Ligfietsen stelt hele andere eisen aan kleding en uitrusting (bagage) dan gewone trekkingfietsen. Informatie hierover vind je op deze pagina.
Ligfietsers beginnen om zeer verschillende redenen aan ligfietsen. Het kan bijvoorbeeld om een lichamelijke reden zijn (zadelpijn, polsklachten, nekklachten), een hekel aan tegenwind hebben, sneller willen fietsen of uit interesse voor technische innovaties en duurzaamheid. De een gaat ermee op vakantie, de ander doet woon-werkverkeer en een derde heeft een velomobiel (een volledig gestroomlijnde ligfiets op drie of vier wielen) als vervanging van de auto en rijdt 300 kilometer op een dag of zelfs (veel) verder.
Omdat wij in voorjaar 2013 zelf begonnen met ligfietsen, volgt hieronder een uittreksel van de interessante zaken die wij her en der op internet vonden en de tips die we kregen van andere ligfietsers. Waar moet je op letten als je begint met ligfietsen?
Lees ook zeker het uitstekende blog van Walter Hoogerbeets op Over reizen op de fiets en deze koopgids van ‘Lighans’.
Een ligfiets als vakantiefiets
Waar moet een ligfiets aan voldoen om geschikt te zijn als vakantiefiets?
Merken
Voor open tweewielige ligfietsen (zonder stroomlijn) zijn er twee merken die veel gebruikt worden als vakantiefiets: Nazca en Challenge. Nazca frames werden gemaakt van ChroMo en kunnen in ieder land ter wereld gelast worden. Challenge bikes zijn van aluminium, wat lastiger te lassen is. Zie voor een compleet overzicht van merken en modellen Ligfiets.net.
Er wordt uiteraard ook gereisd met andere merken en modellen. Maar verdiep je eerst of zo’n fiets wel geschikt is voor je doel. Neem bijvoorbeeld de Optimus Orca, daar circuleren op internet een paar mindere verhalen over. Zo eindigde hier en daar een vakantie op een Orca voortijdig, als gevolg van een framebreuk.
Een ChroMo frame is flexibeler dan een aluminium frame. Aluminium is lichter en roest niet. Aluminium kan natuurlijk wel oxideren als het in contact komt met andere metalen (elektrolyse) , zoals rvs.
Velgmaten
Banden van 24 en 28 inch zijn in het buitenland lastig te verkrijgen. Ook heb je minder keuze in buitenbanden. Neem dus bandmaten 20″ (ETRTO 406) en/of 26″ (559). Achter wil je een groot wiel. Zo blijft je derailleur schoon en het rijdt en schakelt beter. Overigens is de ene 26″ de andere niet, zeker niet in het buitenland. Verdiep je in ETRTO, een gestandariseerde bandmaat (zie ook onze pagina fietsen).
Hoe lager je bij de grond zit, hoe minder last je hebt van (tegen)wind. Met een hogere ligfiets heb je wel meer overzicht op de weg en merkt een medeweggebruiker je eerder op. De laagste fietsen hebben voor een wielmaat van 20″ en achter 26″. De Nazca Fuego (banden: Marathon Racers in 40-406 en 40-559) en de Challenge Fujin hebben dit. Er is ook een Fujin SL (SL = super light). Deze fiets is lichter maar zal eerder bezwijken onder de bagagelast. Tevens heeft deze fiets geen vering.
Trikes
Naast tweewielers bestaan er ook trikes of tricycles, driewielige ligfietsen. Een ‘tadpole’ trike heeft twee voorwielen. Er zijn ook trikes met twee achterwielen. Een voordeel van een trike is dat je heel langzaam tegen de berg op kan fietsen zonder om te vallen. Maar paaltjes en smalle paadjes vormen een obstakel voor een trike, hoewel dit in de praktijk erg meevalt. Met zijn tweeën naast elkaar fietsen wordt een stuk lastiger, tegenliggers op een smal fietspad (Veluwe!) is lastig. Als de weg scheef ligt, zit jij ook scheef met je rug. In bergachtig gebied liggen wegen vaak schuin, om het hemelwater af te voeren.
Een ander type driewieler zijn velomobielen. Dit is een volledig gestroomlijnde driewieler. Een enkel model heeft twee of vier wielen. In een velomobiel zit je beschut tegen de elementen en dit zijn de snelste typen ligfietsen omdat je hiermee niet alleen een klein frontaal oppervlakte hebt zoals bij ligfietsen maar ook nog het voordeel van een aerodynamische carrosserie.
Ligfietsen hebben soms verschillende framematen (lang/kort) en altijd verschillende maten voor het zitje. Door de trapasbuis te verstellen (meestal met twee inbusbouten) worden ze aangepast aan de juiste beenlengte.
Versnellingen
Op een vakantieligfiets wil je een bergverzet gemonteerd hebben. Als je naar het buitenland gaat of zuidelijker dan Arnhem, dan kom je al gauw heuvels tegen. Er zijn verschillende schakelsystemen: een derailleur, Rohloff-naaf en Pinion schakelbak kom je het vaakste tegen. Daarnaast zijn er nog diverse andere systemen zoals SRAM DualDrive en Schlumpf mountain drive.
Spatborden
Monteer spatborden, ze zijn het behoud van je vering en je houdt je kleding schoon en droog.
Bagage op ligfiets
Op ligfietsen kan je meestal geen hele set gewone fietstassen kwijt (hoewel sommige ligfietsen daarvoor een speciale bagagedrager hebben, dan zitten zowel voor- als achtertassen op de bagagedrager achterop). Heb je niet zo’n bagerek voor vier tassen dan zijn er nog andere oplossingen. Ortlieb maakt bijvoorbeeld extra grote achtertassen van twee keer 35 liter.
Banaantassen
Op open ligfietsen worden vaak zogeheten banaantassen gebruikt. Deze zijn speciaal ontworpen voor ligfietsen. Een bekende fabrikant is Radical Design.

Kampeerbagage met zwarte banaantassen, een oranje toptas van Radical Design en een blauwe waterzak van Camelbak.
Voor banaantassen is het nodig om tasafhouders te monteren op je ligfiets, om te voorkomen dat de tassen de ketting raakt. Banaantassen hebben over het algemeen een kleinere inhoud dan gewone fietstassen. Je kan echter op de bagagedrager ook nog een (of meerdere) waterdichte zak(ken) of toptas kwijt.
Het voordeel van banaantassen is dat ze, afhankelijk van het model ligfiets, als armleuningen kunnen worden gebruikt.
Fietskar
Verder is het mogelijk om een fietskarretje te trekken met een ligfiets. Fietskarren worden onder andere gemaakt door Radical Design (Cyclone) en B.O.B. Gear (B.O.B. Yak). Het laatste karretje heeft één wiel. Als je ligfiets achter een vork heeft die geen driehoeksconstructie heeft (zoals dat het geval is met bijvoorbeeld een Nazca Fuego of een Challenge Fujin) dan kan je last krijgen van torderen van het frame. Een ‘gewone’ fiets heeft dit probleem niet.
Water meenemen op je ligfiets
Op een open ligfiets is het niet altijd makkelijk om een bidon te plaatsen. De makkelijkste oplossing is een waterzak, bijvoorbeeld van Camelbak of Platypus. Deze kan je onder een bagagenetje klemmen of vastbinden achter/onder je zitje of onder je bagagedrager met een bandje. Eventueel kan je de waterzak ook aan de zijkant van je fiets vastzetten aan de tasafhouders, als je die gemonteerd hebt. Als je het slangetje van een Camelbak warm maakt onder de hete kraan kan je deze makkelijker losmaken (voor reiniging). Schuif dan meteen een handdoekhaakje, zoals je die kan krijgen bij de supermarkt, met het lusje om de slang. Hiermee zet je de slang later vast aan je zitje, stuur of kleding.
Als je van Radical Design een toptas kwijt kunt op je bagagedrager, dan kan je daar twee bidons in meenemen met een inhoud van twee maal circa 750 ml-1000 ml. Alleen pak je die niet zo makkelijk onder het rijden.
Bovenstuur/onderstuur
Het voordeel van een bovenstuur boven een onderstuur:
- bij omvallen van de fiets verbuigt je stuur niet (een trike valt niet zo gauw om);
- meer ruimte voor en beter zicht op GPS-apparaat;
- er kan een achteruitkijkspiegel op gemonteerd worden (op trike met behulp van bar-end);
- je handen gaan niet door de brandnetels in de berm (dit nadeel is op te lossen met handschoenen of alleen even sturen met je linkerhand);
- je kan iets beter sturen, hoewel een indirect onderstuur ook goed stuurt;
- bananentassen (zijtassen) hangen niet in de weg van je stuur;
- het is handiger als je met de fiets aan de hand (een berg op) moet lopen (wat niet hoeft met een trike).
Met een onderstuur zitten je meer ontspannen met je schouders en heb je een mooi vrij zicht vooruit.
Fietsen op ligfiets
Je kan meestal wel meteen wegfietsen op een ligfiets maar toch is het verstandiger om eerst een tijd te trainen voordat je ermee op vakantie gaat. Vooral haakse bochten zijn in het begin moeilijk. Ook moet je andere beenspieren trainen. Overigens maken banaantassen een ligfiets niet instabieler, eerder het omgekeerde.
Een fietser op een race- of trekkingfiets kan makkelijk zijn hartfrequentie omhoog brengen door allerlei andere (nutteloze) spieren te gaan gebruiken op de fiets. Hij kan gaan staan op de pedalen, gaan trekken aan het stuur. Dit brengt de fiets niet sneller vooruit door deze spieren maar omdat de hartfrequentie hierdoor omhoog gaat wordt zijn output groter. Een ligfietser moet zijn hartfrequentie omhoog brengen met alleen zijn beenspieren. Dit vereist ontwikkeling van deze spieren en dus training. Overigens zul je al na de eerste 500 kilometer ligfietsen merken dat je benen gaan veranderen.
Als je teveel voorover geknikt met je nek zit en niet je hoofd laat leunen tegen een toptas of hoofdsteun dan kan je minder goed ademen en verzuren je spieren eerder. Zorg dat je goed kan ademen door je buik. Als je een ligfiets hebt waarbij je ver achterover ligt kan je desgewenst een hoofdsteun monteren.
Bochten nemen met een ligfiets
Kijk ruim door de bocht, naar daar waar je heen wilt. Gebruik als je op het laatste moment moet afremmen (kuil, paaltje) alleen je voorrem, anders ga je onderuit.
Oversteken met een ligfiets
Als je een lage ligfiets hebt, heb je minder zicht op de weg en het verkeer. Dit los je op door op te gaan zitten in de stoel. Het bovenstuur klap je hiermee iets omhoog, je kan dan nog steeds sturen en fietsen. Door deze houding kan je ook beter je hoofd draaien en achteropkomend verkeer zien.
Pas op je knieën
Op een ligfiets moet je oppassen voor overbelasting van je knieën. Omdat je met je rug kan afzetten tegen de rugleuning moet je uitkijken dat je niet te zwaar gaat trappen. Op een ‘normale’ fiets kan dit niet, want dan ga je staan. Let daarom op je trapfrequentie. Die zou minimaal rond de 80-90 omwentelingen per minuut moeten liggen. Ligt deze lager, dan trap je te zwaar. Er zijn fietscomputers die ook je cadans (het aantal omwentelingen per minuut) meten maar je kan ook af en toe even meetellen als je fietscomputer geen cadansmeter heeft maar wel een tijdsindicatie.
Trapfrequentie
Fietsen met tussen 90 en 100 pedaalomwentelingen per minuut wordt gezien als optimaal. Dat wil zeggen: dit kost het minste energie in verhouding met de snelheid.
Bij het beklimmen van een berg is de cadans iets lager: tussen de 85 en 95. Het een en ander is natuurlijk wel afhankelijk van het stijgingspercentage en de lengte van de beklimming.
In het begin zul je misschien moeten wennen aan het fietsen met een hogere cadans. Een cadansmeter kan je daarbij helpen.
Cranklengte
Om de knieën te sparen monteren ligfietsers soms ook kortere cranks van 155 mm in plaats van 170. Hiermee zou je geneigd zijn al vanzelf een hogere trapfrequentie aan te houden.
Afstand tot pedalen
De afstand tot de pedalen komt heel precies. Een centimeter teveel of te weinig kan al tot (knie)klachten leiden. Begin met een afstelling van de trapaslengte waarbij je met een gestrekt been je hak net tegen de trapper in de voorste stand kunt raken. Test daarna tijdens korte fietstochten uit of de lengte tot de trapas goed staat afgesteld. De trapas kan je zelf makkelijk verstellen met behulp van een inbussleutel, neem deze mee tijdens je testritten.
Bij pijn in de knieën:
- Pijn boven knieschijf: buis is te kort, vergroot de afstand tot de trappers.
- Pijn achterkant knie of archillespees: buis is te lang, verklein de afstand tot de trappers.
- Pijn aan de binnenkant: de voeten staan te ver uit elkaar (Q-factor). Als je met klikpedalen rijdt: zet je schoenplaatjes meer naar buiten.
- Overal pijn: met een lichter verzet rijden en/of de totale belasting verminderen.
Kleding voor ligfietsers
De rijwind komt van voren, dus dat betekent dat de wind van onderen je broekspijpen en jas inwaait. Je ligt op je rug, dus daar wil je geen ritsjes of knopen hebben zitten. Verder kreukelt een doorlopende rits van een jas op, en daar blijven dan plasjes water in staan bij regen met als gevolg lekkage. Je verbrandt eerder door de zon op een ligfiets dan een zitfiets. En omdat je meer tegen de zon in ligt te kijken heb je meer last van het licht.
Let dus bij kleding op een open ligfiets op de volgende zaken:
- geen (druk)knopen, ritsen, zakken of tanka’s op de achterkant;
- smalle pijpen aan (regen)broek waar de wind niet in waait en ook niet in de tandbladen bij het crankstel kan lopen;
- een jas met waterdichte rits of anorak als regenjas;
- jas kan van onderen aangetrokken worden;
- regenjas heeft seals bij polsen, tegen het naar binnenlopen van water, of:
- handschoenen vallen over de mouwen;
- fietsschoenen geschikt voor klikpedalen;
- een pet met klep tegen de zon;
- goede zonnebril, liefst met meekleurende glazen.
Pet
De pet beschermt je ogen tegen de zon. Je hebt hier op een ligfiets, door je houding, meer last van. Kies een pet met een klep, zoals een baseball cap. Gemaakt van sneldrogend materiaal, liefst met wat gaas in de cap voor gebruik in de zomer. De pet moet verstelbaar zijn, liefst met elastiek, zodat deze niet afwaait. Er zijn petten, o.a. van White Rock, waar al een touwtje met een knijpertje aanzit, om hem vast te zetten aan je kraag. Al je zo een pet niet kan vinden bij een buitensportwinkel, bezoek dan eens een nautische winkel met zeilbenodigdheden. Je kan natuurlijk ook zelf een touwtje aan je pet knopen. Bij de supermarkt vind je knijpertjes met een lusje om aan een theedoek vast te maken. Die zijn ook handig voor om de slang van je Camelbak.
Krijg je steeds hoofdpijn tijdens het fietsen en draag je een pet? Grote kans dat je pet te strak staat! Zet hem dan wat losser en vertrouw op het touwtje met knijpertje.
Schoenen
Je fietst zodra je het ligfietsen een beetje onder de knie hebt met klikpedalen. Alleen op die manier kan je been even uitrusten zonder constante druk op de pedalen te hoeven uitoefenen. Bijkomende voordelen van klikpedalen op je ligfiets: wanneer je door kuilen en over hobbels fietst, blijven je voeten op de trappers. Een steile heuvel opfietsen gaat beter omdat je ook kan trekken aan de pedalen. Zet je voetplaatjes in de positie het dichtste bij de hak. Ik zet de plaatjes (cleats) vast met een likje Loctite. Koop als je het fietsen combineert met kamperen MBT-fietsschoenen, die kunnen beter tegen off-the-road condities. Vergeet geen overschoenen voor koude of natte omstandigheden of koop een waterdicht paar voor de winter.
Het is overigens na een lange fietstocht erg prettig om een paar andere schoenen aan te kunnen trekken dan je fietsschoenen. Fietsschoenen hebben vaak een stijve of zelfs onbuigbare zool en lopen daardoor niet echt prettig.
Inlegzolen
Op de (lig)fiets komt de (rij)wind van voren. Je voeten steken vooruit dus die vangen de eerste wind en koelen daardoor in koude omstandigheden behoorlijk af. Ze vangen immers de eerste koude wind! Om toch lekkere warme voeten te houden, gebruiken wij hier speciale inlegzolen voor: Toasty Feet. Deze worden in drie maten verkocht (dames, heren, kinderen) en je knipt ze in je eigen maat.
The Toasty Feet insole contains Aerogel, developed for NASA, and claimed to have the highest thermal insulation (R-Value/inch = 12) of any solid material available.
Toasty Feet zijn moeilijk online te vinden. Een ander alternatief zijn (verwarmde) inlegzolen voor motorrijders.
Zelf uitproberen
Je kan zelf vrijblijvend en gratis ligfietsen uitproberen op de beurs SPEZI en die jaarlijks in Duitsland wordt gehouden. Ook kan je bij verschillende winkels die gespecialiseerd zijn in ligfietsen terecht. Onder andere in Dronten (ligfietsstad van de wereld met van oudsher Alligt, Flevobike, de Ligfietsshop, Velomobiel.nl en Intercitybike) en vele andere plaatsen verspreid over Nederland zijn ligfietswinkels gevestigd. Kijk voor een actueel overzicht hiervoor op Ligfiets.net.
Pagina voor het laatst geüpdatet: 12-10-2022