Handige zeilknopen voor kajakkers en kampeerders.

	Overhandse knoop De meest eenvudige knoop, om een stopper te maken.
	Achtknoop Wederom een stopper aan het eind van een lijn (om te voorkomen dat een lijn ergens doorheen schiet).
	Platte knoop Om twee lijnen met elkaar te verbinden.
	Schootsteek Om twee lijnen van verschillende dikte met elkaar te verbinden.
	Mastworp Om een lijn om een paal vast te maken.
	Halve steken Geschikt om knopen mee af te hechten.
	Paalsteek Om een stevige lus te maken die desondans toch makkelijk weer loskomt. Je maakt hem door het uiteinde als een kikker te beschouwen: kikker springt uit de vijver (=lus), rent om de boom en springt weer in de vijver.
	Daisy chain Om een lijn mee in te korten. Kan snel losgetrokken worden tot de lengte die je nodig hebt.
	Vissersknoop Om twee uiteinden mee aan elkaar te knopen of twee lijnen van dezelfde dikte aan elkaar te knopen. Bij punt drie staat een dubbele vissersknoop afgebeeld. Gebruik deze voor het maken van een reddingslus.
	Taut-line (rolling) hitch Deze knoop is om mee aan te leggen. De knoop schuift vrij heen en weer maar loopt vast wanneer er kracht op wordt uitgeoefend.
	Trucker’s hitch Deze knoop is sterker dan de taut-line hitch maar je hebt er meer touwlengte voor nodig en is moeilijker te maken in stug touw.
	Vlinderknoop Om lus te maken halverwege een touw.
	Niet-slippende lus Om een lus te maken aan het eind van een lijn.
	Dubbele overhandse knoop Om een lus te maken aan het eind van een touw