D-DK 2015: nabeschouwing

Of we onze reis naar Denemarken zouden kunnen maken, was onzeker. We hadden getraind voor de afstanden maar we wisten niet of we dat ook meerdere dagen achter elkaar konden volhouden of dat we teveel hersteltijd nodig zouden hebben. Daarbij is Nederland een vlak land en we vroegen ons af of we de afstanden ook zouden kunnen afleggen in heuvelachtig gebied. Je kan daar in de Flevopolder niet voor trainen. Het menselijk lichaam past zich echter snel aan. We zagen zelfs in dit korte tijdbestek van drie weken onze benen gespierder worden.

Succesfactoren
We hadden voor deze reis drie weken de tijd. Je kan dan op de bonnefooi richting Denemarken gaan fietsen en kijken hoe ver je komt in de helft van de tijd. Maar we denken dat we dan al snel na 80 kilometer op een dag een camping hadden opgezocht en het doel niet gehaald zouden hebben. Om te kijken of het haalbaar was hadden we een route gemaakt in Basecamp. Dan kom je er achter, als je een planning maakt van twee dagen fietsen, één dag rust, dat je 15 fietsdagen hebt. Dit betekent dat je elke fietsdag gemiddeld 108 kilometer moet fietsen.

Om dit voor ons haalbaar te maken hebben we de wegen gecontroleerd in Google Earth. Soms was in bossen de wegkwaliteit niet te controleren en moesten we er maar het beste van hopen. In de praktijk bleek dat witte weggetjes op de kaart soms niet verhard zijn en dat gele wegen en fietspaden langs wegen met een driecijferige aanduiding de snellere routes waren. Als wegen aangeduid stonden als half verhard of onverhard hadden we ze niet opgenomen in de route. Om te voorkomen dat we na een lange fietsdag moesten gaan zoeken naar een camping waren de routes van camping naar camping getekend.

We navigeerden met onze GPS’en, waardoor we op elke kruising gewoon door konden rijden in plaats van op een kaart te moeten turen. Papieren kaarten hadden we nog wel bij ons als back-up en voor overzicht.

Goed eten was de derde succesfactor. Inmiddels weten we dat als we beginnen te sjachrijnen dat we dan uitgeput zijn en meer koolhydraten moeten eten en rusten. Je verbranding draait op volle toeren. Zo erg zelfs dat we in de, wegens slecht weer geboekte, hotels en pensions niet genoeg uitrustten omdat we het er zo ontzettend warm vonden ’s nachts, zelfs met alle ramen open.

In totaal sliepen we vijf nachten in een hotel/pension, tijdens een storm van twee dagen en als het regende bij aankomst of de volgende ochtend veel regen werd verwacht. Zo voorkwamen we dat we moesten opzetten of afbreken in de regen.

Kennis en ervaringen van andere ligfietsers opgedaan via hun blogs, door reacties op blogposts, op bijeenkomsten en lezingen door wereld/ligfietsers. Bijvoorbeeld:

  • Dat het niet uitmaakt of je 100 of 200 kilometer rijdt, de laatste 30 zijn altijd zwaar, zoiets las ik ergens, bij iemand die blogt over brevetten rijden.
  • Bij Lighans, die bij een speciale manueel therapeut was geweest en die hem geleerd had zijn houding steeds iets aan te passen, inspireerde ons om regelmatiger te gaan verzitten en om andere houdingen aan te nemen tijdens het fietsen.
  • Ymte, die zei dat bijna alle blessures door overbelasting komen en dus dat een hogere trapfrequentie dat bijna altijd oplost.
  • Dat klimmen een psychologisch spel is. Het gaat altijd nog harder dan de fiets de berg op duwen en meestal zelfs harder dan een bukfietser. En dat je vanzelf boven komt en dan komt de beloning: de afdaling.
  • Marcel Beekmans voor de plantenspuit.
  • Letten op voeding en een planning maken en de route zelf tekenen en controleren: allemaal te lezen op Walter’s blog Fietsers Afstappen.
  • Het reduceren van het gewicht van de big three: tent, slaapzak en -mat (een rugzak hebben we niet en we nemen een te zware fiets mee).

Ook wil ik de mensen bedanken die met ons meedachten en reageerden op blogposts met mogelijke oplossingen en de velovaarder die aanbood ons te helpen als we vastliepen met de velomobiel. Het was een prettig idee om dat achter de hand te hebben, bijvoorbeeld bij onherstelbare schade aan de fiets.

Goede spullen zoals een tarptent die snel op- en af te breken is, spullen die weinig wegen en praktisch in gebruik zijn. Zoals de Trangia-brander: een brander zonder lawaai die simpel te bedienen is.

Stressfactoren
Vooraf had ik verwacht dat het rijden op 80 kilometer- en autowegen stressvol zou zijn in verband met de verkeersveiligheid maar niets was minder waar. Duitsers en Denen houden heel goed rekening met fietsers, minderen vaart, blijven lang achter je rijden als ze niet kunnen inhalen en halen ruim in.

Van tevoren was ook een stressfactor of we niet nét een verkoudheid of iets dergelijks zouden oplopen wat tot uitstel van de missie had kunnen leiden.

Het verkeerslawaai was vermoeiend: de meeste routes liepen langs autowegen en auto’s maken veel lawaai, zoals op het onderstaande filmpje te horen is.

Verder zit je met een trekkersvakantie vast aan het schema van tent opbreken – fietsen – tent opbouwen – eten – slapen [repeat]. Omdat je bijna elke dag ergens anders staat blijft er weinig bij van waar je was. Vaak hadden we moeite om ons ’s avonds voor de geest te halen waar we die ochtend vertrokken waren.

Je hebt slechts oppervlakkige contacten met mensen (maar met een velomobiel zit je nooit verlegen om aanspraak) omdat je de volgende dag toch weer vertrekt. Wat goed werkte was de NL-sticker op de Nibus 2000: mensen vroegen vaak als eerste of we echt uit Nederland waren komen fietsen. Overige vragen gingen altijd over of er een elektromotor in de fiets zit, of er er versnellingen opzitten, hoeveel wielen, hoe hard we gaan en hoeveel kilometers we doen op een dag.

Stick to the plan
In de Globetrotter Lodge in Duitsland kregen we de tip van medewerker Per om niet over Kolding te fietsen. Het landschap zou saai zijn. We hadden waarschijnlijk een mooiere reis gemaakt als we naar hem geluisterd hadden en niet van Flensburg richting Aabenraa waren gefietst maar in plaats daarvan naar Fynshav waar we de boot hadden kunnen nemen naar Ærø, dat volgens hem nog helemaal authentiek is. In Ærøskøbing hadden we dan de veerboot naar Svendsborg kunnen nemen en onze geplande route weer kunnen volgen.

Het probleem was echter dat we geen laptop bij ons hadden waardoor we geen nieuwe route konden maken in Basecamp en deze uploaden naar onze GPS’en. We hadden dan op kaart moeten navigeren met de mogelijkheid dat we op onmogelijke grintpaden terecht zouden komen en lang over de afstand zouden doen. Ook was het onduidelijk of de route langer zou zijn en zo ja, hoeveel langer. We hadden maar drie jokerdagen voor onvoorziene zaken en één daarvan was al opgebruikt vanwege de storm. Ergens in ons leven hebben we bedacht dat het in dit soort twijfelsituaties beter is om je aan het oorspronkelijke plan te houden (stick to the plan). Vaak weet je niet meer op welke ervaring(en) de overtuiging is gebaseerd. Wij besloten onze eigen route te blijven volgen.

In Svendsborg hadden we de mogelijkheid om een uitstapje te maken naar Ærø maar we besloten om het te bewaren voor een andere keer. Op deze vakantie was fietsen het doel en de rustdagen waren dagen om bij te komen van het fietsen. We fietsten dus niet op rustdagen, ook niet als het maar 6 kilometer was. Op de camping verandert een velomobiel sowieso in een waterdichte opslagcontainer op wielen. De meeste spullen zoals kleding, voedsel, kookspullen en gereedschap blijven allemaal in de fiets. In onze tarptent is alleen ruimte voor de slaapmat en -zak en de kleding die je uittrekt.

Energievoorziening
Het Xtorm Solarbooster zonnepaneel gaf voldoende stroom om te voldoen aan de elektriciteitsbehoefte. Overdag reed ik met verlichting en hield het zonnepaneel de accu van de velomobiel op volle sterkte. Soms liep de accu terug naar driekwart op bewolkte dagen maar als ik dan de verlichting kort uitschakelde, bijvoorbeeld op veilig stuk, zoals een apart liggend fietspad, dan was de accu weer snel vol. Met onze powerbank kon vier keer een iPhone 6 (plus) opgeladen worden. Deze telefoons kunnen niet direct via het zonnescherm opgeladen worden zoals de iPhone 4. Een iPhone 6 (Plus) laadt wel op via de USB-poort van de velomobiel. Het handigste was om op de avond voor een rustdag de telefoons op te laden via de powerbank en dan op de rustdag, als de accu van de velomobiel niet werd gebruikt, de powerbank weer op te laden met het zonnepaneel.

We hadden hierbij geluk: we hebben heel veel mooi weer gehad. Er was één lange regenachtige dag waarop ik het zonnepaneel niet kon gebruiken. Dit was ook een lange etappe van 139 kilometer. Op dat moment vond ik het heel prettig om te weten dat ik een extra velomobielaccu bij me had, voor als het licht zou uitvallen. Maar dat deed het niet. Zou er echter een tweede regenachtige dag gevolgd zijn, dan had ik de tweede accu zeker nodig gehad.

Het weer
We hadden schitterend weer. Op twee dagen hadden we last van stevige buien en één dag was de hele dag grijs en regenachtig. Voor de rest viel de regen meestal pas als wij in onze slaapzak lagen. We hebben niet één keer in de regen de tent hoeven opzetten of afbreken. We hadden dus geluk maar het is ook een kwestie van een beetje het weerbericht en de app Buienalarm in de gaten houden.

Jarenlang gingen we in juni tijdens het voorseizoen op vakantie en hadden we verregende vakanties. Ook dit jaar was juni weer slecht. De prijs voor het mooie weer in juli is schreeuwende kinderen tot 23.00 uur op de camping. Maar daar zijn oordoppen voor. In het voorseizoen kom je de wat serieuzere reizigers tegen. Gelukkig was de zomervakantie in Duitsland nog niet begonnen en was het daar nog redelijk rustig. Alleen op de camping in Puttgarden stonden veel trekkers. Verder kwamen we ze slechts mondjesmaat tegen. Het is jammer dat er steeds minder getrokken wordt en dat trekken steeds minder aantrekkelijk wordt doordat je op campings tussen de gezinnen met caravans staat. Hierdoor vallen de voorzieningen voor tentkampeerders soms tegen (zoals een plek om je spullen af te wassen). Wellicht is dit beter wanneer je een officiële fietsroute of pelgrimsroute volgt.

Materiaalpech
Er gingen wat dingen stuk deze vakantie maar gelukkig niets wat niet te repareren was, niet meer te gebruiken was of waar we geen vervanging voor hadden.

Ondanks dat de Exped Winterlite slaapmat al getest was tijdens een kampeerweekend, sneuvelde er op de vakantie helaas na een paar nachten een lasnaad, waardoor er een bult in het matras ontstond. Dat kan je helaas niet herstellen met het bijgeleverde plaksetje. En ook niet voorkomen. Het matras was niet te hard opgeblazen en het gebeurde in de vroege ochtend. Het matras zelf is goed bevallen en we hopen dat dit een maandagsmodel was en dat een nieuwe heel blijft. Het matras is via de leverancier terug naar Exped voor garantie.

Dave’s voorderailleur was nagekeken bij Velomobiel.nl maar bleek op vakantie toch niet goed te functioneren. Slechts twee van de drie voorbladen konden geschakeld worden. Uiteindelijk kreeg Dave het voor elkaar dat hij in het heuvelachtige noorden van Duitsland en Denemarken het kleinste en middenblad kon gebruiken. Door het verbuigen van de stang waar de voorderailleur aan vast zit, duwde het verdikte gedeelte weer tegen de ketting als deze op het middenblad zat en kon de derailleur de ketting weer naar het kleine blad duwen. Voor de laatste twee etappes kon de poot van de voorderailleur weer bijgebogen worden zodat het grootste blad weer te gebruiken was. Na de vakantie heeft Velomobiel.nl de voorderailleur opnieuw afgesteld maar zonder bergen om het te testen weten we niet of dit het probleem definitief heeft opgelost.

Mijn lichte Rab Neutrino 200 Endurance slaapzak is ook terug naar de fabrikant. Deze zou een comfortwaarde moeten hebben tot 5 graden maar in de praktijk is het zelfs bij 9 graden nog frisjes en kan de slaapzak pas bij 12 graden zonder lakenzak gebruikt worden. Zelfs met een extra isolerende lakenzak (Thermolite reactor extreme) was het op sommige heldere nachten zo fris dat ik mijn donsjack heb moeten gebruiken. Dave lag al die tijd heerlijk te soezen in zijn Lightwave Firelight 250.

Ik moest mijn Schwalbe Almotion achterband vervangen omdat de wangen gevaarlijk waren versleten door aanlopen. De wielkasten waren hiervoor wel uitgezaagd maar door de vakantiebagage lag het wiel veel dieper in de fiets en zaten de uitzagingen teveel naar binnen. De oude Almotion hebben we nog meegenomen als reserve buitenband omdat we geen vouwband in maat 559 (26″) konden vinden. Wat we hiervan geleerd hebben is dat we ook voor het achterwiel voortaan een reserve buitenband meenemen. Sowieso zit je met een klapband in Noord-Duitsland tientallen kilometers verwijderd van een fietszaak en dan moet je nog maar zien of ze een 26″ band hebben. Omdat dit een MTB-maat is gingen we er van uit dat deze makkelijk verkrijgbaar zou moeten zijn maar de trend is dat MTB-banden te breed zijn voor een velomobiel of 29 inch. De maat 40/47-559 is daardoor beperkt verkrijgbaar en al helemaal niet als vouwband. Daarnaast is op zaterdagmiddag en zondag alles gesloten in Duitsland.

Twee keer hadden we een lekke binnenband, een keer de linker voorband en een keer de achterband van de Quest XS Nimbus 2000. Gezien het terrein waar we af en toe doorheen moesten ploegen is dit heel netjes voor de Schwalbe Shredda’s.

Bij controle van de voorbanden zag ik dat de rechtervoorband van de XS veel sterker afgesleten was dan de rechter. Bij een afwijking in de sporing verslijten echter beide voorbanden harder. Hardere slijtage van één voorband zit in een verschil in remkracht tussen beide voorwielen. De bergen af hebben we veel moeten remmen.

De harde rand van een van onze opvouwbare kommetjes, de X-mug, is gebroken. Deze hebben we bij thuiskomst vervangen. Waarschijnlijk klem gezeten tijdens vervoer, we weten het niet. Kennelijk een zwakke plek van deze kommetjes.

Van een fietspomp van Lezyne werd een o-ring bij de drukmeter naar buiten gedrukt waardoor de slang niet meer luchtdicht was. Hierdoor werd de pomp onbruikbaar. Gelukkig hadden we nog een tweede pomp bij ons.

Eten
Op de meeste Duitse en Deense campings kan je verse broodjes bestellen voor het ontbijt de volgende dag, als je dit voor 19.00 uur of sluitingstijd van de receptie doet. Niet altijd maar regelmatig was er een picknicktafel beschikbaar op het tentenveld.

Zowel in Duitsland en Denemarken konden we (soms met behulp van de GPS) een locatie vinden waar we konden lunchen. In Nederland zijn dat cafés waar je een uitsmijter of tostie kunt bestellen, in Duitsland de Backerei waar je belegde broodjes en koffie kunt krijgen en in Denemarken vonden we alleen snackbarachtige zaken met hot dogs en friet.

In Duitsland kon ik geen melkpoeder vinden of sojamelk in kleine verpakking. Een alternatief voor een ontbijt met cereal is dan water of chocolademelk in kleine pakjes. Vanuit Nederland hadden we voor noodgevallen Elk melkpoeder bij ons. Ook hadden we een pak Knäckebröd bij ons voor de lunch maar die is na 1600 kilometer onaangebroken weer mee naar huis gekomen. Veelal stilden we onderweg onze honger naar koolhydraten met Isostar sportdrank, winegums, gedroogd fruit, muëslirepen en powergels, die we als noodvoorraad bij ons hadden. Vooral in de hele warme begindagen aten we knijpfruit in plaats van bananen (kinderafdeling supermarkt) en kwamen er achter dat het niet uitmaakt welke smaak je neemt: knijpfruit smaakt altijd naar appelmoes. Als noodvoer ging er ook een tijd een blik ravioli mee, dat eventueel koud gegeten kan worden. Uiteindelijk is het blik een keer ’s avonds warm verorberd, omdat we inmiddels er vertrouwen in hadden gekregen altijd wel iets te vinden onderweg.

Bloggen
Bijna overal in Denemarken en Duitsland hadden we 3- of 4G-dekking. Wi-Fi zijn we weinig tegengekomen en als we het tegenkwamen werkte het meestal niet of de bandbreedte was zeer matig. Behalve in de Globetrotter Lodge, maar daar was werkelijk alles fantatisch. Van de regendouche en het uitzicht tot het ontbijt. Met de app iDownsize voor iPhone kon ik de bestanden van de afbeeldingen alvast op mijn telefoon verkleinen en op het juiste formaat maken. Offline schreef ik mijn tekst in het notitieblok, omdat de WordPress-app steeds foutmeldingen geeft als er geen internetconnectie is. Ik had een los toetsenbordje bij me van de iPad mini en dat heb ik ook gebruikt als we in een pension of hotel waren met stopcontacten. De Bluetooth-connectie vreet namelijk aan de batterij van de telefoon, daardoor heb ik het niet gebruikt als we geen stopcontact in de buurt hadden. Tijdens het rijden hebben we onze telefoons op vliegtuigmodus staan. Een iPhone verbruikt dan geen stroom en je kan nog steeds fotograferen.

Gezondheid
We waren niet super gezond toen we weggingen. Dave had kort voor de vakantie van de orthopeed te horen gekregen dat hij een frozen shoulder heeft, kreeg een injectie in het schoudergewricht en moest met zijn arm in een mitella rondlopen. De frozen shoulder is ontstaan door het velomobielrijden: koude wind op de schouder in de beginperiode toen hij nog zonder schoudersteunen reed en nog geen touwtje aan het stuur had, waardoor de stuurhouding niet ontspannen  was. Ook het in- en uitklimmen uit de fiets deed de schouder geen goed. Maar omdat hij al een jaar last van deze schouder heeft, besloten we toch te gaan. Erger kon het niet meer worden. Om de pijn van het uitklimmen te verzachten is er bij Velomobiel.nl kort voor de vakantie nog een hoekprofiel achter de voetengaten geplaatst.

Ik had door een experiment met Eggbeater pedalen last gekregen van een pees in mijn voet. Nog op de dag voor de vakantie haalde ik met spoed gemaakte zooltjes op bij de podoloog. Die bleken echter niet te helpen. Wat wel hielp is pauzeren en fietsen met de tenen naar voren of met gekromde tenen en dit afwisselen. Dave kreeg ook weer last tijdens het fietsen van zijn middelste teen, deze wordt uit de kom gedrukt. Wat hierbij ook niet hielp is dat hij in de eerste helft van de vakantie niet naar het kleine blad kon schakelen. Op een gegeven moment was de teen helemaal blauwpaars. Daarna heeft hij deze maar vastgetapet aan de teen ernaast.

Op deze fietsblessures na had alleen Dave twee dagen last van zijn darmen maar dat ging vanzelf weer over. Hij kreeg ook last van blaren maar we hadden Compeed bij ons. Als het erg vochtig was geweest nam ik voor de zekerheid extra ontstekingsremmers in voor mijn longen (ook na een nacht in de houtrook). Voor de rest ging alles goed.

Afvallen
Zijn we afgevallen? In gewicht misschien net een kilo. Maar we hebben duidelijk veel meer spieren gekregen en de broeken zitten losser. Het is jammer dat deze nieuwe klimspieren in Nederland niet te onderhouden zijn. Op de Knardijk zit wel een hellinkje waarbij de laagste versnelling verstandig is, maar ja, binnen een minuut ben je boven, in plaats van na drie kwartier of langer. Overigens nemen we dat hellinkje nu met het grootste tandblad in de vierde versnelling en komen we met 25 kilometer per uur boven.

Uitrusting
Grammenjagers en volgers van Ray Jardine klikken nu honend weg: de niet-essentiële spullen waarvan we het fijn vonden om het bij ons te hebben.

Onze Motorola portofoons, bijvoorbeeld in deze situaties:

  • Achterrijder verzoekt om mooi stopplekje voor bio break.
  • Achterrijder blijft achter en meldt: “er zit een tak in mijn wiel”. Je weet dan waarom iemand even stopt, want voordat je het opmerkt via de achteruitkijkspiegel ben je niet meer op roepafstand.
  • Voorrijder mist afslag, achterrijder neemt wel afslag en kan voorrijder niet meer zien door bos en vraagt “ben je al aan het omdraaien?”
  • Achterrijder tegen voorrijder vlak voor afdaling: je linker voorband is helemaal plat.

De portofoons zijn oplaadbaar maar werken ook op vier AAA-batterijen. De ontvangst is niet super, je moet ze een beetje in de kuip van de velomobiel houden tijdens het rijden omdat ze anders teveel windgeruis oppakken. Je kan dus geen diep-filosofische gesprekken houden en de communicatie beperkt zich van “zag je dat?” en “moeten we niet eens ergens gaan eten” tot “bio break”.

Ondanks de portofoons vond Dave de reis eenzaam. Je fietst weliswaar de hele dag in elkaars zicht achter elkaar aan maar de communicatie onderweg is zeer beperkt.

Nog zo’n ding dat ik altijd iets vond voor mensen die teveel meeslepen: een opvouwbare teiltje van Ortlieb. Wij hadden deze primair bij ons om wat dingen droog te kunnen stallen in een van de zijtentjes van onze tarptent, zoals schoenen. Wat een handig ding blijkt het teiltje! Je kan er kleding in wassen, de afwas doen als de camping daar geen voorziening voor heeft, spullen verslepen en toen het 35 graden was, was het een heerlijk verkoelend voetenbadje. Maar je kan zonder, dit jaar hadden we ‘m voor het eerst mee. Daarvoor heb ik het nooit gemist maar heb je ‘m bij je, dan blijkt het een veelzijdig ding. Het is gemaakt van dat vrachtwagenzeil, hetzelfde materiaal als Ortlieb fietstassen.

We hielden onze fietsschoenen aan totdat de tent was opgezet: met de carbon zolen trapten we de gehard aluminium haringen de grond in. Maar soms was de grond veel te hard en kwam de meegebrachte hamer goed van pas, ook al omdat we niet vaak grote stenen zagen liggen. Dit was de eerste keer dat we op een human powered vakantie een hamer mee hadden.

Je moet alleen al een tafeltje en stoeljes meenemen zodat je kan zéggen dat je het bij je hebt. We moesten vaak aan mensen uitleggen dat we al onze campingspullen bij ons hadden en dat dit in de staart van de fiets zat. Past dat wel dan, vroegen mensen ons. Ja hoor, behalve een tent, pannetjes, slaapzak hebben we ook een tafeltje en stoeltjes bij ons. Alleen al voor de reactie van de toehoorders: meenemen. Verder zijn de commerciële campings steeds minder ingesteld op tentkampeerders, dus was er lang niet altijd een picknicktafel aanwezig. Als die er wel was bleef het tafeltje en stoeltje in de fiets: samen met een paar wandelschoenen achter de cassette van de XS. Aan die kant pakte ik verder nog in: mijn thermo-lakenzak, slaapmat (hing op flens en vering), teiltje, borden, bestek en kopjes, afwasset, EHBO-kit en het kleine afdek deksel velomobiel en dekzeiltje fiets. Halverwege de vakantie kwam ik er achter dat Dave de ruimte achter de cassette niet eens gebruikt voor bagage. Een Quest is een stuk groter dan een XS.

Doordat het zulk mooi weer is hebben we de tarp bijna niet gebruikt. Ik was weer eens vergeten dat je het kaarslampje alleen mee moet nemen naar zuidelijker bestemmingen, waar het al schemert voordat het bedtijd is. Of op een weekend wanneer je later naar bed gaat.

Nuttige spullen
We zijn heel blij met onze wollen T-shirts. Toen het 35 graden was bleven ze vochtig en brachten daardoor verkoeling. In hevige plensbuien blijkt dat wol blijft isoleren, ook als het vochtig is. We hadden nog niet eerder zulk extreem warm weer meegemaakt maar weten nu dat wol onder alle omstandigheden voldoet.

Ik verwachtte teveel kleding bij me te hebben. Maar omdat we zowel 35 graden als 15 graden hebben gehad op onze vakantie bleek alle kleding voor alle mogelijke omstandigheden nodig te zijn geweest: van bikini/zwembroek tot donsjasje.

In de eerste week hadden we niet zozeer last van muggen maar wel van steekvliegen. Een beet van een daas is erg vervelend: grote rode plekken en veel jeuk. Een goede tip is altijd om het lokale anti-muggenmiddel aan te schaffen. Men verkoopt in Noord-Duitsland Autan, dat beschermd tegen teken, steekvliegen en muggen.

Mijn thermosbidon zorgde er voor dat ik geen warme Isostar hoefde te drinken tijdens de warme dagen. Onze met zilver behandelde lichtgewicht handdoeken van Sea To Summit waren de eerste synthetische handdoeken die niet gingen stinken. Het al genoemde veelzijdige opvouwbare teiltje.

Na een tip van George: Garnier Ambre Solair UV Sports, een zweetbestendig zonnebrandmiddel dat niet door transpiratie in je ogen loopt. Je kan als velomobilist overigens ook níet je voorhoofd insmeren, omdat je toch een petje op hebt, maar daar waren de mannen nog niet opgekomen.

De iPhone. Om te bloggen, om een hotel te boeken, om een fietsenwinkel te vinden die open is op zaterdagmiddag en vooral om te fotograferen. Vergeet Wi-Fi, dat is er nooit en als het er wel is werkt het niet of matig. Koop een data-abonnement voor Europa. Bij T-mobile doe je dat via de pagina www.roaming.t-mobile.nl. Als je het toestel op vliegtuigmodus zet kan je er nog steeds mee fotograferen. Op die manier doe je vier dagen met je batterij (afhankelijk van de leeftijd van je telefoon en gebruik).

En als laatste de velomobiel zelf. Wat een fijne vakantiefiets is dat. Grote actieradius, ontspannen fietsen, alles ligt in je fiets onder handbereik, droog en warm in de regen en koel in de hitte. Goed, er  zou een travel-variant moeten zijn met ingebouwd zonnepaneel, Rohlofnaaf en hydraulische schijfremmen maar verder was het relaxt fietsen. Hij blijkt zelfs geschikt voor off the road, zoals we hebben ervaren. Pas tegen hele steile hellingen mét mul zand liet hij ons in de steek maar alleen als we vergeten waren een aanloopje te nemen. Maar het liefst zoefden we ermee over asfalt en genoten van het landschap om ons heen.

Aanvullingen, tips, vragen? Laat hier je reactie achter:

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s