Het is belangrijk om in te kunnen schatten of je binnen afzienbare tijd moet zorgen voor een schuilplaats vanwege het weer. Een cursus meteorologie is voor bergsporters, zeilers en kajakvaarders aan te raden.
Index
- Zelf het weer voorspellen
- Weerkaart
- Weerdiensten
- Windschaal van Beaufort
- De wet van Buys-Ballot
- Wolken
Zelf het weer voorspellen
Verifieer je voorspellingen op een barometer: in het algemeen betekent een stijgende atmosferische druk dat het mooi weer wordt en een dalende slecht weer. Een normale luchtdrukverandering zal ongeveer 1 millibar per uur bedragen. Aan de hand van de hoeveelheid en snelheid van de afnemende luchtdruk kan je weersveranderingen voorzien:
Afname | Gedurende | Voorspelling |
2 mbar | 4 uur | Neerslag |
4 mbar | 3 uur | Storm |
3 à 4 mbar | 1 uur | Extreme weersomslag |
Neemt de druk in gematigde luchtstreken langere tijd gelijkmatig toe, dan houdt het mooie weer aan. Maar stijgt de druk opeens, dan kan het weer omslaan. Digitale barometers, waarop je druk, temperatuur en luchtvochtigheid 24 uur per dag kan aflezen, zijn handig.
De kans op neerslag is bij een lage luchtdruk in het algemeen groter is dan bij hoge druk. Uit vergelijkingen van dagelijkse aflezingen van de barometer en het weer blijkt de kans op neerslag bij een lage luchtdruk van 990 hPa 80% te zijn. Dat betekent dat er in acht van de tien gevallen regen of sneeuw valt. Zie tabel.
Luchtdruk in hPa of mbar | Regenkans |
990 | 80% |
1000 | 70% |
1010 | 40% |
1020 | 20% |
1030 | 10% |
De meeste barometers hebben aanduidingen als ‘mooi’, ‘bestendig’, ‘veranderlijk’, ‘regen’ en ‘storm’. De gemiddelde luchtdruk op zeeniveau is 1013 mbar. Slecht weer gaat gepaard met lage luchtdruk (<1000 mbar) en mooi weer met hoge luchtdruk (>1020 mbar). Het weer kan echter heel anders zijn dan de barometer aanwijst. Die vermeldingen dateren uit vorige eeuwen, toen er nog weinig bekend was over het verband tussen het weer en de luchtdruk. Een hoge druk van 1030 of 1040 hectoPascal (hPa) betekent niet altijd zonnig weer. Het kan dan ook mistig zijn of regenen. Meestal blijft de neerslag bij een hoge luchtdruk beperkt tot hooguit enkele millimeters, maar er zijn situaties voorgekomen dat er bij een luchtdruk van 1030 hPa uit een lokale bui 10 tot 15 millimeter viel. Omgekeerd kan het in een lagedrukgebied zonnig, droog en rustig weer zijn.
Oude aanduiding | Millibar |
Storm | 986,5 |
Rain | 1000 |
Change | 1013 |
Fair | 1027 |
Very Dry | 1040 |
Snelle veranderingen van druk gaan meestal vergezeld van veel wind of zijn de voorbode van een storm. Als de stand van de barometer snel oploopt of daalt betekent dat meestal dat het weer gaat veranderen. Uit onderzoek naar het verband tussen de barometerstand en het weer blijkt dat in 80% van de gevallen een stijgende luchtdruk tot een weersverbetering leidt en een dalende luchtdruk tot slechter weer.
Verandering van luchtdruk | Weersvoorspelling |
Gelijdelijk en aanhoudend dalen | Ingrijpende verslechtering |
Kortstondige veranderingen | Wisselvallig weer |
Langzaam maar gelijkmatig omhoog | Hogedrukgebied in aantocht. Omvangrijk en langzaam bewegend hogedrukgebied met weinig wind. |
Snelle stijging (meer dan 1 hPa/u.) | Harde wind of storm |
Wanneer de zon schijnt, zijn we geneigd minder aandacht aan de barometer te schenken. Bij een sterke stijging van de barometer zal de wind echter flink aanwakkeren, soms zelfs tot een storm. Zulke hogedrukstormen komen vooral in de zomer op de Noord- en Oostzee nogal eens voor. Ze brengen dan dagenlang harde wind bij een stralende hemel.
De lucht rondom een depressie draait op het noordelijk halfrond altijd tegen de wijzers van de klok in. De wind om een hogedrukgebied draait in horizontale zin met de wijzers van de klok mee. Dit wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde. Bij stilstaande aarde zou de lucht rechtstreeks naar de laagste druk stromen. Door de draaiing van de aarde sturen corrioliseffecten de winden om het centrum van de depressie heen, spiraalvormig naar het midden toe, waar de lucht verticaal omhoog ontwijkt. Deze stroomt vervolgens naar een hogedrukgebied waar ze de wegstromende lucht aanvult.
In een hogedrukgebied daalt lucht van grote hoogte naar het aardoppervlak, waarbij de lucht steeds warmer wordt en dus de relatieve luchtvochtigheid van de lucht steeds verder daalt. Hierdoor is een hogedrukgebied vaak wolkenloos. De zon kan dan overdag de grond opwarmen, waarbij er veel vocht vrij kan komen, bijv. boven water of vegetatie. ’s Avonds koelt de grond juist sterk af naar het heelal toe (uitstraling), waardoor de relatieve luchtvochtigheid van de lucht sterk stijgt en er ’s nachts mist kan ontstaan (zie ook over wolkenvorming).
Hogedrukgebieden bewegen veel langzamer dan lagedrukgebieden. Soms staan ze langdurig stil. Als een hogedrukgebied stilstaat boven bijv. Noorwegen, voeren het langdurig koude winden uit het oosten over Nederland.
Regels voor regen en wind
- Komt wind voor regen, daar is niets aan gelegen;
- Komt regen voor wind, berg dan uw zeilen gezwind.
Zo verloopt het weer:
Eerst wind, dan regen | |||
Voor ’t front | Frontpassage | Na het front | |
Luchtdruk | daalt sterk | daalt langzaam of blijft constant | verandert weinig |
Regen/bewolking | bewolking neemt toe, daarna volgt regen | regen houdt op, nog buien | enkele buien, weer klaart op |
Wind | neemt voortdurend en snel toe | ruimt en is vlagerig | richting constant, kracht snel afnemend |
Eerst regen, dan wind | |||
Voor ’t front | Frontpassage | Na het front | |
Luchtdruk | daalt nauwelijks of blijft constant | stijgt iets | stijgt flink |
Regen/bewolking | begint | houdt op | wolken breken |
Wind | verandert weinig | ruimt | neemt snel toe, harde wind of storm |
De weerkaart
Deze weerkaart werd ontworpen om te helpen bij het maken van uw eigen weervoorspellingen. Ze is het resultaat van de jarenlange weerregistratie door een Franse monnik. Deze monnik noteerde jarenlang, dag voor dag, de luchtdruk en het heersende weer. Zo kon hij, na een zekere tijd, om een duidelijke band te leggen tussen de luchtdruk en weerswijzigingen.
De aanwijzingen op de weerkaart vergelijkt u met de stand van de contra-barometer. Samen met de tendens van de luchtdruk (dalend, stijgend of stabiel) kan men dan een accurate weervoorspelling maken voor een periode van circa 6 à 12 uur.
Winter | Hoge barometerstand | Zomer |
+1013 HPa/ 760 mm | ||
Toenemende vorst – Mist | Snel stijgend | Wind – Snelle opklaringen |
Helder – Vorst | Langzaam stijgend | Bestendig – Zeer droog |
Aanhoudende vorst | Onveranderlijk stijgende tendens | Helder – Droog – Warm |
Brede opklaringen – Rijm | Onveranderlijk dalende tendens | Bewolkt met regen |
Dooi – Bewolkt | Langzaam dalend | Aanhoudend bewolkt met regen |
Wind – Sneeuw – IJsgang | Snel dalend | Zwoel met onweer |
Winter | Midden barometerstand | Zomer |
987 HPa – 1013 hPa | ||
Buien – Koudere neerslag | Snel stijgend | Buien – Neerslag – Fris |
Langzame opklaringen – Kouder | Langzaam stijgend | Afnemende wind – Opklaringen |
Bewolkt tot helder – Vorst – Mist | Onveranderlijk stijgende tendens | Bewolkt tot helder – Warm |
Lichte wind – Nevel | Onveranderlijk dalende tendens | Weinig wind – Betrokken, zwoel |
Lichte wind – Dooi – Sneeuw | Langzaam dalend | Aanhoudend regen |
Wind – Neerslag – Warmer | Snel dalend | Wind – Regenbuien – Koel |
Winter | Lage barometerstand | Zomer |
– 987 HPA/740 mm | ||
Buien – Neerslag – Bewolkt | Snel stijgend | Buien – Neerslag – Bewolking |
Afnemende wind – Nevelig – Kouder | Langzaam stijgend | Afnemende wind – Opklaringen |
Afnemende wind – Motregen | Onveranderlijk stijgende tendens | Afnemende wind – Motregen |
Aanhoudende regenbuien | Onveranderlijk dalende tendens | Aanhoudende regenbuien |
Wind met veel regen | Langzaam dalend | Wind met veel regen |
Storm – Regen of sneeuw | Snel dalend | Storm – Onweer – Hagel |
- Snel: meer dan 4 HPA/2 à 3 mm ;
- Langzaam : minder dan 4 HPA/2 à 3 mm ;
- Gestaag : minder dan 1hPa/1 mm.
In de GPS (Garmin eTrex) zit een barometer die de luchtdruk over de laatste twaalf uur bijhoudt.
Weerdiensten
Het is steeds lastiger om onderweg een goede weersverwachting te bemachtigen als je geen dataverbinding met je smartphone hebt. Vroeger werd er nog om 6.00 uur een speciaal weerbericht uitgezonden op de radio voor watersporters. Ook de weerlijnen, telefonische weerberichten van o.a. Meteo Consult, zijn bijna allemaal gestopt.
Weerlijn
De Weerprimeurlijn kost 65 eurocent per minuut en is te bereiken op 0900-1234554. Deze lijn geeft niet kort en bondig een noodzakelijk weersbericht voor de komende 24 uur. Om het hele verhaal af te luisteren moet je 4 minuten verbinding hebben.
Tegenwoordig ben je dus voornamelijk afhankelijk van marifoon aan boord of internet. Bij camping recepties en havenkantoor vind je vaak ook een weerbericht.
Websites met weerbericht
- Weer.nl
- Buienradar.nl, Wind, Grondtemperatuur
- Nauticlink Windverwachting
- KNMI Marifoon scheepsweerbericht
Weerkamer DTN biedt contracten waarmee je een uitgebreid consult van één van de meteorologen kunt krijgen. De meteoroloog gaat specifiek in op een door u gekozen gebied, waar ook ter wereld. Het directe nummer van de weerkamer is: 0317-399800.
Windschaal van Beaufort
Bft | benaming | knopen | km/u | Kenmerken op het land | Kenmerken op zee |
---|---|---|---|---|---|
0 | windstil | <1 | Rook stijgt recht omhoog | Zee is spiegelglad | |
1 | zwak | 1-3 | Rookpluimen geven richting aan | Kleine golfjes | |
2 | zwak | 4-6 | Windmolens beginnen te draaien | Kleine golven, breken, schuimkopjes | |
3 | matig | 7-10 | Westenwind 10 knopen (18-20 km/uur) |
Bladeren en twijgen voortdurend in beweging | Kleine brekende golfjes met schuimkopjes |
4 | matig | 11-16 | Zuidwestenwind 15 knopen (25-28 km/uur) |
Stof en papier dwarrelen op | Langere golven groter kopjes |
5 | Vrij krachtig | 17-21 | Oostenwind 20 knopen (35-38 km/uur) |
Takken maken zwaaiende bewegingen | Grotere golven opwaaiend schuim |
6 | krachtig | 22-27 | Noordwesten-wind 25 knopen (45-48 km/uur) |
Paraplu’s met moeite vast te houden | Grotere golven met schuimvlekken en opwaaiend schuim |
7 | hard | 28-33 | Westenwind 30 knopen (55-58 km/uur) |
Bomen bewegen | golven worden hoger, beginnende schuimstrepen |
8 | stormachtig | 34-40 | 35 knopen (64-66 km/uur) |
Twijgen breken af | matig hoge golven, schuimstrepen |
9 | storm | 41-47 | 40 knopen (73-75 km/uur) |
Takken breken af | hoge golven, rollers, zicht wordt slechter door schuimvlagen |
10 | Zware storm | 48-55 | 50 knopen (90-95 km/uur) |
Bomen worden ontworteld | zeer hoge golven, zee wordt wit van het schuim, overslaande rollers, verminderd zicht |
11 | Zeer zware storm | 56-63 | 60 knopen (110-115 km/uur) |
flinke schade aan bossen, niet extreem | extreem hoge golven, zee geheel bedekt met schuim, sterk verminderd zicht |
12 | orkaan | >63 | 65 knopen (> 120 km/uur) |
Veel wordt vernield. | lucht is vol met verwaaid water en schuim, zee volkomen wit, vrijwel geen zicht meer |
En nog een windtabel met iets andere beschrijvingen van de situatie op het land en water:
Bft | Soort wind | Omgeving | Zeegang | Km/u |
0 | Stil | Rook stijgt recht omhoog | Spiegelglad | 0 |
1 | Zwak | Rookpluimen | Kabbelend | 1-5 |
2 | Zwak | Bladeren ritselen | Net niet brekend | 6-11 |
3 | Matig | Boomtwijgjes bewegen | Beginnend brekend | 12-19 |
4 | Matig | Stof en papier dwarrelen op | Schuimkopjes | 20-28 |
5 | Vrij krachtig | Er vormen zich gekuifde golven | Overal schuimkoppen | 29-38 |
6 | Krachtig | Wind fluit in het wand | Schuimplekken | 39-49 |
7 | Hard | Bomen bewegen | Schuimstrepen | 50-61 |
8 | Stormachtig | Boomtakjes breken af | Toppen waaien af | 62-74 |
9 | Storm | Boomtakken breken af | Rollers/schuim | 75-88 |
10 | Zware storm | Bomen worden ontworteld | Zware rollers | 89-102 |
11 | Zeer zware storm | Zware schade in steden en bossen | Weinig zicht | 102-117 |
12 | Orkaan | Verwoestingen | Geen zicht | > 117 |
Windkaart
Op een windkaart zie je windpijlen pijlen als deze. Elk streepje aan de staart staat voor tien knopen. Een half streepje voor 5 knopen. Dit pijltje geeft nu westenwind aan met windkracht 5 Bft.
Uit welke hoek waait de wind?
Langs een front draait de wind van richting. Wind ruimt (met de klok mee) bij het passeren van een warmfront van zuid naar zuidwest en bij een koudefront van zuidwest naar noordwest. Bij een krimpende wind nadert meestal regen.
Windkracht 13?
De keer dat wij op het IJsselmeer bij de Hollandse hoek onze windmeter 12 Beaufort zagen aangeven vergeten we nooit meer. Op het laatst gaf de windmeter het zelfs op en stond er “- – -” in het scherm. Hebben we windkracht 13 over ons heen gehad? Voordat de wind opstak werd de lucht pikzwart, dus we waren gewaarschuwd. De boot lag, zeilend op alleen nog de fok, onder een hoek van 45 graden. We stonden op de zijkant van de kuipbanken. De mast kromde gevaarlijk door naar voren, want een Etap 24i heeft naar achter gepeilde zijverstaging maar geen achterstag. Het was een typische ‘micro burst’: lokaal en tijdelijk. Enige tijd later konden we zonder al te veel problemen de haven van Lemmer aanvaren.
De wet van Buys-Ballot
Wanneer je op het noordelijk halfrond met je rug in de wind staat, met je armen uitgestrekt, bevindt het Lagedrukgebied Links voor je Linkerarm (op 10 uur) en het hogedrukgebied rechtsachter je rechterarm (op 4 uur).
Wolken
Cirrus | Hoge bewolking in draden; wijst op een naderend koudefront en mogelijk onweer. |
Cirrostratus | Hoge bewolking in lagen; worden dikker als een warmtefront op komst is |
Nimbostratus | Lage donkere wolken; zorgen voor middelmatige regen. |
Altocumulus | Middelmatige bewolking; wijst op de komst van een koudefront. |
Stratocummulus | Lage, grijze bewolking met motregen. |
Stratus | Platte, grijze wolken; kunnen uitmonden in regenstormen. |
Cumulus | ‘Mooi weer’-wolken. |
Cumulonimbus | Donderwolken. |
Pagina voor het laatst bijgewerkt: januari 2021