Veel geleerd in buscraftweekend

We kijken met veel plezier terug op een leerzaam weekend waarin we een introductiecursus bushcraft volgden in het Leersumse bos. Tarp opzetten, mesveiligheid, vuur maken met firesteel en tondel, tondel vinden en maken, haringen en potstand maken, eetbare planten, het kwam allemaal aan bod.

We waren met een groep van twaalf cursisten en twee begeleiders. De groep was zeer divers en hun motivatie om deze training te doen ook. Een verjaardagscadeau, een weekend offline zijn, een milieuactivist die eens wilde weten wat ze nu eigenlijk verdedigde, uit de comfort zone komen en een stel dat alle tv-series had gezien van Bear Grylls, Ray Mears en Alone. Ik had eigenlijk verwacht dat ‘echte’ bushcrafters deze series niet serieus zouden nemen maar de cursusleiders bleken net zulke grote fans, vooral van de serie Alone.

De groep cursisten (sommigen wilden niet herkenbaar online)

Uit de comfort zone komen zal zeker gelukt zijn dit weekend voor degenen die nog nooit wild gekampeerd hadden. Het toilet bestond uit een aangewezen zone in het bos, waar een schep en een blik met wc-papier en aansteker te vinden was.

Het toilet: een blik met wc-papier en aansteker en een schep

Met een stukje schoon toiletpapier de rest aansteken ging prima, ook dankzij de theorie van de branddriehoek die we dit weekend kregen. Als het wc-papier alleen nog gloeit, til het dan een beetje op met een stokje zodat zuurstof er beter bij kan.

Branddriehoek

Met een nachttemperatuur van 4 graden en een dauwpunt dat op 7 graden lag, was vooral de eerste nacht een uitdaging voor wie nog nooit onder een tarp had geslapen. Gelukkig voelden we in het bos niets van de wind uit het noorden. ’s Ochtends hing er nevel tussen de bomen, was de tarp drijfnat van de condens en zo ver gaan doorhangen dat we eruit moesten tijgeren. Het bezorgde menigeen een natte rug. Dankzij het seizoen en een met permetrine geïmpregneerd grondzeil hadden we geen last van muggen of teken en kon het hoofdnet in de rugzak blijven.

Alles was zeer professioneel georganiseerd. Er was een soort open tent rond een kampvuur met potstand waar ons eerste avondmaal werd bereid door de staf: een zalm werd voor onze ogen klaargemaakt en opgespiest om boven het kampvuur te garen.

Als je je hand vijf seconden tussen vis en vuur kunt houden, dan heb je de goede afstand. Er was aandacht voor hoe te herkennen of een vis vers is (bordeaurode kiewen, helder oog en de geur niet te vissig). De ingewanden waren er al uit dus de demonstratie schoonmaken begon bij de kop, insnijden tot ruggegraat, botjes op twee plaatsen in de buik verwijderen, een snee bij de staart en hoe de drie rijen met graten te verwijderen.

Van te voren hadden we een e-mail gekregen met een document waarin stond wat we allemaal verplicht moesten meenemen. Eén van de dingen die op de lijst stond was een noodfluitje. We leerden dat zes keer fluiten het noodsignaal is en dat je daarop antwoordt met drie keer fluiten. Zodra je als verdwaalde persoon of persoon in nood hoort dat je bent gehoord, moet je reageren met veel fluiten, zodat ze je kunnen vinden. Eén van de deelnemers werd erop gewezen dat het balletje in een stalen scheidsrechtersfluitje kan vastvriezen.

Ronde tent met kampvuur en bankjes met rendiervellen

We kregen bij de cursus een bushcraftmes cadeau (Mora) en een trekzaag (Silky Gomboy) te leen. Op de bankjes lagen rendiervellen die lekker warm waren. Menig vel verdween in de nacht richting een tarp.

Twee standen van Silky Gomboy zaag

Mesveiligheid

Terwijl de vis gaarde, kregen wij instructie om ons onderkomen te bouwen voor de nacht: een tarp spannen tussen twee bomen. Maar eerst kregen een lesje mesveiligheid, want we begonnen met onze eigen haringen snijden.

De adviezen mesveiligheid:

  • Niet lopen met een open mes of zaag;
  • Niet het mes open neerleggen;
  • Niet met de hand om de schede het mes er uittrekken;
  • Duim om de vingers op het heft;
  • Geen kracht op het mes zetten;
  • Op trekzaag alleen kracht bij trekken;
  • Zaag kan op twee standen ingesteld worden;
  • Aangeven met scherpe kant lemmet omhoog en heft naar ontvanger.

Instructie mes draaien en aangeven

De haringen moesten we maken van verse takken van de Amerikaanse vogelkers, een exoot. Dus leerden we die eerst herkennen. Aan de streepjes op de schors, het gekartelde blad, aan besjes die zwarter zijn dan de bosbes (in een ander seizoen). We mochten het niet verwarren met sporkehout, dat ook op de locatie groeide. Bij twijfel een stukje bast van tak openkrabben en ruiken: de Amerikaanse vogelkers ruikt kruidig, naar speculaas of amandel (de associaties in de groep liepen wat uiteen). Terwijl sporkehout viezig ruikt. We gingen takken zagen ter lengte van een onderarm en duimdik.

Amerikaanse vogelkers herkennen

Er werd ons geleerd de takken af te zagen met de tak in de knieholte, terwijl we overhands de tak vasthielden.

Veilig tak afzagen

Daarna maakten we drievlaks punten aan de stok, dat is sterker dan een ronde punt. Het verschil tussen snijden en schaven werd uitgelegd. Met snijden gebruik je het hele snijvlak van het mes. Om veilig te snijden waren er diverse technieken, zoals de chest pull, waarbij je het mes een kwartslag draait in je hand, met de scherpe kant naar buiten. Ellenbogen tegen de zij en dan de handen uit elkaar trekken.

Knietechniek om driekantige punt aan haring te snijden

De meesten gebruikten de knietechniek, waarbij een rechtshandige met het linkerbeen naar voren geknield het mes tegen de pees van de knie houdt, terwijl je de stok naar achteren langs het mes trekt. Het mes moet wegblijven bij de binnenkant van het been, waar alle belangrijke aderen lopen.

Haringen maken van takken

De haringen werden afgemaakt met een inkeping voor de scheerlijn. Eerst het mes met een dikke tak in het hout slaan en daarna insnijden met de duimtechniek. De haring werd aan de bovenkant afgestompt, zodat deze bij het in de grond slaan niet zo gauw zou gaan splijten. Dit werkte inderdaad erg goed.

Tarp bouwen

Er was eerst aandacht voor de plaats van de tarp. Niet onder grote dennen of in een beukenbos. Van grote dennen breken de takken makkelijk af en een beukenbos is gevaarlijk. Door de korte houtvezels knappen takken makkelijk. Verder wil je natuurlijk niet op een schuin stuk grond staan, op een mierenroute of in een kuil. De bomen moeten ook nog op gustige afstand van elkaar staan: niet te dichtbij maar ook zeker niet te ver uit elkaar.

We kregen een tarp van het merk DD Hammocks, van ongeveer vijf meter lang en drie meter breed. Deze was op een speciale manier opgevouwen in een vierkant, waarbij de lijn die aan de bomen geknoopt moest worden, er omheen gewikkeld zat.

Opgevouwen tarp

Paracord
De tarp werd gebouwd door deze over een stuk paracord tussen twee bomen te spannen. Bij kou ongeveer op navelhoogte. Je begint bij de gladste of dunste boom met knopen. Hiervoor werd ons de syberische knoop uitgelegd, die je ook makkelijk kunt maken in de kou. We kregen handige ezelsbruggetjes, zoals dat de beweging die je met je hand moet maken er een is van ‘talk to the hand’. De lijn werd aan de andere boom vastgemaakt met de taut tarp hitch.

Taut tarp hitch om tarp aan tweede boom te knopen

De buitenste lusjes van de tarp in de nok bleven op het paracord mooi uit elkaar staan met een pruisische knoop. Dit knoopje bestaat uit een lusje met oneven uiteinden. Je kan er een poppetje inzien, dat kopje duikelt over de draad terwijl de beentjes door het hoofd gaan. Dit doe je twee keer achter elkaar. De uiteinden knoop je om de lus van de tarp.

Prusik knot of Pruisische knoop trekt zich vast

Tot slot werden de vier hoeken van de tarp vastgezet aan onze nieuw gemaakte haringen met een verstelbare knoop, de adjustable guideline. Je maakt een lus om de haring, uiteinde gaat richting de tarp. Draai vervolgens de lijn drie keer om de lijn naar beneden (alsof een brandweermannetje drie keer ronddraaiend afdaalt langs brandweerpaal) en daarna afknopen met een lusje in een lusje. Met deze knoop kan je later de scheerlijnen nog strakker zetten door de knoop op te schuiven naar boven.

Gezien de links in de tekst zijn er verschillende manieren om een bepaalde knoop te doen. Hoe wij het exact geleerd hebben, is te zien in een video van Siegurd over een tarp knopen.

Geul
Mocht je last hebben van regen dat onder de tarp doorspoelt, maak dan een geul, net onder de tarp.

Toen de tarpen van iedereen eenmaal stonden en de slaapmatten opgepompt waren, was het avondmaal met de vers gerookte zalm klaar.

De tarpen van iedereen staan opgesteld

Vuur maken

’s Ochtends was er een ware buffettafel met het ontbijt. Brood, beleg, muësli en koeienmelk en -joghurt met aardbei. Lunch bestond uit brood en soep.

Veel aandacht was er op de tweede dag voor het maken van vuur. Eerst de theorie over de branddriehoek, dat er drie dingen nodig zijn om hout te laten branden.

Cursusleider Linda legt ons de branddriehoek uit

Hardhout als eiken moet eerst drieëneenhalf jaar drogen voordat je het kan stoken. Een vuur begint echter met droge twijgjes en takjes.

Brandhout
Goed brandhout kun je herkennen aan een aantal zaken:

  • Droog hout door te breken: hoe harder de knak, hoe droger de tak.
  • Door de kopse kant van een tak tegen de lippen te houden: worden de lippen koud, dan is de tak nog te nat.
  • In natte omstandigheden kan je het beste op zoek naar hout zonder schors.
  • Vermolmd hout geeft geen warmte.
  • Dennenhout is goed om vuur te starten. Het geeft veel licht, hierdoor ideaal voor een kampvuur in het donker. Het is echter snel weg en het geeft geen kolen.

We leerden dit weekend om een vuur aan te maken met een firesteel. Er werden army firesteels van Light My Fire ter beschikking gesteld voor dit doel, die zijn wat dikker en zullen minder snel uithollen en breken. Die van ons van Decathlon deed het ook goed (wordt niet meer verkocht, deze lijkt erop). Het begon met uitleg van waar tondel (tinder in Engels) aan moet voldoen.

Tondel
Kenmerken tondel:

  • droog;
  • dood;
  • pluizig.

Er zijn verschillende materialen in het bos te vinden die goed werken. Zoals de tondelzwam, de schilvertjes van de stam van de papierberk en ‘fatwood’, dat niets anders is dan harshoudend hout van de grove den. In natte omstandigheden gebruik je voor een latere fase ook zogeheten ‘feathersticks’. Verder kan je sisaltouw uit elkaar plukken (dit touw wordt gemaakt van agaveblad). Ook baardmos is geschikt, dat onder in een sparretje kan groeien. Niet geschikt als tondel is dood blad (verkruimelt).

Berkenbast schrapen om tondel te maken

Van berkenbast schraap je met je mes kleine velletjes. Dit doe je het veiligste tussen je wijsvinger en duim, terwijl je de andere vingers optilt. Maak alleen een schrapende beweging over de bast naar je toe. Het handige is dat berken makkelijk herkenbaar zijn aan de witte schors en dat ze overal voorkomen op het noordelijk halfrond.

Schraapbeweging op berkenbast en plaatsing vingers

Je kan ook tondel maken door wit katoen te verkolen in een blik met een klein gaatje (zodat de overdruk kan ontsnappen). Dat blik zet je in het vuur. Uit het gaatje zie je rook komen. Wit katoen is het handigste, omdat je daar het beste aan kunt zien of het helemaal verkoold is.

Katoen verkolen in blik

We gingen op expeditie in het bos om fatwood op te halen voor de tondel. Even van het pad af, zodat wandelaars niet geconfronteerd worden met allemaal afgezaagde takken van dode bomen. Dat ziet er niet natuurlijk uit. Op omgevallen grove dennen leerden we te luisteren naar het tikken van onze messen op dikke takken nabij de aanhechting bij de stam. Maar eerst moesten we natuurlijk leren om de grove den te determineren. De schors is grof en wordt roodachtig naar boven toe. Verder staan de naalden van dennen altijd in paren (duo).

Takken die hars bevatten, klinken glasachtig. Overigens klinkt bij vorst alles glazig. Fatwood zaagt ook zwaarder maar daar hadden onze superscherpe zaagjes geen enkel probleem mee. Het harshoudende hout is op de stompe kant herkenbaar aan de wat rozig-oranje kleur in het verder lichtgele hout. We zaagden deze takken af en namen een stuk van zo’n twintig centimeter mee naar het kamp. De afgezaagde plekken bedekten we met mos: leave no trace.

Daar gingen we deze stammetjes in pizzapuntjes kloven door ze te batoneren met onze bushcraftmessen. Mes overdwars bovenop, heft tegen de stam en er een klap op geven met een flinke tak. Het hout splijt dan in tweeën. Als dit niet meteen helemaal lukt, was het handig als je het handvat tegen de stam had gezet. De punt van je mes steekt dan nog uit en kon zo een tweede tik krijgen. Om dit veilig te doen, zet je nooit kracht op het mes, dus niet erop gaan leunen.

Batoneren: met mes stam splijten

Elke tak werd ongeveer in acht puntjes gekloofd. Op de scherpe kant van de ‘pizzapunt’ kon je met je mes er nu tondel vanaf schrapen.

Een mooi partje fatwood om tondel van af te schrapen

Hierna moesten we hout gaan sprokkelen, het liefst van de berk of spar. Een vuur stook je met zeven opeenvolgende diktes van hout. Beginnende met de dunste dode twijgjes, liefst degene die nog aan de boom zitten omdat wat op de grond ligt, vochtig kan zijn. Het bos van het Leersumse Veld is zeer drassig, dus hier is dat zeker een probleem. We moesten de eerste twee fases hout sprokkelen: twijgjes en iets dikkere takjes. Hier maak je twee takkenbossen van, een hand vol, in de vorm en lengte alsof ze aan een heksenbezemsteel moeten komen.

Linda maakt vuur met twee takkenbosjes fase 1 en 2 brandhout

Vervolgens gingen we vuur maken. Hierbij moesten we op een aantal zaken letten voor de plek:

  • wind in de rug,
  • niet bij naaldboom, veen, turf of heide in verband met de brandbaarheid,
  • in gat gegraven tot op zandlaag.

Als de grond trilt als je erop stampt, dan is deze erg zuurstofrijk. Aangezien de hitte van een vuur ook verspreidt via de grond, is dat erg brandgevaarlijk.

In een kringetje gingen we aan de slag om het begin van een vuur te maken. Firesteel op 45 graden neerzetten in de tondel en met de lange zijde van de schraper hard en langzaam strijken. Ondertussen de hoek van het afstrijkijzer gelijk houden. Er waren verschillende technieken. Belangrijk was dat je vinger er niet onder kwam, zodat het strijkijzer zo ver mogelijk kon komen. Zodra er een vlammetje was, hield je de twee takkenbossen er gekruist boven, uiteraard de dunste takjes onderaan. En voilà, we hadden vuur gemaakt. Nu hadden we dit al eens geoefend op het Saint Christopher kamp, dus vonden we het niet zo moeilijk.

Potstand bouwen

Hierna kregen we uitleg over hoe je een potstand kunt bouwen. Dat kan met een driepoot boven het vuur of een lange stok die leunt op een Y-vormige stok, die in de grond is gestoken, en aan de lage kant wordt gezekerd door er een tak met een zijtak overheen vast te steken in de grond.

Potstand

De pan met hengsel wordt ook aan een tak gehangen met een zijtak, de pothaak. Hierbij moet je goed opletten of de haak (zijtak) niet te lang is voor de afstand hengsel-deksel. De pothaak kan je op twee manieren ophangen, met de zijtak naar beneden of naar boven. Een andere oplossing is de pan aan een stuk paracord ophangen in een driepoot van drie Y-takken, dan kan je met een zelfgemaakte haring de lengte nog wat variëren.

Pothaak op twee manieren

Het was een intensief dagje met veel indrukken en uitleg en om half 4 zaten we er eigenlijk best een beetje doorheen. Even chillen en een kopje koffie zou welkom zijn. Er was wel koffie maar we kregen ook te horen dat er vanavond niet voor ons werd gekookt door de kampleiding maar dat we zelf aan de slag moesten voor het avondeten. We kregen een hele kip gewikkeld in aluminiumfolie en een bak met groenten: aardappelen, wortelen, uien, knoflook, paprika. Er werden drie groepjes van vier gevormd en we moesten het maar uitzoeken.

Een pothaak maken begint met het inslaan van twee kerven als een X over elkaar

Het duurde drieëneenhalf uur voordat we aan de dis zaten want we moesten tondel maken, hout sprokkelen, een potstand bouwen, vuur aan de praat krijgen, de groente snijen en uitvogelen hoe we in vredesnaam een kip moesten klaarmaken (hij belandde in aluminiumfolie in de kolen). Het resultaat van de maaltijd was boven verwachting goed.

 

Planten, en waar ze voor te gebruiken

Cursisten bekijken een berk

Op de derde dag maakten we een boswandeling waarin Linda ons attent maakte op materialen waar je dingen van kunt maken, zoals haar hoed, die gemaakt is van twee tondelzwammen. Ook giftige en eetbare planten kwamen aan bod:

  • Taxus: giftig, sterk en buigzaam, geschikt voor het maken van speren en bogen;
  • Essen: ook geschikt voor bogen;
  • Eik: hardhout met veel looizuren, moet eerst in regen om de tanines uit te spoelen. Bast ziet eruit als olifantshuid. Ook looizuur in eikels, spoel deze in stortbak. Geschikt om leer mee te tannen;
  • Berk, bekend van Wilma’s oil, dat berkenteer bevat. Berkenteer blijft flexibel. Werkt tegen muggen. De berkenweerschijnzwam (chaga) is een anti-oxidant die in de thee kan. Is oranje van binnen;

Berkenweerschijnzwam (Chaga)

  • Linda liet ook zien hoe je berkensap kunt aftappen. Een bron van suiker (koolhydraten) en calcium onder andere.

Een druppel berkensap uit een tak

  • Dennen, naalden in duo, of per 5 of 7. Geschikt voor fatwood tondel, hars wordt ook gebruikt voor lijm;
  • Spar: jonge naalden bevatten vitamine C. Je kan sparrensiroop maken met afwisselend een laagje suiker en naalden. Begraaf de pot zes maanden in de grond. De dunne takjes zijn goed voor het aanmaken van vuur. Van sparrenwortels kan je binddraadjes maken;
  • Larix: giftig, verliest zijn naalden in de winter;

Larix

  • Beukenbos: geen ondergroei, beukennoten en onder beuken is een volledig paarse paddenstoel te vinden die eetbaar is, de amethistzwam, ook wel rodekoolzwam (Laccaria Amethysta) . Paddenstoelen moet je altijd verwarmen voor consumptie.
  • Tamme kastanjes; lekker om te roosteren;

Blad van tamme kastanje

  • Bramen: voor touw;
  • Brandnetels: superfood;
  • Kleefkruid, hondsdraf: eetbaar.

Speenkruid is na bloeien giftig en moet niet verward worden met hondsdraf.

Links hondsdraf, rechts speenkruid

Wie moeite heeft met het herkennen van dierensporen en planten kan gebruik maken van de apps:

Mes slijpen

Terug in het kamp was er aandacht voor de verschillende vormen van messen en het slijpen van messen.  Het was een introductie op slijpen, er bestaat een aparte avondworkshop slijpen waarin je zelf messen, bijlen en ander scherp gereedschap leert slijpen. Ons Mora bushcraftmes heeft een scandi messnede, dit is makkelijk te slijpen. Het is ook makkelijker te slijpen omdat het van carbonstaal is gemaakt. Een goede dubbelzijdige slijpsteen volstaat om dit koolstofstalen mes scherp te houden.

Doorsneden lemmet, verschillende messnedes

Om te testen of je mes geslepen moet worden kijk je op de snee voor bramen. Als je op de snee kunt kijken is het mes bot. Vervolgens zet je het mes op je duimnagel. Blijft het staan, dan is het nog scherp genoeg. Glijdt het eraf, dan moet het geslepen worden.

Je begint met het gummen van het mes. Gummen kan met een roestgum, met een Garryson Garryflex schuurblok of met as.

Uitleg messen slijpen

Een wetstone slijpsteen laat je vijf minuten weken in water. De getallen op de slijpsteen zeggen iets over de grofheid. Een 3000 korrel is fijner dan 1000, net zoals bij schuurpapier. Grotere slijpstenen voor thuisgebruik komen soms met een rubber houder, zodat de steen beter op de tafel blijft liggen.

Slijpsteen
Je legt het mes plat overdwars op de slijpsteen, te beginnen op de grovere kant. Dan kantel je het mes op de afgevlakte zaagsnede. Slijpen doe je door het mes met je vingers op het lemmet van je af te duwen, dus tegen de snede in. Om te zien of je goed overal geslepen hebt, kan je de snede instiften om te zien of je overal bent geweest en je goed slijpt. Het afduwen van het mes doe je met de vorm van het mes mee. Dus met het heft naar rechts, maak je een beweging vooruit en naar rechts, zodat de hele punt ook meegenomen wordt.

Slijpbeweging met mes over slijpsteen

Je slijpt het mes aan beide kanten even vaak. En herhaalt het slijpen op de fijnere kant van de slijpsteen. Na het slijpen moet je het mes stroppen. Dit gaat in de andere richting dan de slijprichting, van de bovenkant van het lemmet naar beneden naar de snede. Zo hapt het mes niet in het leer. Stroppen kan met leer, beukenhout of aanzetstaal. Een mes met een convex vorm strop je het beste op een leren riem.

Compacte slijpsteen voor op reis

We kregen een paar compacte slijpstenen te zien in een leren hoesje, geschikt om mee te nemen. Deze hadden de aanduiding DC, wat staat voor diamant/keramisch. Een kleinere steen kan je klemmen in een uitsparing die je maakt in een tak: inslaan van twee kerven en daarna uithollen met duimtechniek. Hierna buig je de tak een beetje zodat de steen er tussen klemt.

Een gebruikte slijpsteen krijg je weer vlak door deze te schuren met een andere slijpsteen.

Leave no trace

De dag werd afgesloten met het in de praktijk brengen van het ‘leave no trace’ principe: de natuur achterlaten alsof we er nooit geweest zijn. Tarps afbreken, haringen verwijderen, potstand afbreken, vuurresten begraven en bedekken met bladeren.

Blussen
Een waar spektakel was het blussen van het vuur dat het hele weekend had gebrand in de grote tent. Water wordt er van buitenaf naar binnen cirkelvormig omheen gegoten. Er ontstond zowaar een geiser met borrelend water en veel rook. Daarna moesten we met de handen het water en modder kneden, zodat je kon voelen hoe heet de grond nog steeds was, zelfs na het opgieten van meerdere jerrycans met water.

Omdat as alkalisch/basisch is en het bos zuurder, moet de asmodder weggesmeten worden. Alsof je het bos ermee bemest. Eventuele overgebleven houtblokken zet je rechtop tegen een boom.

Praktijk
We kijken terug op een zeer intensief weekend waar we met veel plezier aan terugdenken. Onze instructrice Linda is een zeer bijzondere vrouw, die al jaren in een tent woont. En hoewel we de theorie deels beheersten, was het in de praktijk toepassen toch echt een ander verhaal. Een fijn idee is, dat als onze ultralichte haringen een keer niet voldoen vanwege slappe grond, dat we dan eerder bedenken dat we ook zelf haringen kunnen maken. Dat bushcraftmes gaat voortaan mee op reis.

Aanvullingen, tips, vragen? Laat hier je reactie achter:

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s