Liempde → Utrecht Centraal → Almere Centrum → Almere Buiten → thuis
Ik hoef Dave niet eens aan te kijken om te weten dat hij hetzelfde in zijn kop heeft als ik: in één ruk naar huis, 115 kilometer met de wind in de rug. Maar het gaat dit jaar niet lukken. De brug van Dave’s zadel is steeds verder ingescheurd en hij komt er steeds schever op te zitten. We staan nu stil bij fietswinkel nummer drie waar we vandaag langskomen. Bovendien is mijn rug eergisteren gaan protesteren en is het dus gekkenwerk om zo lang statisch in een zadel te gaan zitten.
Improvisatietalent
Vanochtend zijn we ook te laat opgestaan. Om 7.00 was ik wakker en ik schrok van hoe stijf mijn rug voelde. Alsof deze op elk moment in een onmogelijke stand kan vastschieten en het echt niet meer mogelijk is om nog op te staan van de grond. Ik kan allerlei noodzakelijke bewegingen niet meer maken en moet alternatieve manieren zoeken. Gelukkig heb ik wat improvisatietalent opgedaan de laatste jaren en wat trucs geleerd van de manueel therapeut. Wat ook niet hielp voor een vroege start van de dag was dat het nog steeds grijs en nat was na de regen van gisteravond en vannacht. Ik nam twee paracetamols in, draaide mijn mat 180 graden en ging andersom in de tent liggen. Dat was beter, de hobbels onder de mat waren nu zo dat ik nog twee uur op mijn rug kon slapen.
Het is niet alsof we laat waren gaan slapen, integendeel. Onze avondroutine is vrij simpel: binnen vijf minuten is de tent opgezet, daarna bed klaarleggen zodat de vulling in de quilt kan uitzetten en deze nog wat kan uitdampen van de avond ervoor. Spullen in de tent leggen die je daar wilt hebben, zoals je DEET, oordoppen, de plaszak en een lampje. Dat gaat snel, want die dingen zitten bij elkaar in een zakje. Dan koken, eten, afwassen en tanden poetsen. We wisselen met elkaar de foto’s uit die we die dag gemaakt hebben. Vervolgens gaat Dave zijn boeken lezen op de e-reader en schrijf ik in een notitieboekje ons reisverslag van die dag. Ook maak ik een dagverslag aan in Polarsteps, zodat een paar volgers weten waar we zijn en wat we aan het doen zijn. Als ook de ‘pyjama’ aangetrokken is (lang ondergoed van zijde of merinowol) lees ik vaak nog even kort in mijn boek. Deze vakantie was dat ‘De meeste mensen deugen’. Omdat ik veel tijd kwijt ben aan schrijven, lees ik op vakantie één boek en Dave er elf. Omdat het gisteravond licht regende lagen we al om half tien op één oor.
Kronkelen
Deze ochtend waren we nog later dan laat op pad. Door m’n rug gaan allerlei handelingen langzamer. We hadden ook helemaal nog niet nagedacht over dat dit wel eens de laatste nacht van de vakantie kon zijn. Ik had een nieuwe route gemaakt in Komoot, profiel wielrennen, want de Oeverlandroute bleek a) niet heel bijzonder en b) was vooral een oeverloze route. Dat kronkelen is leuk als je de wind níet mee hebt, dan heb je ‘m soms nog wel mee. Maar wij hadden de wind wel mee, en hoe. De wielrenroute was daarbij 45 kilometer korter, voor ons een dag minder fietsen. Nog maar 115 kilometer naar huis.
Het was de vraag bij vertrek of ik m’n been nog over het zadel kon krijgen. De dikke bassnaar in mijn rug staat te strak aangespannen. Als ik me op het te krappe toilet op de camping om de deur heen probeer te manoeuvreren zegt mijn rug ‘ploink’. Ik vrees de definitieve knak. Maar dit blijkt een knak de goede kant op. Mijn humeur gaat van zwaar bewolkt zowaar naar lichtbewolkt. Minder pijn, maar ik hou me aan de vier keer per dag slikken van paracetamol. Door pijn ga ik krampachtig bewegen en daarvan wordt m’n rug zeker niet beter.
Wielrenroute
De Komoot wielrenroute blijkt heerlijk doorfietsen. We hebben stevige wind mee, zien veel fietsstraten, overal asfalt. We fietsen langs mooie gebouwen in Vught en Den Bosch. Dave herinnert me eraan dat zijn moeder hier in het kamp heeft gezeten maar dat hoeft hij niet te doen, ik weet het. Het hele gezin was opgepakt nadat zijn opa, die politieagent was, wilde niet samenwerken met de nazi’s en was ondergedoken. Om hem uit te roken werd zijn gezin vastgezet. Omdat we Vught associëren met iets lelijks, zijn we verbaasd over de mooie grote en statige panden waar we langs fietsen.
Den Bosch zijn we net als Eindhoven gisteren, snel door. Overal snel groen licht voor fietsers en brede rode fietspaden. Hier kunnen veel steden een voorbeeld aan nemen.
We eten een uitsmijter bij chauffeurscafé-restaurant Treurenburg, hier zijn douchegelegenheden voor vrachtwagenchauffeurs. De naam is toepasselijk, je kunt er niet rookvrij zitten dus zitten we buiten op het natte terras. Maar het eten komt snel en is goed.
Af en toe vallen vandaag wat spetters maar het is nog steeds warm en soms schijnt ook de zon. We steken de Maas over via een brug.
Voortrazend autoverkeer
Zo’n tien kilometer verder zijn we bij Zaltbommel. De brug hier is indrukwekkend. Automatisch denk ik hier aan het filenieuws. “Bij de brug van Zaltbommel…” We steken hier de Waal over, tegelijkertijd met zes banen voortrazend autoverkeer op de A2. Het past wel bij de sfeer van het naar huis rijden na een autovakantie. Eindeloze snelwegen en stoppen bij wegrestaurants op rustplaatsen. Rechts ligt een stalen spoorbrug in Eiffeltorenstijl.
De dijk aan de overkant van de Waal wordt versterkt, een shovel rijdt over een verse aarden wal. In Waardenburg komen we langs een tweede fietswinkel. Het begint een ritueel te worden: Dave gaat naar binnen om een geschikt zadel te vinden. Maar de zadels zijn ofwel te smal of te zacht. Bijna alle zadels die verkocht worden in winkels zijn tegenwoordig gelzadels. Die zijn leuk om even boodschappen mee te doen maar niet geschikt voor een vakantiefietser die dagelijks uren op zijn zadel doorbrengt.
Terugweg
Nu we de Oeverlandroute hebben verlaten zijn we echt op weg naar huis. Ik zou dat waarschijnlijk ook hebben als we de trein naar Wenen zouden nemen om vanaf daar naar huis te fietsen. Psychologisch werkt het voor mij beter om naar Wenen te fietsen en dan met de trein terug naar huis. Ik probeer op de terugweg mezelf altijd wijs te maken dat het nog steeds vakantie is maar dat lukt nooit.
We komen in het gebied van de fruitstalletjes. Af en toe heb ik het gevoel dat we reizen tussen de sectoren in het land Panem van het boek The Hunger Games. Restanten van mijnbouw in Limburg (District 12), alle stinkende varkensstallen in Brabant (District 10) en nu op een rotonde in Geldermalsen staat een reuzenformaat fruitkist ter versiering, vlak voordat we de Linge kruisen (District 11).
De Lek steken we over met een gierpont bij Beusichem. Die maakt voor de snelheid niet meer alleen gebruik van de stroming voor de voortbeweging. We warmen onze achtersten op het deksel van de machineruimte. We herkennen de omgeving omdat we hier eerder zijn geweest tijdens een fietstocht met de ligfietsvereniging.
Tot drie keer toe vliegt er een Chinook over, de derde keer besluit ik er dan maar eens een foto van te maken. Naast de weg zien we borden die aangeven dat hier een militair oefenterrein is.
We krijgen steeds meer de wind van opzij in plaats van achteren. Ik kijk naar de route en zie dat deze een soort knik maakt richting het westen. Onhandig. Vlak voor Odijk begint het opeens te gieten. Aan de overkant van de weg ontwaren we een camping, genaamd ‘Prinsenhof’. Op zich is het een mooie tijd om een camping op te zoeken. We besluiten de weg over te steken om er even te kijken, ook al willen we allebei eigenlijk verder. We kunnen er onder een afdak even schuilen als het begint te hozen, volgens de app Buienalarm valt er twee keer zoveel regen als tijdens een zware bui.
De camping hier vinden we allebei vreselijk deprimerend. Een veld met links en rechts caravans in een rechte lijn opgesteld met allemaal dezelfde grijze voortenten. Bovendien is het een weiland zonder beschutting en dus nu drijfnat. We zien geen opties verderop op de kaart. “Als we ergens goed kunnen eten,” begint Dave, “het is nog tot tien uur licht en mijn benen voelen goed.” Mijn benen voelen ook goed maar wat willen we eigenlijk bewijzen en voor wie? Het zadel zakt steeds verder door en mijn rug houdt het wel met paracetamol maar is het ook verstandig? We zien fietsbordjes die aangeven dat Utrecht nog maar twaalf kilometer is. Gezien de zwakke rug en het brakke zadel besluiten we de koers te wijzigen naar Utrecht Centraal, om daar op de trein te stappen naar huis.
Reserveren
Eenmaal op Utrecht Centraal proberen we in de NS-app in te loggen om de trein te reserveren want dit is deze zomer voor het eerst verplicht. Alleen een fietskaartje voldoet niet meer. Maar de 4G-ontvangst op Utrecht Centraal is notoir: er zijn teveel mensen die daar het mobiele netwerk gebruiken. Pas bij station Overvecht krijg je weer connectie. En dus krijgen we foutmelding na foutmelding. Zogenaamd kunnen we niet inloggen met de in de iPhone opgeslagen correcte inloggegevens. We besluiten dat dit overmacht is en stappen zonder reservering met onze fietsen op de trein. Bij Overvecht blijkt dat we niet kunnen reserveren voor deze trein, omdat er geen fietsplekken meer zijn. We zijn de enigen met een fiets, en op de krappe fietsplek mogen twee fietsen staan.
Op Almere Centraal is er een verrassing: het station wordt verbouwd en daarom zijn er tijdelijk geen liften meer. Ook is er geen goot voor een fiets langs de trap. Met mijn rug en Dave’s liesbreuk is de fiets en bagage de trap afslepen echt geen optie. We stappen weer zonder reservering op een volgende trein naar Almere Buiten want die vertrekt al vier minuten later. Almere Buiten heeft een helling die het altijd doet, in tegenstelling tot een lift. Tot ons afgrijzen blijkt de hellingbaan in Almere Buiten niet meer te bestaan en te zijn vervangen door een lift. Die het gelukkig wel doet. Maar waarom niet en-en, beste ProRail? Waarom kosten maken om een helling te verwijderen? Poortjes stonden er al.
Einde-vakantie blues
Achteraf hadden we beter naar onze wielrenroute moeten kijken, deze leek de Utrechtse Heuvelrug te vermijden, terwijl daar allerlei kampeermogelijkheden zijn. In een bos en op zandgrond is het beter vertoeven dan in een weiland als het regent (of vriest of waait of eigenlijk altijd). Hierdoor misten we een laatste dag fietsen, maar het is goed zo. We hadden allebei het gevoel op de terugweg te zijn en dat heeft altijd iets triests. Om deze einde-vakantie blues te bestrijden eindigen we graag met een grandioze eindsprint maar dat zat er dit keer niet in.
De volgende dag thuis gingen we druk in de weer met het contacteren van leveranciers van onze Zpacks tent, Brooks zadel, Alite stoeltje etc. om alles wat stuk ging deze vakantie weer gerepareerd te krijgen. Inclusief onszelf.
Anders dan anders
We kijken terug op een prachtige vakantie waarin we ontzettend veel geluk hadden met het weer en de wind, een prachtige route reden en ontzettend veel leuke overnachtingsplekken zijn tegengekomen. Omdat we al heel vaak en veel gefietst hebben in Nederland, vonden we de terugweg niet echt bijzonder. De onverharde TNNZ was echt anders dan anders.
In totaal fietsten we 17 dagen waarvan twaalf op de TNNZ (een klein stukje van circa acht kilometer op de eerste dag niet meegeteld) en hielden we drie rustdagen. Totale afstand ongeveer 800 kilometer.