de tekening zie je hoe je de kajak zo kunt inpakken dat de boot in balans is en dat je alles terug kunt vinden. Alles wat binnen handbereik moet liggen, is grijsgekleurd. Maak de reservepeddel vast op het dek, maar zorg er wel voor dat je hem snel kunt pakken.
Bagagetips kajak
- Neem geen spullen mee die de ruimte onnodig vullen (halfvolle dozen).
- Zorg dat de kajak in balans is, zowel aan de zijkanten als voor en achter.
- Zware dingen op de bodem in het midden van de kajak plaatsen.
- Zet alles goed vast. Als er iets gaat schuiven, raakt de boot uit balans. Vul loze ruimte op met luchtzakken.
- Wees lekkage een stap voor en verpak alles in waterdichte zakken. Een natte slaapzak is beslist geen pretje.
- Doe materiaal dat niet nat mag worden (zoals gsm en GPS), apart in een waterdichte hoes.
- Leg geen scherpe voorwerpen tegen de romp.
- Leg zo min mogelijk op het dek want anders wordt de boot onstabieler en trager.
- Leg veiligheidsmiddelen binnen handbereik.
- Zie de paklijst hoe wij de kajak ingedeeld hebben met de Fortress 33 tent van The North Face.
Waterdichte zak in punt
Maak een touw vast aan de waterdichte zak die voorin de punt gaat, zodat je deze weer makkelijk uit de boot krijgt.
Kano’s inpakken tijdens de regen
Een handigheidje voor het opbreken en inpakken van je kamp wanneer je reist met kajaks en het regent. Pak alles binnen in de tent in en breek vervolgens de binnentent af. Leg de boten vervolgens een voor een onder de buitentent met het luik dat je wilt inpakken, zodat de luiken beschut zijn tegen inregenen. Schuif de boot eventueel door voor het volgende luik. Zo pak je je spullen in de boten zo droog mogelijk in.
Wat willen wij van een kano?
- Lichter dan 22 kg.
- Goede koersvastheid
- Liever wat korter model
- Geschikt voor grootwater/zee
- Waterdichte schotten, achterschot direct achter zitje
- Luiken voor en achter
- Een day hatch, liefst voor mangat (voor anorak, snacks, drinken)
- Plek voor kompas
- Goede bevestigingsmogelijkheid kaart
- Goed zitje
- Kevlar/Polyester of Polyethyleen?
Meer informatie
Links
Pagina voor het laatst bijgewerkt: maart 2023