Natuurkampeerterrein Borgen (Drouwen) → Boheems Paradijs (Holsloot)
We worden wakker op Borger in een soort mist. Het is heel vochtig en grijs. Mijn was hangt droog onder het afdak van het houthok. Helaas voelt de zeem nog erg nat. En zelfs het synthetische grijze Alpkit-shirt. Ik mis dus een extra fietsshirt voor als ik het shirt wil wassen en het door omstandigheden niet op tijd droog is geworden.
Ik mis eigenlijk ook een wollen T-shirt met lange mouwen voor ’s avonds. Een muggenwerend overhemd is handig, maar soms een beetje te fris met alleen een T-shirt met korte mouwen eronder. En nu heb ik er gisteren ook nog in gefietst omdat het te warm was voor het synthetische shirt met lange mouwen. Dat shirt voelt aan alsof het van gerecyclede petflessen is gemaakt. Ik mis dus een merinowollen T-shirt met lange mouwen. Het is het nadeel van langer onderweg zijn in een gematigd klimaat: je komt meer soorten weer tegen dan alleen in een weekend waar je het van tevoren een beetje kan inschatten en pas thuis dingen hoeft te wassen. Daardoor heb je iets meer kleding nodig op vakanties.
Ook heb ik maar één wollen onderbroek bij me om te dragen onder mijn ‘pyjamabroek’, een zijden legging. Er moet een onderbroek onder want zijde schijnt door en soms moet je ’s nachts de tent uit. Hoewel ik die natuurlijk kan afwisselen met een gewone onderbroek van microfiber als ik de wollen een keer wil wassen, dus dit is geen ramp.
Muggen
We zijn heel blij met onze UV- en insectwerende overhemden. Muggen vragen we nu beleefd om op onze shirts plaats te nemen voor euthanasie in plaats van ze agressief dood te wensen.
Er komt hier ’s ochtends een bakker waar we voor ieder een muffin en twee bladerdeegachtige broodjes kopen. We hebben namelijk geen beleg voor gewone broodjes. Het is tenminste weer eens wat anders dan muësli met melkpoeder, wat we viezer vinden dan we ons kunnen herinneren. Vanwege de bakker en het drogen van de tent zijn we wat laat vertrokken, rond elf uur.
Het blijft vandaag heel vochtig en warm. Op een gegeven moment valt er lichte regen maar het is zo warm dat het niet uitmaakt. Een shirt dat al nat is van het zweet, daar kan nog wel wat lichte regen bij, dat brengt juist verkoeling. In een regenjas ga je nu dood. Voor dit weer zou je een waterdicht gilet willen hebben. Dan kan je met blote armen fietsen.
Bramenstruiken
We treffen weer een zerotrack langs een akker. Ik heb mijn onderbeen opengehaald aan de doornen van bramenstruiken. Dat is een venijnige doorn die zich vasthaakt en dan door je huid trekt. Ze zaten ook door de stof van mijn Ortlieb Gravelpack zijtasjes dus die zijn nu niet meer helemaal waterdicht. Sowieso hangen de rafels erbij van de zijtas en dit is pas de tweede vakantie dat ik ze gebruik.
De doornen steken verder in mijn fietsband en in een handvat. Je kan deze route beter volgen als de bramenstruiken nog niet zo hoog staan. En wat is er gebeurd met die relatief onschuldige brandnetel? Deze lijkt wel te worden verdrongen door bramenstruiken overal.
Keienpaden
We hebben de TNNZ-route in Komoot opgedeeld in twaalf etappes en elke dag proberen we de dagetappe te te halen. Daarna moeten we nog fietsen naar een camping of iets anders waar we kunnen douchen en slapen. Vandaag rijden we veel onverhard en van die voor deze streek typische keienpaden. Die zijn met onze dikke banden een stuk beter te doen dan een paar jaar geleden met de Gazelle Kathmandu met geveerde voorvork.
We moeten een hoog boogbruggetje over. Aan beide kanten zijn er zigzag hekjes neergezet om de hindernis wat interessanter te maken want nu kan je geen aanloop nemen. Met een laag verzet gaan we door de hekjes zonder ze aan te raken met de fietstassen en dan beklimmen we de boogbrug, remmen op tijd af om weer in het zadel door de zigzaghekjes te gaan. Leuk dat ze het zo aanleggen voor fietsers! Dit soort uitdagingen maken de route afwisselend.
Drijfzand
Dat het vochtig is zien we ook aan de vele plassen op de zandpaden. Bij een mooi smal pad langs een meer, dat voor ons verscholen bleef achter het groen, hebben ze zelfs voor de zekerheid maar een bord neergezet dat ons waarschuwt voor drijfzand. Beetje overdreven maar het maakt de route wel spannender.
Doordat vandaag bijna de hele route onverhard is, schiet het niet echt op. Na drie uur fietsen zijn we pas op de helft. We krijgen een technisch MTB-stukje voor de kiezen, met een soort van kamelenbulten allemaal achter elkaar. Gaat ook nog goed met alle kampeerbagage. Meer van dit soort stukjes en dan denken we nog dat we het kunnen, dat mountainbiken.
Als we in het bos op een slagboom krentenbollen zitten te eten voor lunch komt er een wat ouder stel langs op e-bikes met de hond in een fietskar. We staan lang met ze te praten. Ze nemen ook de onverharde paden zodat de hond lekker los kan lopen. Overigens denken we bij elke slagboom die we zien aan Erwin.
Ketting eraf
Ik denk dat er een tak in mijn aandrijving is gekomen want opeens ligt m’n ketting er voor en achter af, en deze zit meteen goed vast tussen spaken en cassette. Gelukkig heb ik van een ligfietser ooit een goede truc geleerd: achteruit lopen met je fiets. De ketting staat dan niet meer strak en dan kan je ‘m weer over het voorblad leggen. Vervolgens nog een stukje achteruit en ik kon ‘m ook weer over het tandwiel van de cassette leggen. Op dit soort momenten ben je blij dat je je ketting smeert met wax: geen zwarte handen.

Helaas zie je op foto’s nooit zo goed diepte maar je ziet wel dat Belle’s hoofd onder het maaiveld zit
We denken ergens te kunnen doorsteken waar de route een vreemde lus maakt. Als we bij de oversteek bij een N-weg staan, zien we dat die is weggehaald. Aan de overkant ligt een doodlopende weg die eindigt bij een greppel van twee meter diep. Ook aan onze kant zit zo’n greppel. We houden niet van terugfietsen en dus gaan we met de fietsen door de eerste greppel heen naar de overkant. Als ik erin sta, zit mijn hoofd onder het maaiveld. De tweede greppel lijkt meer op een sloot. Wederom twee meter diep maar nu met een laag vies water dat mijn schoenen en sokken inloopt als ik probeer mijn fiets weer de steile kant op te duwen. De hele actie, inclusief het uitwringen van onze sokken, duurt langer dan dat we het lusje zouden hebben omgefietst. Gelukkig houden we ondanks de natte sokken warme voeten.
Ondanks het ontbijt van de bakker hebben we toch niet goed gegeten. Door de route door de natuur komen we niet automatisch langs uitsmijters en we moeten voor de lunch terugvallen op de krentenbollen. We merken dat we energietekort hebben aan het einde van de dag. Vandaar dat het ook niet opschiet.
De eerste camping die we opzoeken, in Dalerveen, die volgens de kaart moet bestaan, blijkt er niet meer te zijn. De bewoner van het adres geeft aan dat een andere camping ook niet meer bestaat. Hij verwijst ons naar camping het Boheems Paradijs in Holsloot, slechts een klein stukje fietsen verderop.
Het Boheems Paradijs blijkt een erg mooie en rustige camping en heeft ook een slechtweervoorziening. In een ruimte staan banken, eettafels en er is een keukentje met waterkoker. Dat scheelt spiritus en tijd!
Klassieke woonwagens
De camping lijkt wel een museum met een verzameling klassieke woonwagens en caravans. Deze kan je huren maar wij zetten de tent ertussen op. Er hangen lampjes en buiten staat een grote eettafel. Het ziet er allemaal sfeervol uit.
Er scharrelen kippen rond op de camping en opeens trekt er een optochtje van grappig uitziende wandelende eenden voorbij. Eigenaar Freek lokt ze met voedsel en legt uit dat het loopeenden zijn. ’s Nachts gaan ze het hok in. Volgens hem zijn ze veel socialer dan kippen, die een rangorde hebben en elkaar pikken. Loopeenden beschermen juist de kleinsten en zorgen dat iedereen te eten krijgt. Ze zijn ideaal voor in de tuin want ze eten alle slakken op.
We gaan op zoek naar cellotape om de tape op de nok van de tent mee vast te plakken want er wordt regen verwacht. Het is raar weer: 24ºC, grijs, extreem vochtig en geen wind. Bijna tropisch drukkend. Vanwege de verwachte hoge neerslag hebben we voor morgen en overmorgen een B&B geboekt. Als je voor twee nachten boekt lijkt het meteen erg duur: 180 euro.