Hoe kunnen wij lezen en schrijven onderweg? Als we niet fietsen, de tent aan het opzetten zijn of bezig met eten of wassen mogen we graag lezen en schrijven. Hoe regelen we dat op reis?

Lezen: boeken en e-reader
De Kobo Aura H2O is een water- en stofbestendige (IP67) e-reader. Dat betekent dat deze reader 30 minuten in 1 meter diep water overleeft, mits de USB-poort gesloten is. De voordelen van een e-reader hoef ik denk ik niet meer uit te leggen: er past een hele boekenkast op en het apparaat verbruikt weinig energie.  De accuduur van deze reader is 30 uur. Een ideale oplossing voor Dave, die vaak meerdere Engelstalige boeken verslindt op vakantie. Er is ook een goedkopere e-reader die waterdicht is maar iets minder stofdicht (IP57): de Pocketbook Aqua. Die heeft geen schermverlichting. Omdat schermverlichting handig is bij lezen in bed of in het donker gaat de voorkeur uit naar de Kobo.

Wat helemaal zuinig is met batterijen is een papieren boek. Hiervoor zijn Dwarsliggers interessant, dat is een boek gedrukt op dun papier ter grootte van je borstzak. Ze wegen ongeveer 145 gram per stuk. Je vindt ze vaak bij de AKO op het station en zijn online te bestellen. Op twee titels na zijn alle Dwarsliggers Nederlandstalig. Ideaal voor Belle, want die besteedt de meeste tijd aan zelf bijhouden van het reislogboek en leest daardoor meestal maar één boek op vakantie. Als het boek uit is laat je het achter op een plek waar een ander het kan vinden. Een soort van BookCrossing maar dan zonder gedoe. Vaak zijn op campings dat soort plekken te vinden.

Dwarsliggers

Schrijven: iPad en notitieboek
Het reislogboek wordt bijgehouden op papier. Geen lader nodig. Gebonden notitieboekjes van Moleskine, Sigel Conceptum of Leuchtturm1917 zijn favoriet. Verder heb je een balpen nodig, die voldoet voor het klimaat waar wij in vertoeven.

Om af en toe ook iets op dit blog te kunnen zetten is er een internetverbinding nodig. Daarvoor ben je afhankelijk van 3G-dekking (mijn apparaat kan nog geen 4G aan) of Wi-Fi. Met 3G betaal je voor de Mb’s en die lopen snel op als je ook foto’s op je blog wil plaatsen. Het handigste is daarom te bloggen met hetzelfde apparaat als waar op de foto’s op staan. Waar ik nu aan zit te denken is een waterdichte hoes voor mijn iPad mini (deze hoes van LifeProof is echt waterdicht: IP68). De afgelopen twee tochten heb ik op proef gefotografeerd met de mini en dat ging goed. Het voordeel van de mini ten opzichte van een telefoon is dat ik er tienvingerig op kan typen. Ik lees dat wereldfietser Frank van Rijn veel wereldreizigers tegenkomt met een ‘aaipet’. Hij baalt ervan want hierdoor loopt het aantal internetcafés terug. Als wereldreizigers de iPad gebruiken voor hun avonturen dan voldoet deze zeker voor onze belevenissen tijdens een vakantie naar Denemarken. De iPad is wel afhankelijk van het elektriciteitsnet. Omdat we gaan kamperen zullen we niet zo vaak in de buurt zijn van een stopcontact.

Een boom met een stopcontact, dat zou handig zijn

Opladen
Om iets langer zonder elektriciteitsnet te kunnen zijn er externe batterijen waarmee je je mobiele apparaten een paar keer kan opladen. Ik had vroeger een PowerMonkey eXplorer van Powertraveller, de powerbank daarvan doet het nog als je deze aan het stopcontact hangt maar hij laadt niet meer op met de bijgeleverde zonnecellen. Niet dat dat erg opschiet overigens, laden met zonnecellen. Hiervoor moeten de zonnecellen de hele dag ergens in de zon kunnen hangen. Inmiddels zijn er mobiele laders op de markt met veel meer dan 2200 milliampère-uur van de PowerMonkey: 20.000 mAh voor 40 euro. Waterdichte en schokbestendige powerbank met 9.000 mAh voor 35 euro of 10.000 mAh voor 89 euro. De prijzen of capaciteit lijken niet in verhouding te staan tot elkaar.

Maar eens even verder verdiepen in deze materie. Een iPhone vraagt 1 ampère stroom bij een spanning van 5 volt, vandaar dat het vermogen van de lader 5 watt is. Een iPad-lader levert 10 watt. Op een site kwam ik de volgende klassificering tegen voor mobiele laders:

• < 10.000 mAh: voor mobiele telefoons
• 10.000-15.000 mAh: voor tablets
• > 15.000 mAh: voor laptops of lange reizen.

Bij output zie je vaak staan: output: 5V/1A. Uitgaande van Watt = Ampère x Volt levert dat dus 5 Watt op, genoeg voor een iPhone maar te weinig voor een iPad. Die laadt daar wel van op maar langzaam. Soms heeft zo’n mobiele lader een tweede uitgang 5V/2.1 A. Die zou dan geschikt zijn voor het laden van een iPad. Maar let op of de output niet gedeeld wordt met de andere uitgang of gebruik ze niet tegelijkertijd.

Een andere rekenmethode is te kijken naar het vermogen van je batterij van je mobiele toestel. Zoek op naam telefoon/tablet + mAh in een zoekmachine. Als je een verwijderbare batterij hebt staat het er op. Om te bepalen hoe vaak je je mobiele apparaat kunt opladen met een powerbank, deel je grofweg het vermogen van de Power Bank door het vermogen van je mobiele apparaat. Een search levert de volgende gegevens op voor onze mobiele apparaten:

• Apple iPhone 4: 1420 mAh
• iPhone 6: 1810 mAh
• iPhone 7 Plus: 2900 mAh
• iPad mini: 4490 mAh

Het mooie van deze Apple-apparaten is dat ze bijna niets verbruiken als ze op vliegtuigmodus staan. Je kan er dan nog steeds mee fotograferen.

Beetje te grote externe batterij van Powertraveller

Verder is het opletten op het formaat van de powerbank. Er zijn er die bijna zo groot zijn als een iPad. Ook belangrijk: wat voor een aansluitingen zitten er op. Voor een iPhone of iPad voldoet een USB-aansluiting. Verder lijkt me een indicator prettig om te zien of de externe batterij al is opgeladen en hoeveel capaciteit deze nog heeft.

Behalve een powerbank zijn er nog andere methoden om je gadget op te laden.

Conclusie: met een powerbank, iPad mini in een waterdichte hoes, een notitieboekje, balpen, e-reader en een titel van Dwarsligger kunnen wij lezen en schrijven onderweg.