De fijnste kampeerplekken voor mensen die op eigen kracht reizen (wandelen, fietsen) zijn de natuurkampeerterreinen en paalkampeerplaatsen omdat je daar gelijkgestemden treft die ook van rust en natuur houden. Zie de overzichtspagina Kamperen hoe je kampeerterreinen vindt. Deze pagina gaat over het kiezen en inrichten van je kampeerplek.

Hoe sla je het beste je kamp op in wilde natuur? Onderstaande afstanden zijn minimale afstanden die je moet houden van water om vervuiling tegen te gaan en van voedsel als je kampeert in terreinen met wilde dieren die een gevaar voor mensen vormen, zoals beren. Kampeer minimaal 60 meter van het water af en zet je tent 100 meter bovenwinds/aan loefzijde van koken/voedselopslag.

Tent, voedselopslag en koken/afwassen opzetten in een driehoek, opstelling afhankelijk van de wind. Als dieren een van de hoeken ontdekken, blijft de andere hoek misschien onontdekt. Wordt de andere hoek wel ontdekt, dan leidt het reukspoor niet langs te tent.

Vossen
Vossen willen nog wel eens er met een schoen vandoor gaan. Bind je veters aan elkaar en liefst nog aan iets anders in de voortent.

Waar de tent opzetten

Zet je tent niet in de wind van het kampvuur van de buren, dan lig je niet alleen in een rokerige tent maar meegevoerde vonken branden ook gaten in je tentdak en de synthetische buitensportkleding die je draagt.

Zon
Zorg dat in een vochtig klimaat de tent ’s ochtends in de zon staat, zodat deze droog wordt om in te pakken. In een warm klimaat wil je juist ’s ochtends wakker worden op een schaduwrijk plekje. Is het bewolkt en weet je niet waar de zon opkomt? Gebruik je kompas! De zon komt overal ter wereld op in het oosten.

Uit de wind, niet bij water
Tussen de bomen is het warmer want droger en beter beschut tegen wind dan op een open veld. Pas op als je onder bomen gaat staan: sommige naaldbomen lekken kleverige harsdruppels. Die kan je verwijderen met wasbenzine of terpentine.

Water
Lager gelegen delen zijn kouder dan hoger gelegen delen. Dus dat idyllische dalletje bij het water kan je beter gebruiken om te gaan koken dan om je onderkomen op te zetten. Bij water zitten ook meer insecten en het trekt ook wild aan.

Kuil
Ga in het terrein niet in een kuil staan met je tent, dan verzamelt regenwater zich onder het grondzeil. Sta je onvoorzien toch verkeerd, graaf dan een geultje (schepje nodig) om regen bergafwaarts om te leiden. Graven wordt niet beschouwd als natuurvriendelijk/correct gedrag. Heb je een extra grondzeil? Prik er een paar gaatjes in. Een extra grondzeil is niet nodig bij een tent van DCF (Dyneema).

Wind
Zet de ingang van de tent aan de lijzijde, anders krijg je met regen meteen water naar binnen als je in- of uitstapt. De dichte (en lage) kant van de tent kan ook beter tegen de wind. Begin met afspannen van de tent aan de achterkant.

Met een extra tarp aan de ingang kan je kookruimte creëren voor als het slecht weer is. Maar als de ingang aan de lijzijde is, kan je ook vanuit je tent koken. De pan buiten, jij binnen. Uiteraard doe je dit niet in gebieden met beren.

Let op het weer voordat je gaat slapen en draai je tent als de wind draait. Vooral bij een krimpende wind.

Ga nooit met je tent midden op een vlakte staan. Kijk waar je beschut voor de wind kunt staan.

Onweer
Hou er rekening mee dat het kan gaan onweren, vooral in bergachtig gebied. Zet je tent dus altijd op onder de bomengrens. Niet op een vlakte bij een eenzame boom. Niet bij een grote rots. Check de kwaliteit van de bomen. Dode takken? Die kunnen naar beneden komen bij stevige wind. Zoek verder naar een plek.

Vlakke grond
Test de plek waar je de tent wil opzetten even liggend uit. Niets zo irritant als een plek die schuin afloopt. En dat voel je altijd pas als je op bed ligt. Spreid je grondzeil uit en ga erop liggen, dan weet je meteen of je vlak ligt. Je rolt dan niet van je mat of er stroomt bloed naar je hoofd.

Ondergrond
Als de grond heel stenig is, kan je ook een isolatiematje onder de binnentent leggen bij de instap, om de tentbodem te beschermen.

Toiletteren

Toiletteren in de buitenlucht: wc-papier verbranden of meenemen. Uitwerpselen begraven in kuiltje van 10 cm diep, minimaal 100 meter vandaan van trail, water en kamp (vuil water wordt door de grond gefilterd).

Voor meer informatie: Hoe je moet poepen in de natuur.

Douchen

Je kan een Exped Schnozzle pumpbag gebruiken als douche door deze te vullen met water en aan een tak op te hangen. Er zijn ook speciale buitendouches te koop. Deze zijn vaak zwart, zodat het water opwarmt door de zon en met een speciale sproeikop.

Je kan dezelfde waterdichte zak gebruiken als wasmachine: water, zeep en kleding erin en schudden en kneden maar.

Kampeerplek schoon achterlaten

Elk spoortje van kamperen uitwissen (leave only footprints, take only pictures). Zorg dat de kampeerplek er natuurlijker uitziet dan toen je arriveerde. Wis sporen uit van waar je slaapmat heeft gelegen. Maak geen kampvuur, graaf geen geultjes, zaag geen takken. Neem alle afval mee.

Hoe lang duurt opstaan en inpakken?

Dat ligt eraan hoe snel je wil zijn, wat je allemaal bij je hebt en of je alles in aparte waterdichte foudralen wilt verpakken, etc.

Als wij snel zijn, doen we er 45 minuten over. Als we rustig aan doen: dan doen we eerst 1 uur over koffie en ontbijt en vervolgens 1 uur over opbreken en inpakken. Je kan je ontbijt ook uitstellen tot de eerste pauze onderweg.

Douchen doen we op de volgende camping, na het fietsen en de tent opzetten.

Pagina voor het laatst bijgewerkt: maart 2022