Wandelen over ongebaande paden

Het verhaal ‘Ongebaande paden’ begint ijzersterk. De schrijver is een succesvol reiziger en avonturier. Dan slaat het noodlot toe. Zijn moeder overlijdt en hij valt in beschonken toestand van een dak “omdat ik zo nodig de paljas uit moest hangen”. Hij zegt daarover: “In acht meter ben ik vijftig jaar ouder geworden”. In plaats van te revalideren op een loopband in een revalidatiecentrum, kiest hij ervoor om Frankrijk te voet te doorkruizen, zoveel mogelijk over onverharde ‘ongebaande’ paden. Over die voetreis gaat dit boek.

Cover boek Ongebaande Paden

Vier maanden lang wordt Sylvain Tesson opgelapt in het ziekenhuis voordat hij ontslagen wordt. Hij staat wankel op de benen, zijn lijf doet pijn, er stroomt bloed van een donor door zijn aderen, hij heeft een ingedeukte schedel, een slechte stoelgang, littekens op zijn longen en een ruggengraat vol ijzer. Ook zijn gezicht is misvormd. Gaandeweg de route die van het zuidoosten naar het noordwesten van Frankrijk loopt, krijgt de lezer stukje bij beetje te lezen over de rest van de verschijnselen en die zijn niet mis: zijn mondhoek hangt, hij is doof aan een oor, zijn reukvermogen is gehalveerd, een oog steekt uit en zijn neus staat scheef. Zelf zegt hij daar droogjes over: “Het leven zou niet meer zo swingend worden.” Google je foto’s van Sylvain Tesson, dan zie je inderdaad de morfose van een knappe man naar een magere man met ingevallen gezicht. Aan het ongeluk heeft hij ook nog epilepsie overgehouden.

Vertaling
Hij klaagt er echter niet over en denkt dat de wandeltocht hem helpt zijn lichaam weer te sterken. Dat lukt. Maar gaandeweg het boek ‘groeien’ Sylvain Tesson en ik als lezer steeds verder uit elkaar. Dat kan deels aan de vertaling liggen van het Frans naar het Nederlands. Maar Tesson is ook een beetje een ‘name dropper’. De vele verwijzingen naar mythologie en veelal Franse filosofen, wetenschappers, schilders en schrijvers zeggen mij meestal niets. Heb je wel iets met Frankrijk en ken je deze historische figuren allemaal wel, dan is het waarschijnlijk een mooi boek met tal van punten van herkenning. Een aantal internationaal vermaarde personen zoals de schilder Cézanne zeggen me wel wat maar Théodore Géricault dan weer niet. Kan ook aan mij liggen, ik ben geen francofiel en heb geen eindexamen Frans gedaan op de middelbare school.

Schrijver Sylvain Tesson voor en na zijn val

Verder heeft de schrijver associaties met plekken waar hij wel en ik niet zijn geweest en daarom raken ze me niet. Bijvoorbeeld in een zin als:

De rotskammen, dichtbegroeid met donkere dennen, deden denken aan de heuvels die ik op mijn twintigste als kantelen aan de blauwe einder van het Chinese Yunnan had zien afsteken.”

Dat is best wel een draak van een zin met een tangconstructie. Dit kan ook aan de vertaling liggen. En de Chinese Yunnan zegt me niets. Hij zegt er zelf over deze verwijzing:

Ik verjoeg deze gedachten […]. Al die vergelijkingen waren maar ballast. Had ik mezelf niet bezworen om een paar maanden lang te leven volgens het adagium dat Pessoa in zijn Poemas Inconjuntos had verwoord: van de plant zeg ik: ‘het is een plant’, van mijzelf zeg ik: ‘dit ben ik’. En meer zeg ik niet.”

Hij neemt zich voor om tijdens zijn wekenlange wandelingen te proberen om alles met een glasheldere blik te bekijken, zonder er meer in te willen lezen of er het filter van zijn herinneringen overheen te leggen. Dat lukt hem helaas niet. Dat is jammer want het zou het boek beter hebben gemaakt. Nu komt het vaak over als gekoketteer met weetjes. Zoals de gezochte vergelijking van de kleur van water met steensoorten als obsidiaan of pyriet.

Oppervlakkig
De ontmoetingen met anderen zijn zijn schaars en oppervlakkig. Meer dan drie zinnen wordt er meestal niet uitgewisseld. Ook niet welke indruk zo’n onmoeting op hem heeft gemaakt. Zijn tocht loopt hij gedeeltelijk met verschillende vrienden. Ook van hen komen we weinig te weten.

Nog een voorbeeld van waarschijnlijk een slechte vertaling:

De energiecentrale en de herinnering aan Hannibal: dat was de braudeliaanse accumulatie, een compressie van beelden op één bunder.”

Wat??? Een bunder is oude eenheid van grondoppervlakte, maar dat moest ik opzoeken. Het komt van het Franse ‘bonnier’. Braudel was een Frans historicus.

Verwijzingen naar zijn herstelproces of wat hij heeft doorgemaakt na zijn ongeval vond ik interessanter. Zo schrijft hij onder andere:

Dikke spinnen werden door de warmte alle kanten opgejaagd, maar mij joegen ze geen angst meer aan, ik had er al genoeg over gehallucineerd.”

Als hij zich te slapen legt in zijn bivakzak:

Ik lag wederom op de grond, maar dit keer voelde die zachter aan.”

Tesson laat meerdere keren in het verhaal goed merken niets te hebben met internet en ‘schermen’. Volgens hem lijdt de mensheid eraan. Die instelling kan je aanspreken maar mijn ervaring is dat mensen liever iets afwijzen dan toe te moeten geven dat ze het niet begrijpen. Ben ik een slaaf van het scherm als ik een boek op een e-reader of iPad lees in plaats van op papier? Voor mij maakt het niets uit, behalve dan dat een e-reader een stuk kleiner en lichter is om mee te nemen op vakantie dan vijf boeken. Zo kan ik nog tientallen voorbeelden verzinnen maar het gaat nu even over de Parijzenaar Tesson.

In mijn stadse bestaan werd ik op geniepige wijze ingekapseld: er was een benauwend toezicht, een vorm van inlijving die ik uit luiheid toeliet. De nieuwe technologieën annexeerden mijn bestaan, of ik wilde of niet. We moesten onszelf niet voor de gek houden, het waren niet zomaar innovaties om het leven gemakkelijker te maken. Ze vervingen het leven.”

Dus: als ik een krantenartikel lees op mijn smartphone in plaats van in een krant van papier, dan is mijn leven vervangen. Tja. Verderop heeft hij het over de “digitale schijnwereld”. De wandeltocht blijkt steeds meer “een ontvluchting van het systeem en het ontsnappen aan de moderne tijd”.

Internet meme

Doorlezend ga ik de schrijver steeds minder sympathiek vinden vanwege zijn zwartgallige kijk op het leven en de mens. Al wandelend herstelt Tesson’s lichaam steeds beter maar zijn geest lijkt juist de andere kant op te gaan. Cynische humor slaat om in sarcasme.

De mens misdroeg zich. De evolutie had een slecht opgevoed schepsel voortgebracht en de wereld was een puinzooi.”

Verder krijgt het Europese landbouwbeleid ervan langs. Hij mag van de heren doktoren geen alcohol meer drinken dus drinkt hij in het café een glas “slootwater”. Over het reisgedrag van de moderne mens: “In de global village wachtte iedereen op zijn beurt om de horlepiep de dansen” en “De geschiedenis leed aan Parkinson, alleen heette het globalisering.” “Silicumchips zijn onze leverwormen. Iedereen draagt uit vrije wil zijn eigen parasiet met zich mee, in de vorm van een van de vele technologische processors die onze levens besturen.” En zo gaat de negativiteit maar door en door en door. Zelfs op een gegeven moment in de beschrijvingen van het landschap: “Onder de bogen van de brug stroomde de Sélune met tegenzin naar de baai, waar zij zou stranden in het slib”.

Tesson mist zijn moeder en heeft lichamelijke redenen om niet zo bij te zijn met zijn leven maar dat lijkt niet de oorzaak. Zijn gedachten zijn verzuurd omdat hij niet meer kan meekomen in de moderne maatschappij en zich buiten – of eigenlijk boven – de huidige maatschappij plaatst.

Preview op Google Books.

Titel: Ongebaande paden
Oorspronkelijke titel: Sur les chemins noirs

Schrijver: Sylvain Tesson
Uitgeverij: De Arbeiderspers
Taal: uit het Frans vertaald naar Nederlands
Eerste uitgave: juni 2017
ISBN13: 978 90 295 1438 5 (paperback, 176 bladzijden)
ISBN13: 978 90 295 1439 2 (e-boek, ePub met watermerk)

Aanvullingen, tips, vragen? Laat hier je reactie achter:

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s