Wat is er volgend jaar nieuw te koop in buitensportwinkels? Dat is waar de vakbeurs OutDoor 2018 om draait. Inkopers bekijken hier de laatste producten en innovaties van alle grote outdoor merken om die voor volgend jaar in te kopen.
Kampeerwijzer bezocht deze beurs en beschrijft in dit verslag:
- Uitslag OutDoor Industry Awards
- De reis naar en het verblijf in Friedrichshafen (D)
- De innovaties en trends op outdoorgebied voor 2019
- Verslag persrondleiding
- Het Outdoor Bloggers Network
- Bezoek aan de beurs
OutDoor Industry Awards
Dit jaar bezochten 30 duizend bezoekers de beurs OutDoor, afkomstig uit 88 landen. Op OutDoor worden jaarlijks de Industry Awards uitgereikt, aan de meest vernieuwende en innovatieve producten van dit jaar. Er zijn meerdere categorieën, zoals kleding, schoeisel, rugzakken, klimuitrusting, slaapzakken en -matten, accessoires, innovaties en concepten. Er zijn drie verschillende prijzen: winner, gold winner en start-up. Wie wil weten welke producten in de prijzen viel, uitgereikt door een vakjury, bekijk de uitslag OutDoor Industry Awards 2018. De bekendmaking van de prijzen was op zondagavond.
Reis & verblijf
Na een rit van zo’n 800 kilometer en 11 uur (met een uur zoeken naar een werkend CNG-tankstation) kwamen we op vrijdagavond net rond zonsondergang aan in Friedrichshafen in Zuid-Duitsland aan het Bodenmeer. We kampeerden met zo’n 75 andere tentjes op een heuveltje dat uitkeek op de Messe, direct bij de rotonde.
Van tevoren had ik me wat zorgen gemaakt over de luchtkwaliteit omdat de Messe direct naast een vliegveld ligt. Gelukkig bleek er maar één keer per dag een groot vliegtuig op te stijgen, dus daar hadden we geen last van. Lawaaiiger – maar oh zo leuk – waren de zeppelins die hier stijgen en landen. In Friedrichshafen is ook een zeppelinmuseum maar we waren hier maar twee dagen dus dat hebben we helaas moeten overslaan.
Lastiger was dat op de camping geen drinkwater te verkrijgen was. Dit moesten we halen bij de toiletten in de Messe.
Trends
Op gebied van kampeerartikelen zijn er een paar duidelijke trends te ontdekken. Lichtgewicht is de eerste. De stoffen worden echt high tech, ongelooflijk dun en sterk. Hierdoor komen steeds lichtere tenten, rugzakken en slaapmatten op de markt. De lichtgewicht-innovaties eerder gedaan door kleinere bedrijven vinden hun weg naar de gevestigde merken, zoals rugzakken van rond de kilo, quilts en meer tweepersoons tenten gaan ook richting de kilo. Alleen het gebruik van de stof Dyneema (voorheen: cuben fiber) was nog weinig te vinden op de beurs. We zagen een materiaal dat er op leek deels verwerkt in tenten van Lightwave, X-tex. Gek genoeg niet de lichtst verkrijgbare tenten.
De beurs werd zaterdag, toen er een persbijeenkomst was, nog volop opgebouwd. Het was eigenlijk ongelooflijk dat deze beurs de volgende dag al klaar zou zijn voor het publiek. Overal lagen dozen en ander afval, stands moesten nog opgebouwd, producten nog uitgestald en tapijt nog uitgerold. Als je ziet wat ermee gemoeid is om zo’n beurs op te bouwen, dan zou je niet denken dat een van de grote trends duurzaamheid is. Bijna alle merken houden zich wel bezig met recyclen, energiezuiniger produceren of goede doelen.
Behalve Acepac was er verder geen bikepacking te bekennen op deze beurs terwijl OutDoor zelf eerder in een persbericht had gemeld dat ze bikepacking beschouwen als een belangrijke trend. Gernot Moser, sales manager voor fietssport bij Vaude: “While classic cycle tourists are also driven by a thirst for adventure, panniers on bikes still tend to be viewed as uncool. Bike packing is bringing a new target group into cycle tourism.”
Verder wordt urban lifestyle gezien als een trend, aangezien ‘outdoor’ begint bij je voordeur. Je ziet dat Bever zich in de afgelopen jaren op deze ontwikkeling is gaan richten. Iedereen heeft immers een fijne regenjas nodig in de herfst en die klantengroep is groter dan een paar malloten die af en toe in een tentje gaan zitten. Ik vind het echter een enorme verwatering van de term ‘outdoor’. Je moet nu gewoon oppassen met wat je koopt bij Bever, omdat het bij gebruik in de echte outdoor gewoon levensgevaarlijk kan zijn. Bovendien kan elke kledingwinkel zichzelf wel een outdoormerk gaan noemen want – verrassing! – met alle kleding ga je wel eens naar buiten.
Persrondleiding
De stands die we met de persrondleiding aandeden stonden er al spic en span bij. Waarom we deze stands aandeden werd niet duidelijk. Hadden deze bedrijven daar voor betaald, waren dit de kanshebbers op een OutDoor Industry Award? De rondleiding starte bij een klimmuur waar op dat moment een boulderwedstrijd gaande was. Daarna mocht de vertegenwoordiger van een Spaanse producent van klimkleding iets vertellen over het bedrijf. Deze mensen werden geïnterviewd door een freelance journalist van de organisatie. Tegelijkertijd werden de vragen en antwoorden vertaald in het Engels wat te beluisteren was via een headset. Ik vond de man een slechte interviewer, hij had geen research gedaan en de vragen waren oninteressant, zoals waar het bedrijf vandaan kwam. Als de vertegenwoordiger van het merk niet zelf het initiatief nam om iets interessants te vertellen over de nieuwste ontwikkelingen, dan werd het erg saai.
Volgende stop was de grote witte stand vol kleurige producten van het Australische (ja, dat weten we nu dankzij die interviewer) Sea To Summit. Zij lieten zien hoe ver de stoftechnologie gevorderd is: een model werd opgetild in een lichtgewicht boodschappentas van ultrasil. Deze tas kan 120 kilo dragen. Alle genodigden kregen Sea To Summit’s nieuwste product, de nano daypack, pas volgend jaar op de markt. De inhoud is 18 liter en het tasje is getest met 130 kilo. Dit tasje is opgerold in zijn foudraal niet veel groter dan een luciferdoosje. Getoond werd verder hoe klein opgerold de hangmatten en slaapzakken zijn die dit bedrijf maakt. Het maakte duidelijk hoe ver de innovatie in stoffen is gevorderd.
De volgende stop was bij Rough Stuff, een bedrijf dat degelijke buitensportkleding maakt van loden wollen stoffen en katoen. Vonken van kampvuur branden geen gaatjes in wol. Gezien het gewicht meer een merk voor de nostalgische kampeerder en bushcrafter. Mensen die rondtrekken met een fourwheeldrive en in de auto kunnen gaan zitten als deze klassieke kleding faalt in verslechterde weersomstandigheden.
Bij schoenenfabrikant Technica brak een complete pershysterie los voor de Plasma, een paar schoenen met de belofte dat je ze niet hoeft in te lopen. Deze schoenen worden in de winkel in twintig minuten tijd aangegoten door middel van warmte en drukmatten. Met de machine zag het er allemaal heel futuristisch uit maar in principe is het niets nieuws onder de zon. Iedereen die fietsschoenen heeft van Bont heeft deze zelf opgewarmd in de oven om ze daarna zelf te vormen naar je voeten. Deze schoen was aangedragen maar kreeg geen OutDoor Industry Award.
Laatste stop was bij de fabrikant van waterdichte fietstassen, Ortlieb. Hier veel nadruk op hun belangrijkste verkoopargument: waterdicht. Dat wordt al enige tijd onder andere behaald door lassen met behulp van radiofrequentie. We kregen hier een T-shirt cadeau en een waterdicht zakje, waar je inderdaad geen naad meer in kunt ontdekken.
Verder hier veel aandacht voor een nieuwe rugzak, de Atrack, die over de hele lengte geopend kan worden met een rits. Deze opening zit tussen de schouderbanden op je rug. Een dag later zou deze rugzak een OutDoor Industry Award winnen: gold winner in de categorie reistassen. Verder nieuwe printjes voor fietstassen. Ortlieb had niet zijn bikepackingtassen op de stand hangen, die nemen ze volgend maand mee naar de vakbeurs Eurobike, ook in Friedrichshafen. Volgens mij stop je in bikepackingtassen kampeerspullen en had het op deze beurs thuisgehoord maar helaas.
Perslunch
De persbijeenkomst werd afgesloten met een lunch. Dat vonden we helemaal niet erg.
Outdoor Bloggers Network
Later op de middag was er een bloggersmeeting georganiseerd door Outdoor Bloggers Network. Het doel van deze organisatie is tweeledig. Enerzijds probeert het een keurmerk neer te zetten voor bloggers. Aangesloten bloggers moeten zich conformeren aan verschillende afspraken, vastgelegd in een codex, om objectieve recensies te waarborgen. Tevens is deze organisatie een intermediair tussen bedrijfsleven en bloggers. Deze bijeenkomst was om informatie en tips met elkaar uit te wisselen. Kampeerwijzer is niet aangesloten bij het netwerk maar wij zijn geïnteresseerd in hun werkwijze.
Wat leuk was, we moesten als opwarmertje allemaal op een rij gaan staan naar mate het aantal bezoekers per maand dat je blog trekt. Kampeerwijzer stond in het midden van zo’n dertig, voornamelijk mannelijke bloggers, met aan de ene uiterste kant een blog met honderd bezoekers per maand en aan de andere verste kant de blogger GPS Radler met honderdduizend bezoekers per maand. Uiteraard was er in de groep kinnesinne en werd dit aantal niet geloofd.

Outdoor Network Bloggers gesorteerd op statistiek met wijzende Carsten (de rij was veel breder met 30 bloggers)
Jaloezie was sowieso een dingetje, begreep ik van Carsten, die de relaties met bloggers onderhoudt. Dan was er een blogger die hem tipte dat die-en-die niet in zijn tekst had gemeld dat het product gesponsord was (dit is overigens ook verplicht als je niet de codex ondertekent). Als Carsten het dan checkte, bleek het er gewoon in te staan. Zijn vermoeden is dat de andere blogger in zo’n geval vooral baalt dat hij het product niet had gekregen om te testen.
Taalgebied
Anyways, we doen het dus niet slecht met Kampeerwijzer als je bedenkt dat het taalgebied voor Duitstalige blogs met Zwitserland en Oostenrijk erbij meer dan vier keer zo groot is dan dat van een Nederlandstalige site waarbij de potentiële doelgroep bestaat uit lezers uit het Vlaamse Gewest (6,5 miljoen) en Nederland (16 miljoen). Veel Duitse bloggers hadden een Engelstalige blognaam om een groter publiek te treffen maar hadden uiteindelijk toch besloten te schrijven in hun moedertaal.
Mocht je als blogger naar deze beurs gaan met het doel om gesponsord te worden, bijvoorbeeld omdat je spullen wilt lenen om te kunnen reviewen, neem dan visitekaartjes mee. Meerdere bedrijven vroegen ons erom maar wij hebben niet eens de tijd om alles te reviewen dat we zelf aanschaffen en ik vind gesponsorde reviews vaak niet zo waardevol, behalve als het van een groot blog komt dat het zich kan veroorloven onafhankelijk te zijn. Er zijn echter ook minder ethisch ingestelde bloggers, die uit zijn op ‘freebies’ en zij zullen dus alles doen om de relatie met deze voor Sinterklaas spelende fabrikanten en importeurs goed te houden (en dus niets negatiefs schrijven). Maar we kwamen zelf ook in de verleiding bij een merk dat volgend jaar een lichtgewicht tent op de markt brengt, speciaal voor bikepacking. Het zou toch gaaf zijn die nu al te kunnen testen. Vernieuwde of verbeterde outdoor gear heeft onze belangstelling, dat was voor ons de reden voor bezoek aan deze beurs.
Bloggers hadden op de beurs een eigen basis waar lezingen werden gehouden en vanaf zondag ook elke ochtend ontbijt werd geserveerd. Wat we ook niet erg vonden. Op zondag was er nog een tweede rondleiding langs diverse stands, nu niet met de gehele verzamelde pers maar alleen met de bloggers. We deden Fjällräven aan, Schoeller de textielfabrikant, Cotopaxi en twee klimmerken. Hier haakten we af want a) we hebben niks met klimmen en b) de woordvoerder van DMM wist niks zinnigs te vertellen en stond tenenkrommend te stuntelen.
De beurs
Op zondag ging de beurs echt open en hadden wij één dag om de stands van 940 (!!!) exposanten in twaalf hallen te bezoeken omdat we de volgende dag alweer naar huis gingen. We spraken met enkele merken over hun nieuwste producten. Het was jammer dat we zo weinig tijd hadden dat we niet bij alle stands konden praten over wat precies de nieuwe producten zijn want soms zag ik nieuwe dingen maar dan blijkt het toch al op de markt te zijn.
Dave probeerde de marketing managers steeds af te poeieren met “wij zijn bloggers”, met het idee van “verdoe je kostbare tijd niet aan ons” maar dat plan ‘mislukte’. De meeste merken zien bloggers als belangrijke ‘influencers’ en daarom namen ze alle tijd voor ons, wat erg leuk was en interessante informatie opleverde.
We waren uitgenodigd bij Rubytec, een Nederlands bedrijf, om kennis te maken. Dit omdat ze op Instagram hadden gezien dat wij ook naar de beurs kwamen. Hier werd ons iced coffee aangeboden, dat bleek in een nieuw ontwikkeld thermoskopje te zitten, dat we mochten houden. Het onhandige hiervan was dat we hierdoor langer dan een uur moesten wachten voordat het drinkbaar was. Want thermosbekers houden niet alleen warm maar ook koud. Het idee achter de Shira Hotshot is een kopje te ontwikkelen met een Nederlandse maat, dat onder een koffieautomaat past.
Het is grappig om te zien van bepaalde merken hoeveel artikelen zich een weg hebben gevonden naar je eigen huishouden. Al in de jaren ‘90 kochten we onze eerste sneldrogende buitensporthanddoek, van Rubytec. Ik kon meteen wat feedback teruggeven over hun Shira foodcontainer (thermospot), waar ik niet tevreden over ben. Het deksel kan zo vast komen te zitten dat je de pot niet meer openkrijgt, waarschijnlijk doordat de inhoud afkoelt en daardoor de opening of het deksel krimpt. Dit vonden ze waardevolle informatie waar ze wat mee konden.
Keramisch mesje
Ik gaf aan dat ik zeer tevreden ben over het Ceram lichtgewicht mesje. Een keramisch mesje van 21 gram dat niet roest en vlijmscherp is (ideaal voor die harde worstjes ’s avonds bij de tent). René van Rubytec liet een nieuw zakmesje zien, een Swiza zakmesje met loep en tekenverwijderaar, dat zij importeren.
Nieuwe spullen
Hier het verslag van wat we zagen op de beurs aan nieuwe spullen. Soms net uit, in andere gevallen moet je even geduld hebben tot 2019.
Löffner brengt een lichtgewicht regenjasje uit dat erg goed ademt (MVTR 40.000) en goed waterdicht is (20.000 waterkolom). In het persbericht stond dat het ‘Pocket’ heette, in het label ‘Kaputzenjacke’. De vertegenwoordiger liet zien dat de ontwikkeling van de stoffen verder is dan de techniek van de naalden om ze aan elkaar te stikken. Hij liet zien dat het membraan iets door de naad kwam in de mouw. Wij zagen een heel mooi fijn naadje en vooruit, een oplossing zou misschien een zwart membraan zijn? Of radiofrequent lassen.
Fjällräven komt met een nieuwe waterdichte stof waarbij de sterkere en dikkere draad die stof ripstop maakt, niet meer boven het oppervlakte uitsteekt. Voordeel hiervan is dat de meegeweven sterkere draad niet eerder slijt. De stof heet Bergshell, is gemaakt van nylon en wordt als eerste verwerkt in hun collectie Bergtagen. Naast de stand van Fjällräven stond het wat minder bekende merk Lundhags, tevens een Zweeds outdoormerk.
Helinox maakt steeds meer verschillende tafeltjes en stoeltjes. Er is een accessoire te krijgen die een schommelstoel van je stoel maakt en dat is verrassend comfortabel omdat je precies in de voor jou prettige hoek kunt gaan zitten. Tevens lost het ’t probleem op bij deze stoeltjes van de wegzakkende pootjes in losse grond (probleem wat concurrent Alite niet heeft – maar die zagen we niet op de beurs).
De Lightwave-slaapzakken krijgen volgend jaar allemaal een waterafstotend voeteneinde van Pertex Endurance. Dit is handig want deze waterafstotende stof beschermt de slaapzak tegen het condens van de tent. Je voeten hebben de neiging altijd tegen het tentdoek aan te komen.
Big Agnes brengt volgend jaar lichtgewicht tenten uit, speciaal voor bikepackers. We zagen onder andere een handige zak voor spullen in de tent, lusjes aan de opbergzak zodat deze vastgesjord kan worden aan het stuur en een elastieke band voor je helm in de voortent. De tweepersoons tent weegt net iets meer dan 1,5 kilo. Het merk maakt ook interessante lichte slaapmatten maar vermeldt nooit de R-waarde. Volgens marketing director Garett is dat omdat er nog geen internationale standaard is voor het testen.
Aclima gebruikt merinowol van schapen die maar eens per jaar geschoren worden. Hierdoor krijg je langere draden, waardoor er niet zo snel gaatjes vallen in de wol. Hun product wolnet is al op de markt. Nieuw is de combinatie met wolnet als vochtafvoerende voering in een shirt. Veel enthousiasme bij het eigen personeel over dit product. Ze waarschuwden ook voor merinowol met een deel synthetisch. Dat wordt gebruikt om kortere draden met elkaar te verbinden zodat het minder jeukt. Dit is een verklikker voor slechte kwaliteit wol.
Dan een ander fenomeen op deze beurs, de Azatische bedrijfjes. We leerden al snel dat we de verste hoeken van de hallen het beste konden mijden want hier zaten de bedrijfjes die contact zochten met fabrikanten. Degenen die de stoffen kunnen leveren of de ateliers. De verkopers hiervan waren nogal opdringerig en probeer maar eens uit te leggen dat je blogger bent. Het verschijnsel zorgde er ook voor dat je niet overal foto’s van mocht maken. De meeste nieuwe producten moeten nog geproduceerd worden, daar bestaan alleen nog een paar samples van. Dus de merken zijn doodsbang voor illegale kopieën. Zo kon ik geen foto maken van een nieuwe schoen van Five Ten, waarbij het duidelijk wordt welke merkstrategie Adidas gaat volgen. Five Ten wordt een endorsed merk van Adidas: het Adidas-logo komt op de tong en de kenmerkende ‘5’ op de zijkant.
De Aziaten waren overigens niet de enige aanwezigen die halffabricaten produceren. Ook stoffenfabrikanten als Pertex, eVent en Schoeller stonden er, DAC poles (tentstokken) en Vibram (rubber zolen).
Therm-a-Rest’s tweepersoons Vela-quilt (momenteel comfort-temperatuur van +7º) komt met een warmere uitvoering geschikt voor 0º graden, een verbeterde ‘footbox’, deze is veel dieper dan degene van de huidige uitvoering. Helaas wordt de stof van de tijk ook anders, minder glad. De nieuwste mat van Therm-a-Rest weegt nog maar zoveel als een blikje bier. De plastic aanvoelende stof voelt extreem dun. De mat had een hele donkere olijfgroenige kleur, bijna zwart. Van de eenpersoons quilt Vesper werd een sample getoond met nog geen officiële EN-rating voor temperatuur. Deze quilt heeft 900 cuin dons en zou geschikt moeten zijn voor -6 graden.
Montane maakt lichte compacte kleding met de serienaam Fireball. Op hun stand hing de Fireball Verso pull-on, daar werden we direct hebberig van want ik heb al de sloffen, handschoenen en muts en ben hier heel tevreden over.
Bij meerdere merken zagen we elastische naden in mummyslaapzakken om de bewegingsvrijheid te vergroten. Montbell noemt het super spiral-stretch system. Deuter had ook elastische naden maar niet diagonaal.
We zagen veel tweepersoons quilts. Vaak ook als glamping-achtig artikel. Dus je bed buiten. Hier passen ook grote katoenen retro tenten bij, zoals van Nordisk.
Komperdell maakt bergstokken die traploos in- of uit te schuiven zijn met een druk op een knop in het handvat. Je kan deze niet per ongeluk indrukken als er druk op de stok staat. De verkoper en Dave konden de stok probleemloos bedienen maar het systeem is niet geschikt voor onhandige mensen. Ik kreeg er geen beweging in.
Het meest conceptuele dat we zagen was van Vaude. Hier leek het wel alsof de kunstacademie afdeling mode aan de slag was gegaan. Of het ook allemaal op de markt komt: geen idee, we zagen hier niemand om aan te spreken. Wellicht is het een uitbreiding op hun Green Shape Core Collection. De Trail Spacer 8 werd won een OutDoor Industry Award. Deze rugzak had iets weg van een stabjack voor duiken (is al op de markt).
Ook heel kunstig vonden we de jasjes van Montbell die uit één stuk stof gemaakt zijn en daardoor dus zo weinig mogelijk naden hebben. Het merk noemt het K-mono cut. Het innovatieve patroon is geïnspireerd door de filosofie ‘Ki-no-bi’, hetgeen ‘functie is schoonheid’ betekent.
GSI is typisch zo’n onopvallend merk dat zich ongemerkt een weg baant je outdoor huishouden in. We zagen hier vanalles wat we meeslepen in onze veldkeuken. Van plastic kopje, snijplankje, veldfles tot pannetje. (We blijken verder veel te hebben van Sea To Summit en Rubytec).
Steeds meer grotere merken gaan lichtgewicht rugzakken maken die net boven de één kilo wegen. Onder andere bij Montbell, Mountain Equipment met de Tupilak en Gregory met de Optal & Optic-serie.
Opvouwbare en deelbare kano’s in allerlei verschijningsvormen. Overigens viel het gedeelte ‘watersport’ nogal tegen wat betreft omvang. Hier zou ik niet speciaal voor naar de beurs komen.
Sandlite is een soort membraan voor zand: het valt er doorheen maar komt er niet door terug omhoog. Ideaal voor een kleed op het strand. Later komt er ook nog een handdoek van op de markt. Er worden ook kunststof schoenen gemaakt waar het zand uitloopt: Ventolation. Hun slogan: soles with holes.
Waarschijnlijk ingegeven door bikepacking zagen we veel artikelen die je kunt scharen onder stealth camping. Hangmatten, tarps en Trangia maakt nu ook brandstofflessen in olijfgroen naast rood.
Aan het eind van deze beursdag waren we helemaal kapot. Iemand vroeg ons of we de beurs soms hardlopend hadden afgelegd, die kon niet geloven dat we alles in één dag hadden gedaan. Ergens tussen de bedrijven door zijn we ook nog Gijs Loning tegen het lijf gelopen waar we even mee hebben staan kletsen. Hij zat dit jaar in de jury voor de OutDoor Industry Awards. Gijs is oud-collega van Belle bij Op Pad (niet dat Gijs zich dat kon herinneren maar hij herkende me van Facebook).
Terugweg
Om vroeg terug te kunnen rijden braken we zondagavond de tent al af. We zetten de wekker om vijf uur en sliepen achter in onze bus. Inderdaad waren we een kwartier later op weg. Kwestie van deo ondersmeren, matten op hun kant zetten en de klapkratten met spullen van de voorstoelen halen. We ontbeten bij een wegrestaurant op het hoogtepunt van de ochtendfile. Halverwege de terugweg hadden we bij het eerste CNG-tankstation al beet, dus deden we er een uur korter over. Ruim voor de avondspits waren we weer thuis.
Meer lezen?
Op de stand van Montbell zagen we hem al: Chris Townsend. Hij was wat meer dagen op de beurs, zag vele andere zaken en schreef drie verslagen voor The Great Outdoors magazine:
- Day 1 at OutDoor: 100% recycled Primaloft, Paclite returns, Montbell in the UK, and more
- Day 2 at OutDoor: ultralight packs, trail shoes, and waterproof Nikwax notebooks – made from stone!
- Day 3 at OutDoor: rucksack innovations, lightweight tents, and ridiculously light sleeping mats
Jullie moeten wel rugliggers zijn….hoe anders kun je ongemolesteerd slapen op dunne matrasjes ? Dat is feitelijk wat mij tegenhoudt ook interesse te ontwikkelen in wegfietsen en een paar dagen wegblijven, een matras waarvan ik geen rugpijn krijg is minstens 30 cm dik en 30 kg zwaar…. En daar hebben ze vast op die hele beurs geen oplossing voor :-))
Nee wij slapen op onze zijde. Grappig genoeg staat er een artikel klaar voor publicatie waar dat in genoemd wordt, in verband met het gebruik van een quilt. Die matrasjes die je in de bus ziet liggen, zijn 10 cm dik en met 2,5 kg per stuk niet geschikt om mee te nemen op een fiets. Die liggen beter dan het matras op mijn bed, je kan ze zo hard of zacht instellen als je wilt. Ik heb lage rugproblemen maar die gaan juist over als ik kampeer. Ga eens bij een winkel kijken waar je kunt proefliggen op een Exped Downmat 9 LW of een Sea To Summit Comfort Plus Insulated mat. Die laatste mat bestaat zelfs uit twee lagen, dan kan je de onderste laag bijvoorbeeld harder oppompen dan de bovenste laag.
Zijn die er ook langer? Ik vind de meeste luchtbedden al een grote ergernis; bijna altijd te kort.
Exped-matten LW zijn 1,98 lang en de large van de Sea To Summit is 2,01 meter. Je kan altijd iets aan het voeteneind leggen, zoals een stuffsack met een fleecetrui, om de mat te verlengen.
Ik ben het niet helemaal eens met je stelling dat iedereen een regenjas nodig heeft. Al enkele jaren heb ik geen regenjas op werkdagen, en ik regen slechts zelden nat.
Voor 10 km door de miezer trek ik sowieso geen regenpak aan. Al regent het harder, wordt je in een regenpak vaak alsnog nat, maar dan van het zweet. Dus dan blijft over dat het niet te warm is, en hard regent. Nou, voor die ene keer neem ik gewoon een plastic tas met droge kleren mee. ’s Ochtends naar het werk regent het sowieso bijna nooit. En voor die ene keer wissel ik dan van kleren bij aankomst. Dan hang ik het natte boeltje gewoon uit, net zoals enkele andere fietsende collega’s doen.
Voor de terugweg kijk ik op de buienradar en vertrek ik flexibel. En ook al regen ik nat; thuis wacht mij een warme douche en een kast vol droge kleren, dus wederom geen regenpak nodig.
Ik heb ook wel eens pech gehad met die buienradar en 40 km door de regen gefietst met de bukfiets. Tja.. toen begon het vervelend te worden ja.
De focus van Kampeerwijzer is op meerdaagse tochten door de natuur, niet woon-werkverkeer. Daarvoor heb je een regenjas nodig, omdat zonder levensgevaarlijk is. De meeste onderkoelingsslachtoffers vallen bij +10 graden. Ik ben zelf een keer onderkoeld geraakt op een mooie zomerdag die niet zo mooi eindigde tijdens een wandeling in de duinen, dus ik ga altijd voorbereid op pad. Ook al omdat ik weinig ‘biopreen’ (duikersgrap – de reden waarom neopreen pakken krimpen is biopreen) heb op het bovenlijf. Bever richt zijn marketing nu op de man op straat, dat zijn er in elk geval meer dan tentkampeerders. In een goed ademend regenjack met een MVTR (Moist Vapor Transmitting Ratio) van >15.000 word je overigens niet extreem nat van het zweet (Gore-Tex, eVent, Pertex Shield).
Hi Belle,naar aanleiding van je stuk heb ik een licht gewicht rugzak gekocht.
De Ultra-sil dry pack van Seatosummit.En wat is het een handig mee te nemen rugzakje en bij een boodschap dan vouw ik hem uit en met die 20 liter neem ik toch nog behoorlijk wat mee.En hij kan een regenbuitje hebben!
Hoe lang die mee gaat dat gaan we nog meemaken.
Veel plezier met je aankoop. Ik neem ‘m vaak mee in een kleine handtas. Als ik dan toch onderweg een ruzak nodig heb, bijvoorbeeld om mijn jas in te doen, kan je je tasruimte makkelijk uitbreiden.