Zou er een school bestaan voor wereldreizigers, dan waren de volgende talen verplicht, om je verstaanbaar te maken tijdens het reizen door alle werelddelen.

Indeling grofweg:

Een overblijfsel van de kolonisatie uit vorige eeuwen.

De koloniale situatie vlak voor de Tweede Wereldoorlog

Je hoeft een taal niet vloeiend te spreken. Meestal is een enkel woord voldoende en zullen mensen de rest van de zin begrijpen. Dit werkt bijna overal, behalve in China.

Handige woorden om de vertaling van te kennen

• Basis: hallo, dag, dank u, ja, nee
• Fiets, spaak, wiel, ketting
• Welke weg naar? of noem alleen de naam van de betreffende plaats.
• Mogelijk? In combinatie met een goed uitgevoerde pantomime kan ‘mogelijk’ gebruikt worden voor: kan ik dit kopen, is deze weg begaanbaar, ik denk dat mijn fiets kapot is, kan het gaan regenen? Oké ik ga akkoord met de prijs.
• Te duur, veel te duur.
• Gebruik vaak ‘goed’ of ‘geweldig’, dit levert je vrienden op.
• ‘Hoe gaat het’ levert ook vrienden op, al versta je het antwoord niet.
• Nationaliteit, leeftijd en burgerlijke staat, aantal kilometers dat je hebt afgelegd zijn vragen die je vaak krijgt.
• Voorzieningen: restaurant, hotel, fietsenwinkel, tent, dokter.
• Voedsel: lekker, brood, rijst, water, vlees, groenten, koffie, thee, geen ijs.
• Geruststellen: vriend, geen probleem, veilig.

Er bestaat een woordenboek met louter afbeeldingen: Point it. Het bestaat ook als app op je telefoon. Je kan ook een pen en klein notitieboekje meenemen en een ster zijn in het spel Pictionary. Zelf tekenen voorkomt dat je moet bladeren en zoeken in een boekje. Wees je er wel van bewust dat niet iedereen dezelfde logica heeft. Zo zijn mijn zwager en ik niet te verslaan met Pictonary. Maar koppel me aan Dave en we zijn nergens als team.

Van tevoren kan je talen trainen met een app als Duolingo. Een woordenboek op je telefoon is de app Euroglot Pro. Om woorden op te zoeken heb je geen internetverbinding nodig. Wel moet je van tevoren de woordenboeken installeren. Er bestaan ook apps om talen te scannen met een ander alfabet. Denk aan Russisch en Grieks, Thais, Japans en Chinees bijvoorbeeld.

Boodschappen doen

Help, de winkel is geen supermarkt maar heeft een toonbank en je bent de taal niet machtig. Wijs aan wat je wilt hebben en steek vingers op voor hoeveel. Handen- en voetentaal.