Bob de boswachter gaf ons een kijkje achter de schermen van de natuur in Nederland. We kwamen op plekken waar je normaal niet mag komen. Het werd duidelijk waarom.
Met een groep kregen we van de boswachter een rondleiding in de omgeving van de Leersumsche Plassen op de Utrechtse Heuvelrug. Dierensporen was het thema van de wandeling. Dat bleek al snel níet over pootafdrukken te gaan maar over reeënbedjes, snuitputjes en de restanten van dood wild. Omdat we met een groep natuurliefhebbers waren die weten wat de leave no trace principes inhouden, werden we meegenomen naar plekken die normaal verboden toegang zijn in het gebied. Een kijkje achter de schermen bij Staatsbosbeheer (SBB).
Leerzaam was om te zien waarom Staatsbosbeheer bepaalde plekken afsluit voor het gebied. We werden meegenomen naar een zogeheten knekelbak, waar gevonden dood wild in wordt gedeponeerd. Allerlei dieren maken daar weer gebruik van, waardoor slechts wat kaakbotten, een schedeltje en wat haar was achtergebleven. Een ander stuk bos was niet toegankelijk voor publiek zodat paddenstoelen daar ongestoord kunnen groeien.
Bij elk vogelgeluidje wist Bob de boswachter wat er rondvloog: specht, raaf, buizerd. Helaas zagen we de raven niet. We werden gewezen op snuitputjes in de grond, gemaakt door een das op zoek naar larven. Er was ook een dassenburcht in de buurt maar dassen laten zich alleen ’s nachts zien. We verstoorden twee slapende reeën, maar dat gaf de kans om een reeënbedje te bekijken: een kaal ondiep kuiltje in de grond, dat opviel in de verder groene ondergrond.
Reeën veroorzaken veel schade aan nieuw ontspruitende bomen, daarom omheint Staatsbosbeheer sommige stukken bos om nieuwe bomen een kans te geven. We werden ook gewezen op Japanse duizendknoop, een exoot waarvan ze nog niet weten hoe ze die kunnen uitroeien en waarvan een stukje ter grote van een centimeter al een hele nieuwe plaag kan veroorzaken. Door de plant te bemaaien in bermen heeft Rijkswaterstaat het ongewild verder verspreid. Japanse duizendknoop kan de fundering van onder andere wegen en huizen aantasten.
De Leersumsche Plassen worden gevormd door regenwater en staan niet in verbinding met ander open water. Uit onderzoek is gebleken dat het zich vult volgens het principe van communicerende vaten.
Wandeling
Op twee plekken kan je als wandelaar de meren doorsteken, waardoor je kunt variëren in lengte van de wandeling. Er is ook een rolstoelpad. Het terrein is afwisselend open en bebost. Je kunt voor de wandeling parkeren bij De Veldschuur van Staatsbosbeheer. Het adres is Maarsbergseweg 18a te Leersum.
Een medewandelaar wees Dave aan waar je harsmannetjes kunt vinden. Die vind je op jonge takken van de grove den. Een rups van de harsbuilmot maakt ze. Je kunt aan de aanwezigheid van een gaatje zien of de rups is verpopt en het harsmannetje heeft verlaten. Harsmannetjes werken goed als tondel.
Verder zagen we bomen die geringd waren. Dit wordt met name gedaan bij exoten als de Amerikaanse eik en Douglas sparren. Door het afsnijden van de sapstroom sterft een boom langzaam af, zodat niet meteen alle stikstof weer vrijkomt. Er leven in staande dode bomen andere dieren en insecten dan liggende, daarom is het ook interessant om een boom staand af te laten sterven. Veel wordt de techniek momenteel niet toegepast op de Utrechtse Heuvelrug: in 2021 velde een valwind in Leersum honderd hectare aan bomen. Voorlopig zijn er genoeg dode bomen.
Bomen die Staatsbosbeheer graag alle ruimte geeft zijn eiken. Deze bomen zijn voor insecten de belangrijkste biotoop, er maken zo’n tweehonderd soorten gebruik van.
Het was een super interessante wandeling. De natuur zag er prachtig uit door de lage zonnestand en het zonnige weer. De wandeling met Bob de boswachter vond plaats tijdens de infodag van Siegurd Bushcraft & Survival. Jaarlijks is deze infodag op de laatste zaterdag van januari.