Landgraaf → Aken → Vaalserberg → Vijlen (camping Bellet)
Vandaag staat de laatste etappe van de TNNZ naar het hoogste punt van Nederland op de Vaalserberg op het programma. Het is mooi weer en na het ontbijt en het drogen van de tent gaan we op pad. De camping is slechts twee kilometer verwijderd van de plek waar we de TNNZ-route weer kunnen oppakken.
Na Heerlen komen we in het Imstenraderbos. Hier blijkt de route weer gesaboteerd. Zelfde gedonder als gisteren: meerdere boomstammen, om de 30 meter neergelegd en ook aan de zijkanten, zodat je er niet omheen kunt rijden.
Een beetje mountainbiker gaat bunny hoppend over obstakels, maar ja, wij zijn meer gravelbikers en hebben kampeerbagage. We moeten maar gaan oefenen als we ooit nog eens in Limburg willen mountainbiken:
De versperringen zijn duidelijk bewust neergelegd om mountainbikers dwars te zitten. Nergens staat er echter een bord dat je er niet mag fietsen. Als we eindelijk langs alle hindernissen in de vorm van boomstammen zijn en aan de andere kant van het Imstenraderbos zijn aangekomen, blijkt een pad langs een boerenerf niet meer te bestaan.
Er is bij de uitgang van het bos veel prikkeldraad aangebracht en er grazen koeien. Het pad dat op de kaart staat is er in werkelijkheid niet meer. Aan hoe de doorgang naar dit voormalige pad is gebarricadeerd, met verschillende stukken metaal in de grond geslagen, op een manier dat er alleen nog een wandelaar kan passeren, kan je zien dat het huisvlijt is in plaats van een officiële versperring. Omdat in Limburg meer asfalt is in de buurt van de TNNZ-route dan in de andere provincies, hebben we ook minder onverharde uitwijkmogelijkheden.
Omkeren zou betekenen dat we weer al die boomstammen over moeten met de fiets. Dat zijn we niet van plan, daarom tillen we met zijn tweeën de fietsen over de provisorische versperring van diverse palen die hier de grond in zijn geslagen. We zijn niet van plan dit vandaag nog een keer te herhalen, ook al omdat Dave met een liesbreuk kampt, hij staat op de – door corona lange – wachtlijst voor een operatie. Het tillen van de fiets is voor hem zeer pijnlijk. Dus dat is een keer. Boomstammen dat gaat nog, maar hoger tillen over afzettingen niet. We hebben 13,2 kilometer afgelegd van onze laatste TNNZ-etappe als we besluiten het bijltje erbij neer te gooien.
Zelfs over officieel gemarkeerde MTB-paden treffen we hier boomstammen aan. We roepen uit frustratie Limburg uit tot de anti-MTB-provincie. Nergens hebben we zoveel problemen gehad op de paden als hier en we zijn het helemaal zat. We vinden het heel vreemd, het komt op ons over als haat tegen mountainbikers hier in Limburg en we begrijpen niet waarom. We besluiten daarom op dit punt de mountainbikepaden te verlaten en maken een route die ons op onze alternatieve ‘gravelroute’ brengt. Die bestaat voor 1 procent uit gravel en de rest asfalt.
De omgeving is in onze ogen heel on-Nederlands. We zien houten elektriciteitspalen met porceleinen koppen die modere huizen van stroom voorzien. De wegen zijn smal en druk met auto’s en er zijn geen fietspaden. Nu we weer over verharde wegen rijden zien we veel meer cultuur dan in de afgelopen dagen.
Douane
We wippen weer de grens over bij het Zollmuseum Friedrichs. Mooi dat het voormalige grensgebouw van de douane zo behouden blijft.
Later zien we een voor ons bekend gebouw opduiken in het landschap. Het is de Uniklinik RWTH Aachen. Dit ziekenhuis en monument zagen we eerder op onze fietsvakantie in 2008, toen we via de LF-route langs de Maas waren afgezakt naar Maastricht en naar Aken fietsten.
We komen in het Duitse Aken door een fietstunnel die prachtig beschilderd is met graffiti. We zien een ‘Radservice station’ langs de weg staan, een fietsstandaard met allerlei fietsgereedschap aan staaldraden erin en een ingebouwde fietspomp. Even speel ik met de gedachte om naar de afstelling voor mijn derailleur te kijken maar we zitten midden in een drukke stad bij een bushalte en willen hier weg. Daarbij zou dan hier de bagage van de fiets moeten en ook de framebag uit de driehoek om de fiets op te kunnen hangen aan het servicestation.
De alternatieve gravelroute over voornamelijk asfalt verloopt ook niet zonder problemen. Het is mooi weer en het is druk met auto’s en wielrenners. Een waarschijnlijk flink opgevoerde tractor, die een landbouwmachine trekt, haalt ons met een noodgang in, ik wist niet dat die dingen zo hard konden. De bestuurder van de trekker moet echter uitwijken voor een tegemoetkomende motorrijder. Hij weet deze net te ontwijken door weer naar rechts te duiken. Maar de landbouwmachine is mij nog niet voorbij. Ik voel opeens warmte op mijn linker wang en stuur in een reflex de zeer smalle berm langs de weg in. Naast de weg ligt een steile bult, dus ik kan niet verder uitwijken. De dertig centimeter die ik kan uitwijken, behoeden mij voor een ernstig ongeval. De machine passeert me met hoge snelheid op 5 centimeter afstand. Dave zit achter me en ziet me bijna onder de manshoge wielen terecht komen. Hij is woedend op de chauffeur.
Doodrijden
Na afloop heb ik vragen. Zat ik teveel uit de kant? Wat als die machine niet meer warm was geweest? Dave stelt me gerust dat het niet aan mij lag. Ik fietste al uiterst rechts en hij heeft ook de motorrijder gezien, die het ook maar net heeft overleefd. Ik kan me voorstellen dat je als boer je ergert aan de toeristische drukte hier. Maar mensen bijna doodrijden? We rijden weer verhard, tussen de auto’s, en we zullen het weten. Niks ontspannen fietsen, maar proberen te overleven. We zijn het zo gewend als fietser dat we het ons normaal niet eens meer beseffen. Maar na twee weken onverhard fietsen weten wij: het is niet normaal, we zouden het niet moeten accepteren dat de meeste verkeersdoden in Nederland fietsers zijn.
Al de hele vakantie, iedere ochtend, geïnspireerd door YouTuber Ryan van Duzer, maken we een boks met onze vuisten en roepen we bezwerend:
NO CRASHIES,
NO FLATTIES,
NO WAMMIES!
We hebben daar gedurende onze vakantie nog wat aan toegevoegd:
NO BREAKIES (dingen die kapot gaan aan de fiets),
NO LOSIES (dingen verliezen die van de fiets vallen).
Wellicht heeft deze bezwering ons vandaag behoed voor erger.
Vaalserberg
Via onze ‘gravelroute’ fietsen we over asfalt de Vaalserberg op en dat is zo al uitdagend genoeg want het is een lange klim naar boven met een stijgingspercentage van gemiddeld 4 procent en uitschieters naar 10 procent. Het is een van de zwaarste beklimmingen die in Nederland te vinden zijn.
De temperatuur is ongeveer 26 graden, het is zonnig en het zweet stroomt van onze lijven. Het doet ons veel respect hebben voor wielrenners als Bas Tietema die met een stadsfiets de Mont Ventoux is opgefietst en de Col du Galibier met een vouwfiets. Vergeleken met de carbon racefietsen van de vele wielrenners hier op de Vaalserberg, die een stuk lichter ogen dan onze aluminium mountainbikes met kampeerbagage, voelen we ons ook een beetje Tietema vandaag.
Nu we over asfalt fietsen, komen we ook langs de Viergrenzenweg, die ik herken uit een leuke video van de Tim(e) Traveller. Het heet Viergrenzenweg, omdat hier ooit een neutraal gebied lag dat Moresnet heette. Destijds was het ’t enige vierlandenpunt ter wereld, al was Moresnet niet een echt land maar een zogeheten condominium. Over deze geschiedenis gaat deze grappige video:
Op de Vaalserberg komen we terecht in een complete kermis rondom het drielandenpunt. Het is een wonder dat er nog geen entree wordt geheven. Er zijn twee uitkijktorens, een doolhof, friettent, muziek, een speeltuin, etc. Het is tussen alle heisa nog zoeken naar het drielandenpunt. Een hovenier die de perkjes met de wapens van de drie landen staat te schoffelen moeten we vragen waar het is. Het blijkt een wat onopvallend paaltje te zijn met drie vlaggen erbij, een beetje verscholen onder de bomen aan de bosrand.
Na het maken van foto’s bij het drielandenpunt en het hoogste punt van Nederland, dat hier ook ligt, maken we dat we wegkomen.
We dalen de Vaalserberg af via een gravelweg met een schitterend uitzicht. We gaan echter niet de hele tijd alleen maar omlaag, het Zuid-Limburgse heuvellandschap heeft nog wat heuveltjes in petto.
We eindigen deze dag in Vijlen, vlakbij de Belgische grens, op een heel mooi verzorgde en rustige camping bij vakantiehoeve Bellet. Hier wanen we ons in Frankrijk (het warme zonnige weer en het uitzicht over de heuvels werken mee). We drinken een wijntje bij onze tent en maken de etenstas wat lichter. Lager in het dal ligt een grotere camping en het gegil van kinderen daar bereikt vervormd en afgezwakt onze camping. We horen verder veel geronk van motorfietsen in de omgeving. We zijn blij met onze rustige plek na deze vermoeiende fietsdag. We kunnen hier helaas geen rustdag houden, er is maar plek voor één nacht.
Het plan is om morgen nog naar grenspaal 12 te fietsen, het meest zuidelijke punt van NL. Vanaf daar gaat het weer noordwaarts richting huis.