Het is grijs en winderig buiten en volgens Buienradar gaat het tot een uur of twaalf af en toe licht regenen. Daarna gaat het serieus regenen dus tijd om op tijd te beginnen aan mijn ‘rondje langs de dijken’. Na een hele maand december met alle dagen nul procent zon kan je niet te kieskeurig zijn, dan kom je nooit meer aan fietsen toe.
Dit rondje van 43 kilometer is mijn favoriet. Hoewel ik het rondje al veel vaker heb gefietst, begreep ik vandaag pas waarom het rondje zo leuk is: het is de afwisseling. Het duurt een kleine tien minuten om de bebouwde kom uit fietsen, langs station Almere Oostvaarders en dan door de Oostvaardersbuurt. In de Oostvaardersbuurt zit al een leuk fietsbruggetje over water. De mensen die hier aan het water wonen, zitten mooi. Dan volgt nog een klein stukje tot de ringweg om Almere. Een eerste klimmetje om over de fietsbrug heen te komen en dan ben ik al na 2,4 kilometer de bewoning voorbij en zit ik midden in de Oostvaardersplassen. Het is zefs mogelijk om daar vanaf huis al sneller te komen via het Jan van den Boschpad, maar dat is me vaak veel te druk met wandelaars op het fietspad. Ook staat er een gevaarlijk paaltje direct na een wildrooster. Op het natte staal brak mijn velomobiel eens uit en mijn fiets mistte op een haar na die paal. Een verzoek om de paal te verwijderen is niet gehonoreerd door Staatsbosbeheer. Sindsdien mijd ik dit fietspad.
Linksaf langs de Hugo de Vriesweg zie ik edelherten tussen de bomen staan. Ik onderneem niet eens meer een poging om ze te fotograferen met mijn iPhone. Hiervoor is toch een iets grotere zoomlens nodig. Ze zijn echter goed te zien omdat in de winter alle onderbegroeiing weg is. De wandelpaden zijn alweer met linten afgesloten voor het wandelpubliek. Dat is om het door de winter verzwakte wild te beschermen tegen stress. Het Jan van den Boschpad is mooier gelegen direct langs de Oostvaardersplassen maar het fietspad is niet breed, er zitten onoverzichtelijke bochten in en het is er het hele jaar wel druk met wandelaars met honden of verrekijkers. Dus ik vervolg mijn weg richting de dijk via de Jac. P. Thijsseweg met links diverse kassen en rechts het bruin van de bomen rond de plassen. Een grote buizerd vliegt op uit een boom.
Dan volgt er weer een bescheiden klimmetje de Oostvaardersdijk op en bovenaan gekomen kijk ik over het Markermeer. Vandaag is de lucht zo grijs als het water. Er staat een behoorlijke wind: er zijn windstrepen en de golven breken. Ik schat zo’n windkracht 7. Ik ga linksaf richting het gemaal Blocq van Kuffeler met de haven in het Oostvaardersdiep. Het fietspad ligt hier beschut achter de iets hoger gelegen weg. Wat ganzen zijn het niet eens met die eenzame fietser en vertrekken onder luid protest. Iets verderop ligt direct na de brug en sluizen aan de rechterkant het bezoekerscentrum De Trekvogel. Buiten hangt een enorm spandoek “Bezoek de Lepelaarplassen”. Als ik mijn weg langs de dijk vervolg doe ik dat vanzelf. Althans, ik fiets erlangs en kijk over het water van de Lepelaarsplassen en het bruine riet. Links en rechts is er nu water. In de verte zie je de contouren van Amsterdam.
Drijvende woningen weg
Bij een stekdam in de Pampushaven ligt een enorme zwerm eenden of meerkoeten die echter voordat ik mijn iPhone heb kunnen pakken al een heel eind verderop zwemmen in de beschutting van deze noodhaven. Ik heb niet goed kunnen zien wat het was, ze hadden een kuifje op de kop of kwam dat door de wind? Even verderop zijn de drijvende woningen van de expositie Drijvend Wonen verdwenen. Deze expositie lag hier een aantal jaar maar was altijd tijdelijk bedoeld. Toch jammer, het was een bijzonder gezicht.
Bij Pampushaven ga ik de bocht om, langs het windmolenpark met molens in de kleuren van raketijsjes. Het is inmiddels begonnen met spetteren dus ik trek mijn regenbroek aan. De windstopper had ik bij vertrek al vervangen door mijn regenjack. Bij 5 graden is dit warm genoeg met een wollen T-shirt en superdun fleecetruitje eronder. Ik voel me met regenpak ook veilig voor het water van het IJmeer, waarvan de golven af en toe op de dijk omhoog spatten. Het fietspad ligt hier aan de waterkant. In de verte zie ik de woontorens bij Marina Muiderzand. De snelheid gaat door de wind op kop flink naar beneden. Als ik een beetje in de luwte van de woontorens kom is het grootste spektakel voorbij.
Onlangs heb ik een bontrandje aan de binnenkant van mijn oorkleppen van mijn pet genaaid in de hoop dat dit het gebulder van de wind af zou doen nemen maar met deze sterke wind recht van voren lijkt het nauwelijks verbetering te hebben gebracht. Ik moet mijn capuchon over mijn pet doen omdat deze anders steeds van mijn hoofd waait. Hij kan niet wegwaaien, daar zorgt een losse kinband voor, maar wel afwaaien. Eigenlijk is het jammer dat ik niet eerst één oorklep van bont heb voorzien, dan had ik het verschil kunnen testen.
Bij Marina Muiderzand komt het fietspad langs een veld met catamarans. De panden om de haven houden me in de luwte. Alles ziet er gesloten uit. Tot mijn verassing is het slingerende nieuwe fietspad langs het Almeerder Strand geheel vrijgegeven. Zelfs nu de strandtenten hier gesloten zijn ziet het er nog gezellig uit. Er zou wel iets gedaan moeten worden tegen het zand dat over het fietspad stuift. Ik slip in het mulle zand maar het hoort erbij. Ik steek de spoordijk onderdoor en passeer het Zilverstrand. Ook hier is een nieuw stukje fietspad dat nog niet op de kaart staat.
Ik vervolg mijn weg langs het water, dat vanaf hier Gooimeer heet, langs het Kromslootpark op weg naar Almere Haven. De maag is inmiddels gaan rammelen maar de horeca langs de havenkom geeft een verlaten en gesloten aanblik. Dan maar die energiereep uit de fietstas opdiepen. Mijn water begint erg koud te worden, ook al zit die in een geïsoleerde hoes van Camelbak. Voorbij Almere Haven volgt nog een stukje fietspad langs de dijk. Dan ga ik af bij de manege. Ik neem me iedere keer voor hier de volgende keer de rijbaan te nemen als ik weer door de paardenpoep op het smalle fietspad rij. Een Vlaamse Gaai landt per vergissing voor mij op het fietspad. “Wat, een fietser vandaag?”
Woonboten
Door het Waterlandse bos bereik ik de Lange Wetering met de woonboten en het gebouw van de roeivereniging aan het water. Het derde klimmetje van deze tocht, die over de fietsbrug van de Hoge Vaart, brengt me aan de overkant en in wijk-in-aanbouw Nobelhorst. Hier is gek genoeg nog niet zo gek veel veranderd sinds de vorige keer dat ik hier doorheen fietste. Ik verlaat de wijk weer en dan is het tijd voor het vierde klimmetje: het viaduct over de A27.
Op de Ibisweg door de weilanden heen verlaat ik even Almere en fiets ik duizend meter door Zeewolde, todat ik weer linksaf sla op het Kolibripad. Dit pad gaat onder de A6 door en ligt ingeklemd tussen een grote akker en het watertje Gruttotocht, dat uitkomt op de Lage Vaart. Aan de overkant is een stukje bos tot het Ibispad. Helaas staat het fietspad vol werkverkeer. Omdat de A6 wordt verbreed zijn werkmannen bezig met het viaduct. Vorige week nam ik het iets noorderlijker parallel gelegen Ibispad en dat was eenzelfde verhaal, behalve dan dat daar ook nog een dikke plakkerige laag modder onder het viaduct lag, dat opdroogde als cement. Ik had daarna nog een middag lang plezier aan het mijn fiets schoonmaken en een melding maken bij de Fietsersbond (al gezien dat het Meldpunt is vernieuwd?).
Klik op de foto’s om een vergroting te zien
Na de Spectrumbrug volgt onderaan een haarspeldbocht. Ik ben weer terug in onze buurt. Nog even wat bijzondere architectuur en ik sta weer voor onze deur. Het is inmiddels hard gaan regenen. Tijd voor warme chocomelk, een warme douche en drogere kleren.
Zo te zien ben je lekker uitgewaaid!
Groet
Erwin en Tante Lies
Zekers! Morgen rond 12 uur heb je extra kans op goed uitwaaien.
Leuk geschreven. Ik doe het je niet na